Meditatie bij de opening van een bovenplaatselijke kerkelijke bijeenkomst

- Op de plaats waar de lessenaar gewoonlijk staat, staat nu een stoel met een geel hesje;
de kandelaar met het licht is uit het midden van de zaal bij de deur geplaatst -


Psalm 72: 1 – 4
Geef, o God, uw wetten aan de koning,
uw gerechtigheid aan de zoon van de koning.
Moge hij uw volk rechtvaardig besturen,
uw arme volk naar recht en wet.
Mogen de bergen vrede brengen aan het volk
en de heuvels gerechtigheid.
Moge hij recht doen aan de zwakken,
redding bieden aan de arme mensen,
maar de onderdrukker neerslaan.

1. Eerste scene

Overal waar ik kom, zit hij vooraan.
Soms is hij 35, soms is hij 55 jaar.
Hij zit prominent op de plek waar in de regel de lessenaar staat.
Het maakt me onwennig.
Ik kan niet anders dan me ergens om de stoel heen te draperen voor de mensen,
nu eens links van het gele hesje, dan weer rechts.
Het voelt wat schots en scheef.
Ook de kaars is geweken.
Niet in het midden van de ruimte.
Maar bij de deur.
Daar waar de mensen passeren als ze vertrekken.
Alsof het licht hun eigendom is.
Alsof het vanzelfsprekend is dat je pas bij vertrek echt in het licht komt.

2. Tweede scene

Misschien bent u een kenner.
Een royalty-watcher.
Dan weet u dat al die koninklijke families in Europa familie van elkaar zijn.
Als Willem-Alexander in Engeland bij Queen Elizabeth komt, wordt hij ontvangen als familie.
Dat is persoonlijker dan wanneer een machtige man als Donald Trump komt.
Het huwelijksbeleid in de achterliggende eeuwen van de vorstenhuizen was er op gebaseerd.
Je koos voor een prins familie uit een ander vorstenhuis.
Dan ging het impliciet tussen die landen ook beter.
De vorstenhuizen waren immers verzwagerd en daarmee verzoend.
Daarom is onze stadhouder Willem III getrouwd met Mary Stuart van Engeland.
En koning Willem II is getrouwd met Anna Palowna uit Rusland.
Daarom wilden de Belgen in 1830, toen ze zelfstandig werden, per se een koning.
Dan hadden ze iemand die in de markt gezet kon worden om te trouwen met andere vorstenhuizen.
Dan zou België vriendschap kunnen sluiten met andere landen.
De koning bracht twee werelden bij elkaar die anders niet vertrouwd waren met elkaar.

3. Derde scene

Psalm 72 maakt duidelijk dat niet het volk ter discussie staat, maar de koning.
Het is niet vanzelfsprekend dat de koning spoort.
Hij heeft een richting nodig.
Hij krijgt wetten aangereikt.
Dat is een originele gedachte.
De wetten zijn niet voor het volk.
De wetten zijn er voor de koning.
Dat is maar goed ook, als je er over nadenkt.
Want voor je er op bedacht bent, neemt hij je zonen en zet ze op zijn strijdwagens (1 Sam. 8: 11).
Terecht dat de koning wetten krijgt.
Do’s and don’ts.
De wetten zijn er om de armen, de afhankelijken te beschermen.
Om dat te realiseren moet de macht van de koning worden ingedamd.
Pas als de macht een kanaal heeft gekregen bij de vader,
kan de zoon van de vader de gerechtigheid ontvangen.
De vorst - vader zaait, de prins - zoon oogst.

4. Vierde scene

Er is een zekere scepsis in de kerk.
We hebben een lintje om de toekomst geknoopt:
terug naar de essentie,
meer ontmoeting, minder vergadering,
meer tafelen, minder vergadertafelen.
Zal dat goed aflopen?
Want zo’n lintje kan maar zo een alibi worden,
een misplaatste onderscheiding,
alsof de ruimte te beslissen een recht zonder meer is,  
alsof de staat van dienst niet eerst verdiend zou moeten worden.
En dan krijg je als gemeenschap spijt.
Hebben we dit gewild?
Een classis groter dan de plaatsen waar je nog de Aldi en de Littl bezoekt.
Een risicovolle bovenmenselijke maat, voorbij de bubbel van vertrouwen.
Als dat maar goed gaat.
De toekomst zal het leren.
En de man in het gele hesje.

Psalm 72: 18-19
Geprezen zij God, de Heer,
de God van Israël.
Hij doet wonderen, hij alleen.
Geprezen zij zijn luisterrijke naam, voor eeuwig.
Moge zijn luister heel de aarde vervullen.
Amen, amen!