Foto: Kerk in Steenwijkerwold, onderdeel van de Kop van Overijssel
Kop van Overijssel koploper in kerkgang
De Kop van Overijssel is koploper wat betreft kerkgang in Nederland. Dat schrijft de Volkskrant op 30 maart 2024. Meer dan 30 procent van de mensen 15 jaar en ouder bezoekt regelmatig een religieuze bijeenkomst. De Volkskrant pakt de Kop van Overijssel er uit als koploper, maar men had ook de hele provincie Overijssel kunnen noemen. Want in heel de regio komt men boven de dertig procent.Dat percentage ligt hoger dan waar ook in Nederland. De Veluwe, Alblasserwaard en Zeeland zitten met een percentage van 25 tot 30 procent ook hoog. Uitgesproken laag zit het percentage in delen van Brabant, rond Arnhem en in Noord-Holland. In Flevoland haakt men aan op de subtop met percentages tussen de 15 en 20 procent.
De journaliste Serena Frijters ging voor haar artikel spitten in de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ze stelde vast dat de ontkerkelijking in Nederland weliswaar lijkt te stagneren, maar dat het niet betekent dat het druk zal zijn in de kerken gedurende het paasweekend. Veel gelovigen, met name rooms-katholieken, wonen zelden of nooit een dienst bij. Frijters noemt nog een sprekend detail bij de cijfers: het percentage kerkgangers mag dan het hoogst zijn in deze delen van Nederland, het aantal mensen dat zich rekent tot een kerkelijke gezindte ligt juist heel hoog in Brabant en Limburg.
Met andere woorden: Mensen in het zuiden laten zich niet zo snel uitschrijven. Men maakt daar ook vanuit de kerk zelf geen werk van. Liever dat een lidmaatschap een sluimerend bestaan leidt, dan dat men mensen uit de statistiek verwijdert. Het advies vanuit de classis in Overijssel-Flevoland is ook altijd zo veel mogelijk adressen te bewaren als mensen dat accepteren. Je kunt dan ook gericht mensen nodigen voor specifieke activiteiten. Een ander advies vanuit de classis, waar de Volkskrant niet over rept, is de suggestie om als kerk naar buiten te treden en zichtbaar te zijn in het geheel van de samenleving. De zorg voor de ziel kan onderdeel zijn van een algeheel welbevinden van mensen en het kerkgebouw kan voor meer zaken toegankelijk worden gemaakt dan voor alleen kerkdiensten. Dat geeft meer interactie en uiteindelijk een 'wij-gevoel' in het geheel van een gemeenschap.