Judas en de maaltijd van de Heer (2)

 

We vervolgen onze reis langs oude afbeeldingen van de maaltijd van de Heer. Vorige maand keken we voor de tweede keer in een handschrift met de naam: Codex purpurensis Rossanensis (uit ca. het jaar 550-575). We zagen naast elkaar tekeningen van de voetwassing en van de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Op de tekening van de maaltijd zagen we een van de leerlingen naar de kom of de schaal op tafel reiken. Uit de daarbij geschreven bijbelteksten wordt duidelijk: dat is Judas, de leerling die Jezus zal uitleveren of verraden (de evangeliën gebruiken verschillende woorden).

 

In de loop van de tijd is op afbeeldingen van de maaltijd van de Heer aan de figuur Judas dikwijls bijzondere aandacht besteed. Op vele manieren. Wanneer bijvoorbeeld Jezus en zijn leerlingen een halve cirkel (een nimbus) rond het hoofd kregen als teken van hun heiligheid, kreeg Judas die niet. Judas wordt vaak precies tegenover Jezus afgebeeld: zo wordt hij neergezet als tegenstander. Niet zelden is prominent een geldbuidel zichtbaar: zo wordt hij getypeerd als geldwolf. En ook werd hij vaak met grove lichaamstrekken afgebeeld en kreeg hij in de loop van de tijd soms typisch Joodse kenmerken. Daar heb ik al eerder over geschreven.

 

Laat ik er een nog een typerend voorbeeld van laten zien.

 

 

Deze afbeelding komt uit het Perikopenboek van St. Erentrud, gemaakt in het benedictijnenklooster St. Peter in Salzburg omstreeks 1140-1150. We zien een ronde tafel. Er ligt weer een kleedje op. Aan de kelk en het al of niet gebroken brood op tafel zien we dat het om de maaltijd van de Heer gaat. Midden achter de tafel zien we Jezus met de grootste nimbus (met kruis) om het hoofd. Achter de tafel elf leerlingen. Tien zijn er wakker, één ligt er te slapen. Wie dat is moeten we een volgende keer maar ontdekken.

Voor de tafel, tegenover Jezus, zit Judas. Zonder nimbus. Helemaal afgezonderd. En komt daar nu een duiveltje uit zijn mond?! Zo werd Judas gedemoniseerd.


Daar is het Perikopenboek van St. Erentrud niet uniek in. Het is op talloze afbeeldingen uit de Middeleeuwen terug te vinden. En in teksten. Een treffend voorbeeld daarvan vinden we in De goddelijke komedie van Dante (1265-1321). Daarin komen we Judas tegen op het allerdiepste punt van de hel: daar bevindt zich Lucifer, de vorst van de duivels; en Judas wordt fijngemalen tussen de kaken van Lucifer, terwijl alleen zijn benen nog naar buiten steken.

 

Een heel andere wijze van aandacht voor de persoon van Judas dateert van eeuwen later. In 1630-1631 schilderde Peter Paul Rubens (1577-1640) een kolossaal schilderij (ongeveer tweeënhalf bij drie meter), dat oorspronkelijk bedoeld was als altaarstuk voor de Sint-Romboutskerk in Mechelen, maar nu is te vinden in een museum in Milaan.

 

 

Ook dit is een afbeelding van de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen. Het is wel duidelijk wie Jezus is: Hij zit in het midden, er gaat licht van hem uit, hij houdt brood in zijn handen en zijn blik is naar boven gericht. Op tafel staat een glas met wijn. Onder de tafel ligt een hond. Rechts onder zien we een grote schaal: zou die zijn gebruikt voor de voetwassing?

Prominent is ook de plaats van die andere man met zijn gele mantel. Hij zit tegenover Jezus. Maar zijn houding is afgewend van de anderen. Opvallend zijn die twee handen die naar Judas wijzen: hij is het! Heel opvallend vind ik de blik van Judas. Een donkere blik. Zou je het gecombineerd met die hand bij zijn mond ook een peinzende blik kunnen noemen? Zoveel is duidelijk: Judas kijkt het schilderij uit: hij kijkt ons aan! Zo wordt hij een vraag aan ons. Dat is een heel andere manier om Judas af te beelden dan in de Middeleeuwen gebeurde.

 

Tot slot: rechts boven staat een opengeslagen boek. Wanneer je de afbeelding vergroot, kun je lezen wat geschreven staat: Memoriam fecit mirabilium, escam dedit etc. ps. 110. Dat is dus een citaat uit Psalm 110, maar dan in de Vulgaat, de Latijnse bijbelvertaling. In onze Nederlandse vertaling is het Psalm 111: 4v.: ‘Hij stelde een gedenkdag in voor zijn wonderen, genadig en liefdevol is de Heer. Hij gaf voedsel aan wie hem vrezen, eeuwig gedenkt hij zijn verbond’. Ook dat is een manier om de maaltijd van de Heer te beleven.