Foto: Ds. Roelof Kloosterziel tijdens een viering in de Stiftskerk te Weerselo

Trouw bracht reportage over hoogleraar uit Weerselo over verbinding wetenschap en kerk


Hoe is het om vanuit een ongelovige achtergrond uiteindelijk toch betrokken te geraken bij de kerk? Het was voor het dagblad Trouw de leidende vraag om een bezoek te brengen aan het Twentse Weerselo. Op 9 juni plaatste het voorheen christelijke dagblad een uitvoerig gesprek met haar. We geven hieronder enkele fragmenten weer.

Mieke Boon komt uit een atheÏstisch gezin. Er was geen betrokkenheid op de kerk. De ouders van Mieke Boon kozen eerder voor een zekere afstand. En nu, zo stelt Trouw, is ze 62 jaar oud en een geregelde kerkganger geworden van de Stiftskerk.

De Stiftskerk is een oude kapel uit 1178 en werd in de Middeleeuwen gebruikt als een kloosterkerk. Het maakt onderdeel uit van een beschermd dorpsgezicht, het Stift. Hugo van Buren heeft hier 800 jaar geleden een leefgemeenschap gesticht. De commune werd in 1152 omgevormd tot een dubbelklooster van Benedictijner monniken en nonnen. De monniken verdwenen na een eeuw. De nonnen bleven veel langer, al zou je kunnen spreken van een zekere secularisatie ten aanzien van de stiptheid waarmee men de regels van Benedictus toepaste. De website ‘het-stift.nl’ vertelt dat de regels versoepelden en de bewoners meer een adellijk stempel bleven houden. Met de Reformatie verdwenen dergelijke communiteiten.

Wie tegenwoordig de monumentale grond bezoekt treft er niet alleen een kerk, maar ook een stiftsschool, een stiftsschuur, een storkenhuis, een smederij en stiftshuizen. De predikant ds. Roelof Kloosterziel woont in één van de huizen. Hij bedient de kleine gemeente te Weerselo en ook de protestantse gemeente te Ootmarsum. Kleine, oecumenisch-cultureel onderbouwde gemeenten zijn hem vertrouwd. Zo diende hij voor Weerselo en Ootmarsum de gemeenten van Ruinerwold, IJhorst – De Wijk.

De stiftsgemeente ziet zichzelf als een open, oecumenisch ingestelde gemeente, met de monumentale kerk als plaats van ontmoeting en viering. Er zijn ongeveer 200 leden. De zondagse eredienst is het hart van de gemeente.

Wetenschapsfilosofie

Trouw schrijft dus over één van hen, Mieke Boon. Ze volgde een technische opleiding in de chemie. Ze verbond die achtergrond met meer filosofische vragen over duurzaamheid en milieu. En stelde de vraag, om Trouw te citeren: ‘Wat is mijn verantwoordelijkheid als ingenieur, hoe draagt mijn wetenschappelijk onderzoek bij aan oplossingen?’ Ze werkte aan die vragen als hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de universiteit van Twente.

Trouw noemt haar focus: ‘Nu, als filosoof, legt ze de nadruk op de rol van de mens bij het ontwikkelen van die kennis. ‘Wetenschappelijke kennis komt niet uit de hemel vallen, ze is door ons, mensen, gemaakt. In het onderzoeksproject speelt gevoel wel degelijk een belangrijke rol – gevoelens zoals ‘dit klopt’, ‘dit deugt’, ‘hier doe ik het voor’, ‘dit is briljant’’.

Trouw schrijft verder: ‘Wetenschapsfilosoof Boon wil ‘uitstijgen boven het idee dat objectiviteit en subjectiviteit elkaar uitsluiten. ‘Wat voor mijn vroegere zelf uitgesloten was, namelijk dat wetenschap en religie naast elkaar kunnen bestaan, is zo mogelijk geworden’.

Boon sluit bij de onderbouwing van die gedachten aan bij wat de Duitse filosoof Immanuel Kant aanreikt. 'Hij stapte af van de overtuiging dat onze waarnemingen en kennis de werkelijkheid weerspiegelen. Hij noemde dat zelf zijn ‘ontwaken uit een dogmatische sluimer’.  Voor mij is belangrijk dat Kant taal, ideeën en denkregels zal als raamwerken die onze waarnemingen en ervaringen in het gelid duwen’.

Als voorbeeld noemt Boon tegen Trouw de mechanicawetten van Isaac Newton. ‘Hij beschreef niet de werkelijkheid, maar schiep een theoretisch frame dat je over ervaringen van de werkelijkheid heen legt. Zo maken we betekenisvolle kennis waarmee we dan weer verder kunnen denken en doen. Maar wetenschap kan geen absolute zekerheid geven. Wel moet wetenschappelijke kennis voldoen aan waarden zoals relevantie, adequaatheid, betrouwbaarheid, begrijpelijkheid en transparantie’. Op soortgelijke wijze kan je zeggen, dat religie ook een frame is om de werkelijkheid te interpreteren. ‘Daardoor kunnen religie en wetenschap naast elkaar bestaan’.

Betrokken

Hoe dat werkt, is Boon aan het verkennen. Het is een ‘experiment’ dat ze uitvoert door niet alleen naar die twee fenomenen te kijken, als een toeschouwer, maar vooral door eraan deel te nemen. Door betrokken te zijn.

Trouw gaat verder op die zoektocht in, die via het Boeddhisme uiteindelijk uitmondt in de manier waarop de stiftsgemeente vorm en inhoud geeft aan geloof. Boon gaat in op de vraag wat het betekent om mee te zingen en te bidden, terwijl je niet expliciet gelooft op de manier waarop de kerk dat verwoordt in de geloofsbelijdenis. ‘Het bijzondere van ons, mensen, is dat we concepten, ideeën, woorden hebben gecreëerd van ‘iets’ dat je niet in de werkelijkheid kunt aanwijzen, zoals ‘democratie’ of ‘vrijheid’. Rond zulke ideeën bouwen we praktijken, zoals een staatsvorm die democratie en vrijheid praktisch invult. Net zo zijn religieuze praktijken opgebouwd, rond het ‘idee van God’, met rituelen en regels, teksten, dominees en kerkdiensten’.

We geven hier delen van het artikel uit Trouw weer. Het complete artikel laat ook zien hoe praktische ervaringen in de Stiftskerk Boon motiveren en ontroeren. De stilte in de eredienst komt aan de orde. De koffie na afloop. De collecte ook. Het belang om de gemeenschap in stand te houden. ‘Zoals zoveel progressieve, atheïstische mensen was ik individualistisch. Je moet het allemaal zelf doen’, aldus Boon, ‘Je bent voor alles verantwoordelijk, en onmacht is je eigen schuld. Dat vind ik nu te veel gevraagd van mensen. Kerken en religie hebben in dat opzicht veel te bieden, ze zijn goed voor het individuele welzijn én voor de maatschappij’.

Academiepastoraat

Hoe kerk en wetenschappelijke omgeving zich tot elkaar verhouden, is een spannende vraag, die aan de Universiteit van Twente pregnant zichtbaar is. De protestantse gemeente te Enschede – ik heb inmiddels het artikel uit Trouw terzijde gelegd, maar denk nog even door over de vraagstellingen die in het artikel aan de orde komen – heeft om het belang van dat gesprek te onderstrepen het academiepastoraat opgepakt. Ds. Jaco Zuurmond, recent gepromoveerd op het werk van Miskotte geeft invulling aan het werk. Toen de generale synode op werkbezoek in de regio Overijssel-Flevoland was, heeft hij over dit werk verteld (klik hier). Het academiepastoraat kan bestaan dankzij de financiële bijdragen van onder meer de protestantse gemeente te Enschede, protestantse gemeenten in Twente en de landelijke kerk. De kerkelijke gemeente te Losser, om nog even terug te komen op het artikel, blijft vitaal en zichtbaar dankzij de financiële bijdragen van de leden, de inkomsten uit bezittingen, incidentele giften en bijdragen uit fondsen op momenten dat er hogere bedragen nodig zijn om het monumentale erfgoed verantwoord door te geven aan een volgende generatie.

Foto: ds. Jaco Zuurmond (midden) tijdens het werkbezoek vanuit de landelijke kerk