Musicus

Musici zijn van een andere wereld. Die gedachte kwam weer boven, toen ik las dat één van de beroemdste mensen uit onze provincie deze maand tachtig jaar geworden is. Ik heb het over Ton Koopman, de Bachspecialist. Niet dat ik Ton persoonlijk ken. Of eigenlijk toch wel, omdat ik regelmatig muziek van hem beluister. Ken je de muziek, dan ken je de ziel van de maestro. Want dat heb ik als dominee inmiddels wel geleerd.

Ik merk dat als organisten me aanspreken op de liturgie voor een kerkdienst. Pas nog. Ik had opgegeven ‘Groot is uw trouw, o Heer’. Lekker makkelijk te zingen. Maar een cantor-organist corrigeerde mij. Hij zei: ‘Laten we Psalm 91a doen. Wie in de schaduw Gods mag wonen. Dat is minder plat. En laten we dan alle coupletten maar doen’. Ik laat het geworden.

Ton Koopman is dus tachtig jaar. Hij heet eigenlijk Antonius Gerhardus Michael. Aan die drie voornamen kan je zien dat hij rooms-katholiek is. Hij is geboren als zoon van een middenstander in Zwolle. Hij woont nu in Bussum, en hij heeft een tweede huis in Verona. Toen hij zijn 40.000 muziekboeken in een bibliotheek wilde onderbrengen ging dat niet naar de Stadkamer in Zwolle, maar naar het Orpheus Instituut in Gent. Ton is een internationaal man.

Het begon in Zwolle. Daar had hij zijn eerste Bachervaring. Hij zat bij een kerkkoor. Het koor zong Jesus bleibet meine Freude. Koopman werd verkocht. Hij zette zijn zinnen op orgelles. Dat ging niet zo gemakkelijk. In een interview zegt hij: ‘Ik was te klein en kwam niet bij de pedalen, ieder jaar ging ik terug naar de orgelleraar, maar ieder jaar zei hij dat ik te klein was. Ondertussen probeerde ik het gewoon zelf. Ik schoof mijn broek kapot op de orgelbank, tot woede van mijn moeder. Op mijn zestiende wilde de leraar me eindelijk lesgeven, maar toen had ik het zelf al geleerd’.

Het werk van Bach is populair. Liefst op veertig plaatsen in Nederland zijn er speciale cantatekerkdiensten. Ook in onze provincie. Bijvoorbeeld in Kampen. Zo’n dienst heeft de gewone elementen van gebed en overdenking. Maar op de evangelielezing maakt Bach een cantate van pakweg een half uur. Bach heeft er meer dan 300 overgeleverd. Je zou het een muzikale preek kunnen noemen.  

Het leven van Koopman is er mee verknoopt. Toen hij begin dit jaar zijn verjaardag in het Academiehuis in Zwolle vierde, speelde hij de cantate ‘Auf, schmetternde Tone der muntern Trompeten’, een verjaardagscantate. ‘En bij mijn begrafenis’, zegt Ton, ‘moeten ze de treurcantate uit 1727 spelen, die ook gespeeld is bij het overlijden van een Saksische keurvorstin’. Het eerste deel gaat over de dood. Het tweede deel zinspeelt op eeuwig leven. ‘Dat optimisme, dat uit de muziek spreekt’ zegt Ton in een interview, ‘Ik kan mij er nu – bij wijze van spreken – al op verheugen’. Wat ik zeg: Musici zijn van een andere wereld.