Landelijke afdrachten
Het is een misvatting te veronderstellen dat de plaatselijke gemeente grote bedragen verschuldigd is aan de landelijke kerk op basis van de ledentallen. Het belangrijkste criterium voor de afdracht ligt op de inkomsten. Het ledental speelt eigenlijk alleen een rol bij de solidariteitskas en bij de administratiekosten.
Het breed-moderamen van de classis Overijssel-Flevoland sprak over de afdrachten op 12 juli, nadat er vanuit de ring Flevoland vragen waren gesteld over dit thema. Er was advies ingewonnen vanuit de landelijke organisatie (zie het supplement onder dit artikel). De conclusie was, dat de kosten amper hoger zijn dan 5 euro (solidariteitskas). Het blijft daarmee een opdracht voor de plaatselijke gemeente om juist de belijdende leden daarop te wijzen. En mogelijk kan het aanleiding zijn voor passieve leden hernieuwd te betrekken bij het gemeentelijke werk.
Consideraties
Het breed-moderamen rondde de consideraties af, die eerder al in de classis werden besproken. Er was een vervolg nodig, omdat vele kerkenraden niet in de gelegenheid waren geweest te considereren. Meer dan dertig kerkenraden reageerden alsnog. Men stond overwegend positief ten opzichte van de wijzigingsvoorstellen (voor de ingewijden hier nog de nummers: art. XIII, ord. 3.5.1 en 3.16.6, ord. 4.8, ord. 4.27, ord. 10.5.6, ord. 11.2.2). De meeste kanttekeningen werden nog geplaatst bij de opmerking over ‘het horen van de gemeente’. Wat is precies het gewicht daarvan en hoe verhoudt zich dat tot eerdere terminologieën, was een vraag. Het breed-moderamen sloot zich ook aan bij een vraag of een algemene kerkenraad zonder meer predikanten mag herinzetten, door ze vanuit de ene wijk in de andere wijk een plek te geven. Is het niet verstandig om bij dergelijke herschikkingen de classis te laten meekijken?
Tijdelijk
Er komen nieuwe regels voor tijdelijke aanstellingen voor predikanten. De synode heeft de contouren van de afspraken gemaakt en de teksten worden nu voorgelegd aan het generale college voor de kerkorde om ze in overleg met diverse partijen op te nemen in de regelgeving. Het breed-moderamen van de classis Overijssel-Flevoland heeft daarover gesproken in een vergadering van 12 juli. Het rapport heet officieel ‘Tijdelijke aanstellingen voor predikantswerkzaamheden’ en is vastgesteld in de aprilsynode 2019.
Het rapport beoogt tijdelijke diensten en hulpdiensten op een goede manier te verankeren in de organisatie. Je kan daarbij onderscheid maken tussen incidentele hulpdiensten, detachering, tijdelijke diensten (korter of langer dan twee jaar, en proponenten) en de nieuwe rol van ambulante predikanten. Het breed-moderamen hecht aan een verdere verkaveling van het veld. Je ziet nu bijvoorbeeld in een enkele gemeente een stapeling van hulpdiensten, waarmee de continuïteit van het gemeentewerk en de overzichtelijkheid niet altijd is gediend.
Casuïstiek
Er was opnieuw veel casuïstiek op de agenda van het breed-moderamen. Een discussie ging over de vraag in hoeverre een gemeente geld waarop tot voor kort een predikant functioneerde mag gebruiken om er – nu er een vacature is – een kerkelijk werker op te laten functioneren.
Almanak
Het breed-moderamen besloot om een digitale almanak samen te stellen voor het classicale werk. Daarin komen namen en procedures en achtergronden. De vergadering zag af van een schriftelijke uitgave, omdat het te groot is, te duur en al snel gedateerd; om schriftelijk een link te maken naar de digitale uitgave werd besloten tot zoiets als een brochure, waarin verwezen wordt naar de digitale versie.
Classisleden
Het breed-moderamen gaf verder opdracht te zoeken naar enkele classisleden die in de werkgroep 'oecumene' willen meedoen. De invulling is nodig, nu er bijeenkomsten op stapel staan voor zowel een raad van kerken Overijssel als een raad van kerken in Flevoland.
Supplement: informatie over landelijke afdrachten
Allereerst wat feitelijke informatie over de afdracht en ledenregistratie. Daarna het landelijk uitgangspunt rondom de non-actieve belijdende leden.
Afdrachtgegevens
De financiële afdracht van het quotum en de solidariteitskas wordt jaarlijks vastgesteld door de kleine synode. Voor 2019 gaat het om de volgende bedragen:
- Kerkrentmeesterlijk quotum: 4,35% over (belastbare) inkomsten
- Diaconaal quotum: 5,7% over (belastbare) inkomsten en 1,35 euro per belijdend lid
- Solidariteitskas: 5 euro per belijdend lid.
We praten dus alleen over de afdracht van leden die als belijdend lid geregistreerd staan. Daarvoor wordt totaal 1,35 + 5,- = 6,35 euro per lid voor afgedragen.
Registratie van leden
We hebben natuurlijk diverse soorten leden in de gemeente (belijdend, doop, vriend e.d.). Maar het is niet mogelijk om de belijdend leden zo te registreren dat voor hen geen afdracht betaald hoeft te worden. Zij zijn lid van de kerk in alle rechten (en plichten) en daar hoort ook de afdracht aan de landelijke kerk bij. Er is in de wandelgangen wel bekend dat er 'schaduwbestanden' bijgehouden worden. Het is begrijpelijk dat daar niet-leden op vermeld staan die regelmatig een kerkelijke activiteit bezoeken o.i.d., maar het kan niet zo zijn dat daar non-actieve belijdende leden opgezet worden om te voorkomen dat er afdracht betaald moet worden. Daarmee zouden ze uit LRP moeten verdwijnen, waarmee de gemeente tegen het landelijk beleid van de Protestantse Kerk in gaat dat gemeenteleden alleen op eigen verzoek uitgeschreven worden. Je kunt in LRP wel aangeven dat bepaalde leden geen post e.d. meer ontvangen, maar niet als gemeente beslissen dat je voor deze leden ook niets af hoeft te dragen naar de landelijke kerk.
Landelijk beleid
We hechten als Protestantse Kerk veel waarde aan het lidmaatschap van onze leden. Zij zijn onderdeel van de gemeenschap en we zijn gezamenlijk verantwoordelijk om (pastorale) zorg te verlenen. Iemand kan alleen uitgeschreven worden, als hij/zij zelf nadrukkelijk (schriftelijk) verklaart geen lid meer te willen zijn. Het initiatief gaat dus uit van het lid zelf. Het kan niet zo zijn dat de plaatselijke gemeente bijvoorbeeld een brief stuurt met 'als u nu niet reageert, wordt u uitgeschreven', omdat zij de kosten van de landelijke afdracht niet willen betalen. Ook kunnen zij de registratie van belijdende leden niet wijzigen naar gastlid / vriend oid, zodat ze niet meer verplicht zijn om de landelijke afdracht te betalen. We adviseren kerkenraden meestal om het gesprek op te zoeken met de non-actieve leden. Niet in de zin van 'u betaalt niet, wilt u wel lid blijven?', maar meer vanuit de positieve betrokkenheid om iemand te leren kennen en het contact aan te halen. Ergens kan daarbij ook gevraagd worden naar de motivatie om lid te blijven, zonder enige vorm van betrokkenheid. Een deel zal misschien n.a.v. dit gesprek meer bewust worden van de consequenties van lid zijn (en een financiële bijdrage leveren), een deel zal zich misschien uitschrijven (waardoor er geen afdracht meer gedaan hoeft te worden) en een deel blijft wellicht het non-actieve lid. In sommige gemeentes gaat het waarschijnlijk om relatief veel 'kaartenbakleden'. Dan is het beste een grote klus om in contact met hen te komen. Maar daar zou dan een meerjarenactie van gemaakt kunnen worden.
(Informatie ontvangen van ‘Ondersteuning gemeenten’)
Foto: ds. Gijsbert Rohaan, notulist van het breed-moderamen, klaar voor vertrek na afloop van de vergadering bij 'De Overkant' in Dalfsen