Elbert en Linda Smelt strijken neer in Zalk
Het dorp Zalk is een familie rijker. De familie Elbert Smelt is er neergestreken. De leadzanger van de groep Trinity verruilde Amsterdam voor het dijkdorp Zalk, tussen Kampen en Zwolle. Opnieuw een artiest die aan de boorden van de IJssel voeding zoekt. Ida Gerhardt schreef er gedichten. Kader Abdola wijdde er zijn ‘Papegaai vloog over de IJssel’ aan. Jan Terlouw liet zich er inspireren door zijn Oorlogswinter. En Klazien heeft er talloze kruidenboekjes met versjes op schrift gesteld. Zalk heeft volgens internet 530 inwoners in 2023. Maar dat zullen er inmiddels een paar meer zijn, gelet op de verhuizing van Elbert Smelt, zijn vrouw Linda en vier kinderen.
In de EO-podcast ‘Heilige huisjes’ gaat Elbert Smelt op zoek naar de oude schatten van de kerk. Kan hij als jachtige millennial zijn plek vinden in de kerk? Hij maakt er voor de EO een podcast reeks over. Het blad Petrus wijdt er tekst aan.
Een beetje stereotype begint Elbert zijn podcast wel. Dat is blijkbaar een ongeneeslijke ziekte als iemand uit het westen van Nederland het oosten aandoet. En de EO schrijft voor de westerse doelgroep dat Zalk ‘in het hart van de Biblebelt’ ligt. Petrus schrijft: ‘We (Elbert en zijn gezin) zijn net verhuist van een Timon-woonvorm in de Bijlmer naar een project in het buitengebied van Zalk. Als ik nu ’s avonds met Linda een ommetje maak, zien we geen flats en pizzabergers, maar de IJssel, sterren en het kerktorentje van Zalk. Tien jaar geleden woonden we hier al een poosje. Wie had kunnen denken dat we er nu weer zouden neerstrijken, na drie heftige jaren in Amsterdam. We genieten met volle teugen van de rust. Als je iemand tegenkomt, wordt er gegroet. Zelfs vanuit je auto steek je even de hand omhoog als teken van ‘ons kent ons’’.
De podcast aangeklikt en je hoort een soortgelijk intro: ‘Er is haast geen groter contrast mogelijk in Nederland van de Amsterdamse Bijlmer naar het buitengebied van Zalk’. Elbert beschrijft zijn nieuwe woonplekje: ‘Een uniek plekje waar ooit kasteel Buckhorst stond. We gaan hopelijk Buckhorst zien veranderen. We zijn op zoek naar een houvast en een thuis. We gaan letterlijk proberen te wortelen’.
Afstoffen
De eerste podcast heeft als titel ‘Tradities afstoffen’. Elke aflevering belooft Elbert Smelt stil te staan bij één van de schatten van de kerk. Hij wil kerken en initiatieven bezoeken. En hij zal praten met inspirerende mensen. Vooraf citeert hij een onderzoek dat de EO met de CHE Ede (als je het nu over hartje ‘Biblebelt’ hebt…..) en de Theologische Universiteit in Utrecht onder millennials hebben gehouden. Het gaat dan om vragen als: ‘Wat houdt je in die kerk?’ De helft van de millennials zegt de kerk nodig te hebben om te geloven. Driekwart vindt gemeenschap belangrijk en 70 procent van de mensen zoekt rust.
Elbert Smelt stelt zich ten doel in deze aflevering aan te haken bij een plaats waar al een traditie is. En hij kiest Zalk, zijn nieuwe woonplaats, als referentiekader. Hij vraagt zich af of hij het nog kan: ‘Gewoon aanschuiven bij anderen. Wat is daar zo moeilijk aan? Heeft de kerkelijke traditie niet veel te bieden. Het is toch fijn om na een verhuizing naar een torentje te kunnen rijden?’
Eldert spreekt op de podcast eerst met zijn vrouw, met Linda. ‘Ik voel dat het kerkje mij roept. Heb jij dat ook?’, vraagt hij zijn vrouw. Linda reageert gereserveerd. Ze vindt het niet zo belangrijk wat ze zelf zoekt. ‘We zijn al gevonden. Waar ons huwelijk ook mee begon, toen je vader (Leo Smelt, de vader van Elbert is dominee) zei: ‘Jullie zijn al een kerk’. Dat ervaar ik ook met die kleintjes. Een geborgen gevoel daarbij’. Het gezin dus als kerkelijke dépendance.
Elbert Smelt: ‘Maar ik weet niet of ik gemaakt ben voor één kerk. Kunnen we dat? Ons erbij neerleggen dat het niet de ideale plek is?’
Linda Smelt: ‘Ik denk dat we naar heel veel plekken kunnen gaan. Maar ons te committen. Dat is een tweede’.
Elbert Smelt: ‘Ik ben gepokt in één bedding. Ik heb naast mijn oma gezeten die een psalm zong. Ik ken al die wijzen. Ik zit in die bedding. Ze kennen heel veel liedjes. Ze houden van het leven en de natuur’.
Linda: ‘Of dat allemaal per se tot uitdrukking moet komen in een zelfde kerk, weet ik niet. Daar zijn we niet zo goed in. Ik vind dat ook een beetje krom om dat nog te creëren. Je kan ons niet terug sleuren de jaren negentig in’.
Elbert Smelt: ‘Dat zou ik willen uitchecken. Ik wil zo wie zo naar die kerk in Zalk. En een keer naar de andere kerk, de Nederlandse Gereformeerde Kerk’.
Linda: ‘En Arosha (in Zwolle). Die mensen houden van God en van de natuur. Eigenlijk is er niet veel meer dan die common ground’.
Elbert Smelt: ‘En er is een katholieke kerk dichtbij. Ik hou van de mis bij wonen. Er is een VEZ in Zwolle. Dat is meer zo’n grote streekkerk met een band en kinderwerk’.
Linda: ‘Dat vinden de kinderen leuk. Die willen een papakerk met een band’.
Ter kerke in Zalk
De podcast neemt een sprongetje. Het is zondagmorgen in Zalk. ‘Ik wil straks met jullie (kinderen) naar de mooie oude kerk in Zalk te gaan’.
Kind: ‘Ik wil niet uren zitten’.
Elbert Smelt: ‘Het is maar een uur en een kwartier. Ik wil ook graag kijken hoe het hier is. Misschien is er wel oppas voor Gabi en voor Jesse’.
Kind: ‘Maar ik vind het saai’.
Elbert Smelt: ‘Hoe weet je al dat het nu saai is’.
Dan klinkt er een psalm door de podcast. ‘Ai maak mij nooit beschaamd’.
Elbert Smelt: ‘Ja, je hoort het goed. Ik kan niet zo hoog zingen ’s ochtends. En ja, het is een vrij stevige orthodoxe dienst’.
Elbert Smelt: ‘Deze plek ademt traditie. Er wordt iets gaande gehouden dat al eeuwen oud is’.
Individualisme
Daarna is er weer een sprongetje in de podcast. Elbert Smelt spreekt met ds. Willem Maarten Dekker uit Waddinxveen, de orthodoxe richting. Hij spreekt met hem af in Zalk. Willem Maarten en Elbert zijn beide domineeszoon. Ze hebben beiden in de buurt gewoond, in Wezep. De één is dominee geworden. De ander, zoals hij zelf zegt, ‘zwerver’.
Elbert Smelt: ‘Gisteren zat ik hier. Dat voelde even als thuiskomen. Ik ben over mijn antigevoel heen. Ik vond het bijzonder. Maar het is ook alsof ik in Zuid-Frankrijk mocht meedoen met de mis’.
Smelt vertelt dat Zalk een prima dorp is om in te wonen. Maar hij ziet ook dat er veel naar Zwolle rijden. ‘Het zou toch cool zijn als al die gezinnen gewoon in dit dorp zelf zouden kunnen blijven. Daar voel ik zekere spanning. Daar voel ik zelfs een zekere taak’.
Willem Maarten Dekker: ‘Dat is niet alleen het probleem van de kerk. Ze gaan so wie so meer hun eigen weg in het dorp. Met het individualisme laat je je minder gezeggen door het dorp. We laten ons leiden door het gevoel. Dat verdwijnen van de cohesie en de samenhang, dat je een offer wilt brengen is helemaal een beetje weg. Ik vind dat wel jammer’.
Dekker legt uit dat het individualisme eigenlijk met de Reformatie de kerk is in gekomen. Het was de tijd van Descartes en zijn lijfspreuk: Ik denk, dus ik ben. En Luther zit daar niet ver vandaan als hij zegt: ‘Hier sta ik….ik kan niet anders’. Dat ik-gevoel is groot. We moeten dat weer buigen naar het wij, meent Dekker.
Elbert Smelt: ‘Dat is een rebellie tegen de tijdsgeest’.
Dekker: ‘Ja, dat is. Maar als je het niet doet gaan ze de kerk voorbij’.
Dekker: ‘We zijn gaan zeggen: God kan overal tot je spreken . Ook in een schuur. Ik denk echt dat God hier meer woont dan elders anders’.
Dekker: ‘We moeten een vorm vinden waarmee we het lang vol houden. Dat doe je toch met een traditie. Door vormen die al lang geleefd worden. Waardoor ze in je systeem gaan zitten’.
Dekker: ‘Zo’n gemeenschap kan je dragen door een dorre tijd heen. Mensen voelen zich gedragen door iets dat groter is dan hen zelf. Als je in zo’n bedding verkeert, kan het geloof ook weer terugkomen’.
Elbert Smelt: ‘Je sprak over water in de wijn doen. Wat bedoel je daarmee?’
Dekker: ‘De geloofsgemeenschap moet input vragen. De kerkenraad moet weten waarom mensen die de kerk voorbij gaan. Ben je geïnteresseerd in al die mensen die wel in God geloven en die jouw kerk voorbij gaan. Ik denk dat het westen al wat verder is dan hier. Hier is de familie nog een sterkere waarde. Koffiedrinken na de dienst is hier ingewikkeld. Ieder gaat naar familie. De gemeenschap wordt meer in de familie beleefd’.
Elbert meent dat hij daar niet op aansluit: ‘Ik ben modern wrakhout dat aan komt spoelen’.
Dekker: ‘Daar botst dat dan. Dat is wel modern. Dat banden niet meer van familie en bloedbanden afhangen, maar via vriendschappen lopen’.
Elbert Smelt: ‘Ik ben net neer gestreken in dit dorp. Ik ben hier begonnen met mijn zoektocht. In deze traditie zong mijn oma. Maar ik ervaar moeite om op mijn kinderen over te brengen. Wat heb je voor advies?’
Dekker: ‘Dat is een ingewikkelde vraag. Ik zou zoveel mogelijk eenheid des levens zoeken. Een sfeer wat door de week gebeurt dat het past bij de zondag’.
Elbert Smelt: ‘Niet te eclectisch worden dus’.
Dekker: ‘Zo is het . Anders zijn je kinderen nergens in geworteld. Je kunt je alleen verheugen in andere tradities als je ergens geworteld bent’.
Elbert Smelt: ‘En je moet zelf opleggen dat je een definitieve keuze maakt’.
Dekker: ‘Dat doe je ook als je partner kiest’.
Elbert Smelt: ‘Hoe ga je dan op met het gevoel, dat je heel hard wil wegrennen. Misschien dat je dan na enige tijd weer terugkomt’.
Dekker: ‘Het is ook keuzestress. Daar kom je alleen maar uit door toch iets te kiezen. Alleen dat geeft je leven grond. Anders blijf je zweven. Als je nooit ergens voor kiest, ik denk dat je dat later nog veel meer betreurt’.
Authentiek
In het laatste deel van de podcost belt Elbert Smelt met Elsbeth Grutteke. Zij is predikant geweest in Zeewolde en tegenwoordig werkt ze in Huizen.
Elsbeth: ‘Ik vind het leuk wat je doet. Dat je je bewust bent dat je het niet redt zonder een gemeenschap. Daar staat ook een kerk. Ik was benieuwd: Waar komt dat verlangen naar meer vandaan?’
Elbert Smelt: ‘Het is vooral een realisme dat veel initiatieven stranden. Je kunt dat niet in je eentje. We doen dat nu door na het avondeten bij het toetje een liedje te zingen. Ik had vroeger een hogere ambitie. We hadden thuis een mapje met gebedspunten per dag en een liedje en hardop bidden van onze ouders’.
Het is lastiger geworden, geeft Elbert Smelt toe. ‘Dat is deels de tijd. Dat het ook echt authentiek moet voelen. Dat is zo verschrikkelijk’. Hij noemt het voorbeeld van een psalm met een oude tekst over ‘die op de Heer vertrouwen, zijn als de berg Sion’. Zijn vrouw sputterde, dat je zoiets de kinderen niet meer kunt leren. Het is ouderwets, voelt niet authentiek.
Elsbeth: ‘Authenticiteit kan ook in de weg zitten’.
Elbert: WM roept op tot eenheid des levens. Dat zegt hij zo mooi. Dan ook hier noaar de kerk gaan. Dan hebben ze toch een bedding. Ik wil zo veel. En dan eindigt het met niks.
Elbert vertelt dat hij met zijn vier kinderen naar de kerk is gegaan. Hij vond het thuiskomen. En zijn oudste zoon Rowan reageerde niet negatief. Hij kende direct een psalm van school. De eenheid des levens, waarover Dekker sprak dus. Maar er waren ook momenten van inschikken. Als de dienst wat al te moralistisch werd bijvoorbeeld.
Elbert Smelt: ‘Ik keek om me heen. Ik ben benieuwd wat deze mensen beweegt, dacht ik. Ik zit er met allerlei vragen. Ik kan me wel voorstellen dat ik lid zou worden van die gemeenschap. Ik laaf me aan die gemeenschap. Ik heb ook wel het verlangen te integreren’.
Elsbeth: ‘Toch klink je ook als antropoloog op expeditie’.
Elbert Smelt: ‘Ja dat hadden ze ook door, die Zalkers. Eéntje zei: He, kom je cultuur snuiven. Ik dacht: Wat zegt het over jou en wat zegt het over mij? Hij ziet me nauwelijks als serieus kerklid. Het stak me wel’.
Elsbeth sluit haar bijdrage af met de suggestie meer deelnemer te worden.
Dat gebeurt niet op al te korte termijn. Want de volgende podcast gaat over het kamperen tijdens een Arosha-weekend, een christelijke natuurvereniging.
Podcast luisteren? Klik hier.