Zoektocht om permanente educatie vorm en inhoud te geven
Bij dokters is permanente educatie noodzakelijk als je je big-registratie wilt houden. Medici kan je dan ook geregeld zien op cursussen en trainingen. Zo vanzelfsprekend is het studieverlof voor predikanten en kerkelijk werkers niet. Op papier is de noodzaak onomstreden. De praktijk blijkt een stuk weerbarstiger.
Dat kwam naar voren tijdens een bespreking in de werkgemeenschap Enschede van de permanente educatie op dinsdag 11 februari. De ervaringen in het verleden waren zeer wisselend. Enkele predikanten hadden positieve herinneringen aan het seminarium. Over het algemeen waardeerde men het contact met de collegae en de gesprekken onderling. Maar er kwam ook ongenoegen naar voren.
Predikanten die met studieverlof gingen, hadden de ervaring dat er in de gemeente veel werk bleef liggen. ‘Juist het idee dat zo’n studieverlof er even tussendoor gepropt moet worden, vind ik frustrerend. Als je terugkomt van de training ligt het hele bureau vol met dingen die je moet doen’. ‘Ik heb eigenlijk nooit studieverlof genomen’, zei een ander, ‘Ik heb alleen tussendoor af en toe een lezing gevolgd van een thema dat me aansprak of meegedaan met een pastorale training’. ‘Ik heb me wel eens opgegeven’, zei een derde, ‘en dan hoorde je ter elfder ure dat de cursus niet doorging’.
Predikanten die een training volgden, hadden soms de indruk dat de nascholing en de bijscholing wel wat meer ingedikt zouden kunnen worden. ‘Er wordt wel heel royaal de tijd genomen voor reflectie en pauzes. Dan denk ik: Kom op, een beetje vaart houden’.
De route om tot een studieplan te komen, begint bij de pastor zelf. Die maakt met behulp van een format van internet een opzet en bespreekt dat met de kerkenraad. Daarna wordt de aanpak naar de classis gestuurd. De generale regeling zegt daarover in artikel 15.7.3, dat de predikant of kerkelijk werker het studieplan ter informatie toestuurt aan de classispredikant. Op dit moment, zo werd verteld, heeft slechts tien procent van de pastores in Overijssel-Flevoland daadwerkelijk een studieplan ingestuurd.
Er waren enkele predikanten met de ervaring dat de gemeente de inhoud van de studie-ervaringen slecht oppakte. ‘Ik had een missionaire training gevolgd, maar kreeg de indruk dat het rapport dat ik daarover schreef, vrij snel terzijde werd gelegd’.
De predikanten deelden de brede ervaring dat het gewenst is als collegae elkaar goed te informeren over een studieverlof. Op die manier kan men elkaar stimuleren en waar gewenst inspringen voor elkaar.
Enkele predikanten hadden specifieke vragen. Iemand die gepromoveerd is, zou graag enkele publicaties verzorgen. Maar daarvoor is het nodig dat je een medeschrijver hebt bij het docentenkorps en dat is niet altijd eenvoudig. Iemand anders moest de eerste verplichte nascholing volgen en vond het lastig dat je als parttimer daarvoor een volledig programma moet meelopen. Dat legt een onevenredig groot beslag op de tijd.
Werkgemeenschap Enschede, met van l.n.r.: ds. Job Stein, ds. Olaf Haasnoot, ds. Hans Kroeskop, ds. Gonda Elzenga, ds. Hennie Marsman, ds. Oane Reitsma, ds. Gert Jan Lambers Heerspink.