Synode legt bandbreedte kerngemeenten vast
De synode van de protestantse kerk heeft nieuwe regels gemaakt voor experimenten met de kerk. Er was een extra vergadering belegd op zaterdag 22 juni. Daar zijn toelatingscriteria vastgelegd voor wat de kerk noemt: kerngemeenten. Onderliggende gedachte is, dat kleine experimentele kerken kunnen doorgroeien naar een heuse kerk. De regels gelden vanaf 2020. De belangrijkste aanpassing van de synode is dat er minimaal tien leden nodig zijn, waar de voorstellen aanvankelijk spraken over drie leden. Het kan dus gaan om hele kleine gemeenschappen.
Ouderling Gert van Tol uit Rouveen/Staphorst opende de synode met een viering in de kapel. Hij koos het verhaal uit Exodus als uitgangspunt waarin Mozes wordt bijgestaan door oudsten van het volk en als tweede een lezing uit Handelingen 16, 11-14, over Lydia de purperverkoopster. ‘Mozes moet loslaten’, zo zei hij en legde hij daarmee de link tussen de klassieke gemeenten waar enkele duizenden leden zijn en de pioniersplekken waar de teller nu dus op tien kan blijven staan. ‘God zorgt voor zijn kerk op de weg die de kerk mag gaan door de tijd wordt door wisselende omstandigheden. Altijd weer mogen we verwonderd staan dat God mensen roept in zijn kerk’, aldus Gert van Tol in een openingsmeditatie.
De vergadering werd opnieuw geleid door ds. Peter Verhoeff, niet in zijn hoedanigheid als classispredikant voor Noord-Holland overigens, maar eerder als voormalig preses. Hij kent het klappen van de zweep en verving al eerder ds. Saskia van Megchelen, die vanwege ziekte enigszins gas moet terugnemen. Ze was al wel weer zo ver hersteld, dat ze haar gezicht kon laten zien en de synode kort toesprak.
Ecclesiologische omslag
Scriba René de Reuver Legde uit dat diverse eerder gemaakte opmerkingen bij ‘Mozaïek van Kerkplekken’ worden meegenomen door twee andere ingestelde werkgroepen, respectievelijk die van de kleine gemeenten en die over het ambt. Hij legde uit dat de discussie een wisselpunt betreft in het denken over de kerk. Ouderling Van Tol rapporteerde aan de classis: ‘De omslag naar een mozaïek van kerkplekken is een ecclesiologische omslag’. ‘In het verleden spraken we over een diversiteit in modaliteiten, maar nu spreken we over een diversiteit in vormen’, aldus De Reuver.
Twee synodeleden uit het noorden van het land, die eerder samen vergaderden over de op handen zijnde synode, kregen de gelegenheid vanuit hun situatie te spreken. Ouderling en kerkelijk werker Michel van Heiningen uit het Groningse Dorkwerd sprak over zijn ervaringen van de kleine gemeente. Hij pleitte voor een open houding in het kerkenwerk, waardoor je eigenlijk minder belang zou moeten hechten aan het verschil tussen pionieren en kleine kerk zijn. Hij waarschuwde ook voor teveel pionieren buiten de kerk. Ds. Ellen Peersmann uit Kollum sprak over haar ervaringen als predikant in het noorden van Friesland. Ze pleitte onder meer voor goed opgeleide mensen in de kerk, zowel academici als HBO-geschoolden. Ze noemde de Tsjechische theoloog Tomas Halik als voorbeeld van een man die studie en leven bij elkaar houdt in één greep.
Talloze synodeleden reageerden op het Mozaïek van Kerkplekken. Afgevaardigde Gert van Tol noemde in een terugrapportage onder meer de volgende opmerkingen:
* Hoe gaan we om met de essentie van kerkzijn, we zijn niet voor niets ‘door het water gegaan’;
* Er wordt gesproken over verbondenheid aan de kerk, gedacht vanuit de individuele mens;
* Een kerk is een heilig instituut wat we niet zo maar kunnen weggeven;
* De vraag is of een zelfstandigheid als doel moet worden nagestreefd; zelfstandig worden met een klein aantal is beslist niet gemakkelijk;
* Maak geen karikatuur van de generatie dertigers; structuur is van belang;
* Er zijn veel meer kleine gemeenten dan we denken;
* In een gemeente van consensus bestaat het gevaar dat we elkaar onvoldoende ruimte geven;
* Het is goed dat de synode, de kerk, ruimte biedt om de missionaire activiteiten te financieren;
* Jonge predikanten vinden de aansluiting met de maatschappelijke werkelijkheid moeilijk; er is een hoog ziekteverzuim onder hen;
* De aansluiting bij deze discussie kan gevormd worden door de ringen die binnen de classis bestaan; daar zou een hoge mate van betrokkenheid op dit onderwerpen moeten zijn.
Genoemd werd dat lid worden van de kerk door de doop fundamenteel is. ‘Alleen door de doop word je lid van de Kerk met een hoofdletter en niet, zoals bij een vereniging, door het zetten van een kruisje op een formulier’, aldus scriba De Reuver, ‘immers door de doop zijn wij getekend door het kruis’. Regelmatig werd de vraag gesteld of de kerk nu afkoerst op samenwerking tussen gemeenten of juist op zelfstandigheid.
Twee werkgroepen
In de middag werd de vergadering voortgezet om te komen tot besluiten. Er werd gesproken over de ingediende amendementen die vooral gingen over de concrete invulling van de kerngemeenten. Daarna volgde de stemming door de aanwezige synodeleden en werd de nota Mozaïek van Kerkplekken, met uitzondering van het hoofdstuk over de ambten, unaniem aanvaard als uitgangspunt van beleid. Als gevolg van aangenomen amendementen werd besloten dat een kerngemeente tenminste 10 doop- of belijdende leden moet tellen en dat er minimaal een ouderling, diaken en een ouderling-kerkrentmeester de kernraad vormen. Het is de bedoeling om in november en in de vergaderingen van 2020 verder te spreken over de thema’s van ambt en kleine gemeenten aan de hand van de dan beschikbare rapportages van de werkgroepen.
Foto: Gert van Tol na afloop van de openingsviering in de kapel van Nieuw Hydepark met scriba René de Reuver en beleidsmedewerker Nynke Dijkstra-Algra