Labooy brengt theologisch werk uit over 'Christologie en verzoening'
Een verhandeling over Scotus zijn benadering van incarnatie en boetedoening. Zo typeert de Engelstalige uitgever het nieuwe boek van dr. Guus H. Labooy, predikant in IJsselmuiden De Hoeksteen. Wie Guus Labooy kent van een vorig boek, ‘Christelijk geloof voor eeuwige beginners’, en denkt een eenvoudig toegankelijk boek onder ogen te krijgen, vergist zich. Dit boek zou je een 'academisch gesprek' kunnen noemen voor mensen die zich door enig theologisch-filosofisch jargon weten heen te werken. Het is uitgegeven in het Engels.
Guus Labooy schreef over het boek een introductie voor geïnteresseerde gemeenteleden. Die nemen we hieronder over:
Midwinterhoorn blazen oud?
‘Het midwinterhoorn blazen stamt uit oeroude tijden’. Je hebt vast wel eens iemand gehoord die dat beweerde. Maar wat blijkt: veelal kwam het blazen in midwinter pas goed op gang na de tweede wereldoorlog. Zo zit het ook met de relatie tussen filosofie en theologie. Je denkt dat het vanouds twee verschillende vakken zijn die elkaar bovendien het licht in de ogen niet
gunnen. Niets is minder waar: de filosofen – liefhebbers van wijsheid betekent dat letterlijk! – begonnen als een monnik-achtige beweging. Het waren mensen doorgloeid van religieuze passie. Levend in kleine, sobere gemeenschappen, zochten ze naar het hoogste goed, de eeuwige bron van het zijn. Je moet dan aan namen als Plato en Pythagoras denken, stamvaders die leefden honderden jaren voor Christus. Na de opkomst van het Christendom kwamen er steeds meer filosofen ‘die in het geloof in Christus de ware filosofie zagen’ (aldus Justinus de Martelaar). Ze bogen hun knieën voor Christus en namen dat geschonken geloof als uitgangspunt voor hun denken. Eerst zocht de filosofie naar God, nu was ze ook door Hem gevonden. Deze liefhebbers van wijsheid gingen met de denk-instrumenten van Griekenland nadenken over het geloof van Israël! In dienst van Jeruzalem kwam Athene eindelijk thuis. Dat ging zo door tot aan de Franse Revolutie: pas na 1800 werden het twee zelfstandige vakken. Daarna verslechterde de relatie; werd de twee-eenheid geassocieerd met rigide tegenstellingen als ‘denken versus geloven’, ‘algemene kennis versus privé mening’ en ‘openbaar versus kerkelijk’. Maar net zoals het midwinterhoorn blazen niet ouder is dan opa, is deze vete ook nauwelijks ouder dan opa! Dat geloof en denken niet bij elkaar
horen is een moderne mythe.
Vanaf ongeveer 1950 is de twee-eenheid dan ook weer hersteld: er zijn veel filosofische theologen die weer met de aandacht voor nauwkeurig denken van Athene zich biddend richten op de Heer en het evangelie. Niet omdat denken beter is dan geloven, maar om beter te begrijpen wat je al gelovend aanbidt. Daarvoor grijpen ze natuurlijk ook terug op de bloeiperiode van die harmonie tussen geloof en denken, in het bijzonder de middeleeuwen. En zo ben ik dan bij mijn held: Duns Scotus. Duns Scotus leefde van 1266 tot 1308. Hij wordt de ‘meest subtiele’ denker genoemd. Met die subtiliteit dacht hij nauwkeurig na over bijvoorbeeld godsbewijzen, Triniteit en christologie en wij kunnen daar nog steeds ons voordeel mee doen. Dat heb ik geprobeerd te doen in mijn boek.
De indeling van het boek: Christologie en Verzoening
Zoals je vanuit de titel kunt verwachten is het eerste deel (H1-H6) gewijd aan de christologie. Christologie is het vak binnen de theologie dat vragen stelt als ‘hoe kan Christus alwetend zijn, dat kan toch niet? Maar hoe kon Hij dan bijvoorbeeld Natanaël onder vijgenboom hebben gezien?’ En: hoe is het mogelijk dat één Iemand, Christus, zowel een goddelijke
natuur als een menselijke natuur heeft? Duwt die goddelijke natuur die menselijke niet weg? Sneeuwt die menselijke natuur niet onder?
Het tweede deel is gewijd aan de verzoening. Vragen als: ‘kan dat wel, iemand anders straffen in plaats van de eigenlijke dader? Is dat wel rechtvaardig?’ Geloof ik zulk soort dingen dan niet? Jawel, in het hele boek start ik vanuit het
geloof zoals de wereldkerk het ons heeft overgeleverd. Zo hebben de grote concilies uitgesproken dat Christus waarlijk God en waarlijk mens is; de ‘twee-naturen leer’. De waarheid van die grote concilies stel ik voorop. Ik probeer alleen, in het voetspoor van Scotus en vele anderen, verantwoording van dat geloof af te leggen. Om beter te gaan begrijpen wat je zelf al mag geloven. En zo kun je ook kritische vragen beantwoorden: geloofsverantwoording.
Hier de hoofdstuk indeling:
H1: Triniteit
H2: Menswording
H3: Tegenstrijdige eigenschappen?
H4: Een dubbel intellect in Christus
H5: Twee willen in Christus
H6: Het eerste doel van de menswording: wat is het diepste motief achter de menswording?
H7: Duns Scotus over verzoening
H8: Exegetisch intermezzo
H9: Klopt dat wel, plaatsvervangend strafdragen?
H10: Een synthese: plaatsvervangende boetedoening
De uitgave is via internet te bestellen. Klik hier.