In de Geest van
Het overkwam me vorig jaar met Pinksteren. Ik liep op een festival met een kind van een jaar of vijf. Ik had haar een ijsje beloofd. Toen ineens was er een vliegtuig boven het feestterrein met reclame. ‘Wat is dat?’, vroeg ik aan het meisje. ‘Ik denk’, zei het kind aarzelend, ’dat dat witte het wasgoed is’. Ik moest er even om glimlachen. Alleen een kind kan dat bedenken. Een kind denkt: Hoe gaat dat thuis? Dan zal het daar in de lucht ook wel ongeveer zo toegaan.
Een kind denkt in de geest van thuis. Denken in de geest van; dat is de betekenis van het pinksterfeest. Christenen vieren bij het pinksterfeest de beschikbaarheid van de heilige Geest. Ze willen daarmee zeggen dat ieder mens gedrag van Christus kan overnemen. Je leeft in de geest van Christus.
We kennen allemaal de uitdrukking wel dat je in de geest van iemand anders iets doet. Een goede voetballer bij Twente, die een goede pass kan geven, voetbalt in de geest van Epi Drost of in de geest van Ellen Jansen uit Markelo. Iemand die met gevoel voor taal iets weet uit te drukken spreekt in de geest van Willem Wilmink. En iemand die niet op een euro kijkt om een ideaal te verwezenlijken handelt in de geest van Joop Munsterman. Je kopieert hun gedrag. Zo kan je zeggen: Iemand die de geest van God toelaat, doet dingen die God zelf aardig vindt.
Christenen spreken zelf overigens niet over beschikbaarheid van de geest, ze hebben het over een uitstorting van de heilige Geest. Ze willen daarmee zeggen dat de Geest royaal beschikbaar is. Lukas vertelt in het oorspronkelijke verhaal, dat Parthen, Meden, Elamieten, allemaal vol van de Geest raken. Ze horen het evangelie in hun eigen taal, letterlijk hun eigen dialect, ‘in oonze eigen modersproake’, vertaalt de Twentse Bijbel. Ook jij, beste luisteraar, kan er dus iets van hebben. Het betekent dat jij inspirerend overkomt bij andere mensen.
We leven in een tijd waarin de kerk een stapje terug doet. Maar de meeste mensen die weinig in een kerk komen, zeggen wel te geloven. En ze handelen er ook naar. Ze doen allerlei dingen in de geest van het evangelie. En ik weet wel zeker dat God daarom ook zijn Geest heeft gegeven.
Ik liep met een kind op een festival terug van de ijscokraam. Het vliegtuig cirkelde nog steeds boven ons in de lucht. ‘Waarom zou hij allemaal rondjes draaien?’ vroeg ik aan het kind. ‘Weet ik niet’, zei het kind. ‘Misschien’, zei ik ,’is de piloot zijn wasgoed kwijt en ziet hij niet dat het achter het vliegtuig hangt’. ‘Ja’, zei het kind, ‘of het wasgoed is nog niet helemaal droog’.