Volk en elite
Is de kerk een plek waar alle rangen en standen elkaar ontmoeten of ontbreken bepaalde groepen categorisch in de samenkomsten van de gemeente? Die indringende vraag kwam naar voren in het breed moderamen van de classicale vergadering van Overijssel-Flevoland. Aanleiding was de verschijning van het essay ‘Volk en elite’ van de voormalige rector van de Protestantse Theologische Universiteit prof. dr. Mechteld Jansen.
Mechteld Jansen betoogt dat er twee belangrijke groepen in de samenleving zijn te onderscheiden: aan de onderkant het volk en aan de bovenkant de elite. Tussen de twee groepen gaapt een kloof, de communicatie is behoorlijk verstoord. Mechteld Jansen ziet het als roeping niet mee te gaan in het wantrouwen dat tussen de twee groepen bestaat. Ze wil juist op zielsniveau verbindingen leggen. Het geloof in God kan de ene groep met de andere groep verbinden. De viering is een manier om allen bij elkaar te brengen. Ze maakt daarbij een vergelijking naar de ijsbaan, waar ook rijk en arm elkaar spreekt.
Verschillende leden van het breed moderamen stelden vast dat hun eigen gemeente vooral uit middengroepen bestaat. Noch de intellectuele elite, noch de authentieke arbeiders zijn massaal vertegenwoordigd. Vooral HBO-ers en in sommige gemeenten vaklieden met middeninkomens zijn in de kerkbanken te vinden. ‘We zijn in de negentiende eeuw nogal wat arbeiders kwijt geraakt’, zei één van de predikanten, ‘en in de twintigste eeuw veel mensen uit de elites’. ‘Wij verkeren vooral in kringen met andere HBO-ers en ik heb er weinig zicht op wat er in andere kringen van de samenleving gebeurt’, zei een ambtsdrager. ‘De profielschets waarop ik werd beroepen’, zei een predikant, ‘gaf het getuigenis dat er niet vele wijzen en niet vele aanzienlijken in onze gemeente wonen’.
Criteria
Het gesprek ging verder over de vraag welke criteria je hanteert om volk en elite te onderscheiden. Mechteld Jansen noemt er twee in haar essay: opleiding en vermogen. Er zijn er meer te bedenken: inkomen, de vraag of je één- of tweeverdiener bent, de vraag of je digivaardig bent of digibeet. Het kan best zijn dat je op een criterium afgerekend bij de elite hoort en bij een ander criterium bij de onderkant. Een predikant bijvoorbeeld hoort qua opleiding bij de elite, maar qua inkomsten blijft hij of zij achter bij vele andere academisch geschoolden.
Mensen die aan de onderkant zijn groot geworden, hebben niet alleen minder mogelijkheden hun vleugels uit te slaan in de samenleving, ze zijn vaak dermate in beslag genomen met het dagelijks onderhoud, dat de moraal daar mede door wordt ingekleurd. Goed en kwaad krijgen een utilitaire toonzetting: wat werkt, is goed. Mensen die ruimer in de financiën en tijd zitten kunnen zich een ethiek veroorloven waarin vragen naar goed en kwaad een meer ethische doordenking krijgen.
De leiding van de kerk staat steeds weer voor de vraag naar de toonsoort die gezocht moet worden om de verschillende groepen te bereiken. Het volk vraagt vaak eenvoudige meeslepende muziek; elites kunnen een theologische doordenking en een liturgische toonzetting waarderen.
Jezus zelf stond voor de uitdaging die groepen aan te spreken. Aan de ene kant zie je compassie voor het volk, dat zonder herder zo stuurloos is. Aan de andere kant wijst hij hooggezetenen terecht, van farizeeër tot rijke tollenaars. Zacheüs moest zelfs letterlijk uit de boom naar beneden komen.
Beeldend kunstenaar
Ds. Liekele Hoekstra uit Nieuwleusen verzorgde een opening, waarin hij aansloot bij de vraagstelling ‘elite en volk’. Hij wees op de moeite die er in rooms-katholieke kring bestaat om als bisschoppen herkenbaar te blijven voor wat parochianen wensen. Hij sprak waarderend over de protestantse kerk waar pioniers ruimte krijgen om experimenten aan te gaan, op zoek naar de beleving en de respons van het volk.
Liekele Hoekstra vertelde hoe het werk van beeldend kunstenaar Wout Herfkens hem inspireerde. Herfkens, zelf atheïst, is onder de indruk van de christelijke traditie. Hij betreurt het dat de seculiere samenleving zo gemakkelijk afscheid neemt van Christus. Hij besloot daarom Jezus van het kruis te halen om hem een rustige plaats te geven in een bed. Liekele Hoekstra heeft zich laten inspireren door dezelfde drang om Christus te verzorgen in plaats van hem te laten lijden onder de secularisatie.
Liekele Hoekstra refereerde aan bijbelteksten, zoals de tekst van de Barmhartige Samaritaan, die de pijnlijdende medemens naar een herberg brengt. Liekele Hoekstra struint inmiddels zelf rommelmarkten af en koopt crucifixen; hij haalt de Christus van het kruis en geeft het een plek van waardering en respect.
Israël
De werkgroep Kerk en Israël was te gast in het breed moderamen. Ds. Reinier Gosker (IJhorst-De Wijk) en ds. Remko Veldman (Balkbrug) vertelden over de plannen van Kerk en Israël. Steeds meer classes bieden hiervoor ruimte. In Overijssel-Flevoland is er een focus op het bereiken van predikanten en pastores die minder vertrouwd zijn met de Joodse achtergronden van de Schrift.
Het breed moderamen bereidde de verkiezingen voor die in de eerstvolgende classicale vergadering moeten worden afgerond. Er werd gesproken over grensoverschrijdend gedrag. En het thema kwam aan de orde van gemeenten die nauwelijks initiatieven nemen om het beroepingswerk af te ronden.
Foto: boven ds. Liekele Hoekstra toont de crucifixus cum respectu
Foto:onder ds. Reinier Gosker en ds. Remko Veldman