Foto: een vrije associatie (archieffoto)

Twintig gemeenten in Overijssel-Flevoland groeien tegen de secularisatie in
 
 
Hoewel het ledental van kerkelijke gemeenten in Overijssel-Flevoland terugloopt, zijn er ook gemeenten die tegen de trends in blijven groeien. In Overijssel-Flevoland gaat het om 12 procent van de gemeenten die groei doormaken. Dat blijkt uit analyse van de cijfers die de Protestantse Kerk in Nederland bijhoudt. Het gaat om cijfers van 2024.  
 
De groei is te vinden in gemeenten met een sterk profiel; ze zijn uitgesproken hervormd of gereformeerd. Groei is er ook in nieuwbouwwijken en gemeenten met demografische groei. De lijst van groeiers bestaat uit twintig (wijk)gemeenten. Het gaat om de volgende lijst. Daarbij zij aangetekend dat een kleine gemeente bij groei al snel een hoger percentage heeft dan een toch al grote gemeente:  
 
1. Hervormde gemeente te Emmeloord 
2. Hervormde gemeente te Urk  
3. Protestantse gemeente te Oldemarkt 
4. Wijk 2 van de hervormde gemeente te IJsselmuiden 
5. Hervormde gemeente van bijzondere aard te Vriezenveen  
6. Gereformeerde Kerk te Kamperveen  
7. Protestantse gemeente te Kraggenburg  
8. Gereformeerde Kerk te Genemuiden  
9. Gereformeerde Kerk te Urk  
10. Jeruzalemkerk van protestantse gemeente te Zwolle  
11. Wijkgemeente 5 van de hervormde gemeente te Rijssen 
12. Hervormde gemeente te Rouveen / Staphorst   
13. Wijkgemeente 1 van de hervormde gemeente te IJsselmuiden 
14. Wijkgemeente 3 van de hervormde gemeente te Rijssen 
15. Hervormde gemeente te Wilsum  
16. Hervormde gemeente te Mastenbroek  
17. Hervormde gemeente te Kamperveen  
18. Gereformeerde kerk te St. Jansklooster  
19. Protestantse gemeente te Deventer  
20. Hervormde gemeente te Hasselt  
 
Uit de sterke positie van de genoemde gemeenten laten zich drie algemene adviezen destilleren. Groei heeft te maken met nieuwbouw en demografie, met een duidelijk profiel van de gemeente en met sociale cohesie.  
 
Het is in het algemeen niet voldoende om aan te nemen dat mensen uit de nieuwbouwwijk blijkbaar hun weg wel vinden naar de kerk. Je bent geneigd die conclusie te trekken als je ziet dat enkele gezinnen de stap maken. Het is anders. Het is juist wijs om missionaire inspanningen op zo’n nieuwbouwwijk te focussen. Om binnen een week na een verhuizing je visitekaartje al af te geven, omdat dan de essentiële beslissingen al worden genomen. In het bedrijfsleven leer je je energie te richten op je ‘sterke producten’, dat wat al potentie heeft moet je ook extra aandacht geven. Dus als je vrijwilligers hebt die mensen willen bezoeken, niet als eerste inzetten op de oude wijken, maar juist op de nieuwbouw.  
 
Uit het feit dat gemeenten met een duidelijk profiel het goed doen, vloeit de suggestie voort om een aanbod aan mensen niet al te vrijblijvend van karakter te maken. Niet ‘u kunt dit en dat overwegen’. Nee, met kracht positioneren: ‘Wij zijn hierop aanspreekbaar en bieden dit en dat aan’. Tegen al te terughoudende communicatie dus best sturende en ponerende informatie.  
 
De sociale cohesie in verschillende top-20-gemeenten leidt tot de aanbeveling ieder gemeentelid toe te rusten in een sociale open houding. Het empathisch vermogen te scherpen. En daarbij het vermogen de context van kerk en geloof onder woorden te brengen. Hoe contactvaardiger gemeenteleden bij de koffie zijn, hoe meer mensen zich zullen thuisvoelen, die wat aan de kant van het gemeentelijke leven staan.  
 
Dalers 
 
Ook de cijfers van de gemeenten die met dalende cijfers te maken hebben, zijn verder geanalyseerd. De gemiddelde teruggang qua leden is in de Protestantse Kerk 3,1 procent op jaarbasis. Voor dit onderzoek zijn de cijfers tegen het licht gehouden van gemeenten in Overijssel-Flevoland die met 5 procent of meer hun ledental zagen dalen. Het gaat om 24 van de 171 gemeenten, dat is 14 procent.  
 
Gekeken is naar de historie van de gemeenten die meer dan gemiddeld in ledental zijn gedaald. Er blijken vier opvallende factoren te zijn die verschillende gemeenten delen:  
1. Enkele gemeenten waar de predikant opvallend lang staat blijken meer dan gemiddeld in ledental terug te vallen;  
2. Enkele gemeenten zonder predikant, waar de vacature langer aanhoudt, blijken meer dan gemiddeld terug te vallen;  
3. Gemeenten die met een ingrijpende reorganisatie te maken hebben, een fusie of een samenwerking die de identiteit laat verzwakken, ziet ook dat mensen zich uitschrijven;  
4. Op plaatsen waar een twist is geweest, blijkt men de schade niet alleen emotioneel te moeten verwerken, maar zie je ook mensen uit de kerk stappen uit ergernis.  
Er zijn ook gemeenten die dalen, waarbij de verklaring onduidelijk is. Je kan alleen maar gissen. Of het nu gaat om toeval of om een opschoning van een bestand, we kennen de oorzaak niet.  
 
Omvang gemeenten 
 
De omvang van de gemeenten verschilt in Overijssel-Flevoland. Als je de gemiddelde omvang neemt, kom je op een totaal van 1452 leden per gemeente. Zo’n 14 procent (18) telt meer dan 3000 leden; 31 procent (40) liggen tussen de 1000 en 2999 leden; 40 procent (53) heeft tussen de 301 en 999 leden; 12 procent (16) heeft tussen de 100 en 299 leden.  
 
Tot de tien grotere gemeentes in Overijssel-Flevoland moet men rekenen:  
 
1. Protestantse gemeente te Zwolle  
2. Hervormde gemeente te Rijssen  
3. Protestantse gemeente te Hardenberg 
4. Protestantse gemeente te Kampen  
5. Hervormde gemeente te Vriezenveen  
6. Gereformeerde Kerk te Urk  
7. Protestantse gemeente te Nijverdal  
8. Protestantse gemeente te Dronten  
9. Protestantse gemeente te Enschede  
10. Protestantse gemeente te Dalfsen  
 
Het valt op dat grotere gemeenten relatief vaker onder de gefuseerde gemeenten te vinden zijn.  
 
Wat de tien kleinste gemeenten betreft valt op dat de meeste een eigen kerkgebouw hebben. Met andere woorden: Het kerkgebouw blijkt de gemeente bij elkaar te houden. De gemeenten kenmerken zich door veel sociale cohesie. Met vijf van de tien kleine gemeenten voert de classis overleg om een vlucht naar voren te nemen; er wordt gekeken of de gemeenten een krachtig bestuur kunnen vinden door verdere samenwerking. Een deel van de gemeenten werkt daarin zelfstandig en probeert in het kader van de samenwerking met dorpsbelang tot een verdere veiligstelling van de organisatie in de toekomst te komen.