Bijdrage ds. Trinette Verhoeven

Het is een rare tijd, zeg ik vaak. En ik lees het ook overal. In een korte tijd is het een cliché geworden. Maar is het ook zo’n rare tijd? Of leefden we al in een rare tijd en wordt dat onder druk van corona goed zichtbaar.

 

Als classispredikanten bellen we iedere dag een paar collega’s. Zo krijgen we een aardig beeld van wat er in gemeenten aan de hand is. Een rare tijd. Gemankeerd gemeente – zijn.

 

Ik noem drie verhalen: een zorgelijk verhaal. Houden we de gemeenschap vast.

Een enthousiast verhaal. Steeds meer mensen haken digitaal aan.

En een uitdaging: hebben wij een boodschap voor de wereld

 

  1. Het zorgelijke verhaal

 

Hier en daar zijn weer gemeenten begonnen dienst te doen met 30 mensen. Maar er is nog geen grote toeloop. Ik hoorde van een gemeente waar er 2 mensen zich aanmeldden. Maar ook elders blijft de teller regelmatig steken. Wat is er aan de hand? Durven mensen niet? Of is de loop eruit?

 

In veel gesprekken met collega’s gaat het daarover. Collega van der Kamp sprak over 40%, en in Utrecht gaat het zeker om zo’n percentage van collega’s die hun angst uiten dat de secularisatie versneld zal worden door de crisis. Mensen die toch al niet zo vaak kwamen. Zullen die nog terugkomen. Of hebben ze een nieuwe invulling voor de zondagmorgen gevonden?

 

Een rare tijd. Nee. Er zijn een aantal trends in onze maatschappij: secularisering is er een van. We hebben allemaal met kerkverlating te maken en vermindering van de waarde van religie in het publieke domein. Waarom sprak Rutte aanvankelijk helemaal niet over de kerk als het ging om nieuwe maatregelen? Waarom werden kerken wel als superspreaders aangewezen, terwijl dat later helemaal niet zo bleek te zijn.

 

Dat is het zorgelijke verhaal.

 

  1. Het enthousiaste verhaal

 

Maar er is ook een ander verhaal. Van bijna alle gemeenten die op onlinediensten over zijn gegaan, hoor ik dat er meer luisteraars en kijkers zijn dan ooit kerkgangers op zondag in de kerk.

 

Naast secularisering is er ook sprake van digitalisering en globalisering in de maatschappij. En op die trend lijken we een antwoord te vinden. Wij hebben als gemeenten massaal het internet gevonden.

 

Ik geloof dat we daarmee een belangrijke stap gezet hebben.

 

Sommigen zeggen het is surrogaat. En natuurlijk dat hoor ik terug. Mensen missen de gemeenschap. een onlineviering lijkt niet op een ‘echte’ viering. Echt tussen haakjes. Want wat is echt? Ik hoor dat mensen die de drempel virtueel over gegaan zijn, die we met onze fysieke kerkdiensten nooit bereikten.

 

In Trouw verscheen een artikel over online vieringen waarin twee mensen geïnterviewd werden: prof. De Roest, 60.  Hij is uiterst negatief over de onlinevieringen. Naast hem wordt een 38 jarige onderzoeker, van den Hemel, gevraagd naar zijn reactie. Hij is niet zo negatief. “Niet alles wat virtueel is, is alleen kil of afstandelijk. Het is niet per se minder intiem, maar het is wel een uitdaging om een manier te vinden dat de emotie ook digitaal gevoeld kan worden. De religieuze tradities zelf kunnen daarbij inspiratie bieden. De anglicaanse en katholieke kerken herontdekken bijvoorbeeld de ‘geestelijke communie’ waarbij de eucharistieviering virtueel bijgewoond kan worden en de gelovige in gebed vraagt of het sacrament geestelijk ontvangen mag worden. Daarmee wordt de gelovige actief betrokken.”

 

Is hier een generatie aan het woord, die we maar moeizaam bereikten? En wat betekent dat?

 

Ja, digitalisering en globalisering hebben er voor corona toe geleid dat onze lokale gemeenschapsvormen afbrokkelden. Bovendien zagen we dat er pluralisering optrad. Mensen kregen de mogelijkheid om hun eigen geloofsvormen te construeren, een samenstelling van brokjes traditie, geloof en ritueel. Omdat we amper op internet aanwezig waren, waren we ternauwernood een speler in deze ontwikkeling. Dat is veranderd. de kerk is aanwezig, te vinden voor wie zoeken naar geestelijk voedsel.

 

Er zijn mensen die zeggen dat een crisis leidt tot verandering. Ik denk dat het jammer zou zijn als wij terug zouden gaan naar het ‘oude normaal’. Het zou goed zijn als we onze aanwezigheid op het internet zouden kunnen behouden en misschien wel zouden kunnen uitbreiden. Dat zal veel vragen. En misschien kunnen we ook in clusters van gemeenten daarover nadenken. We hebben zeer verschillende mogelijkheden. Niet alle gemeentes hebben de apparatuur, ook al sta ik soms versteld waartoe gemeenten soms zijn overgegaan. Er is ook nog veel te leren.

 

Niet omdat het internet heilig is maar omdat we een boodschap hebben.

 

  1. Een opdracht

 

Wat ontdekken mensen vandaag? Ze ontdekken dat zorg ondergewaardeerd is, dat onderwijs er maar bekaaid afgekomen is. Geld en macht worden in een nieuw licht gezien. Wat blijft er over van de heersende moraal?

 

En ik citeer uit nog een interview uit Trouw met Jan Rotmans over de overgangssituatie waarin we zitten.

 

De interviewer vraagt

Wat is de essentie van die grotere transitie?

“We hebben een behoorlijk harde samenleving gecreëerd met z’n allen, op basis van knalharde afrekenwaarden. Efficiency, rendement, effectiviteit... Koude, kille, masculiene waarden. Daarin zijn we doorgeslagen. “Dat zie je nu aan het ontbreken van buffercapaciteit bij veel bedrijven die door Covid-19 meteen hun hand moeten ophouden bij de overheid. Zo’n knalharde omgeving is niet goed voor ons. Het maakt ons soms letterlijk ziek.

“Niemand wil alleen maar efficiënt behandeld worden. Je wilt liefdevol behandeld worden. En dat is een waarde die in het tijdperk dat voor ons ligt zal domineren. De mens komt weer centraal te staan. In de zorg, in het onderwijs, overal.

De  mens komt weer centraal te staan, zegt hij. Vanuit het evangelie hebben wij daar een hele bijzondere kijk op.

Ik citeer uit Titus 3: 3 Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar. 4Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden 

 

Mensenliefde. Als wij toch eens in staat waren om de nood van deze tijd te verbinden met het verhaal van het evangelie. Ik denk dat we op die manier iets moois zouden kunnen doen voor deze wereld.

 

De visienota van onze kerk die onlangs werd aangenomen zegt: gevestigde gemeenten zoeken naar nieuwe wegen om in hun context  midden in het leven te blijven staan.

 

Voor mij heeft de coronacrisis geleerd dat wij niet bang zijn in het midden van het leven te durven staan. We kunnen de uitdaging aan.

 

 

Trinette Verhoeven, juni 2020