60 dagen
Zestig dagen duurt het kerkasiel in Kampen. Vader Alexander en moeder Karina Babayants wonen met vier kinderen in de kerk het Open Hof. Ze hebben een kamer in t’oude jeugdhonk. Ze slapen er met zijn zessen in één ruimte. Ze mogen niet naar buiten. Ze horen bij de kerkdienst, die 24 uur per dag doorgaat. Daardoor kan de overheid ze niet oppakken.
Het gaat me aan het hart, als ik aan de kinderen denk. Dat je zestig dagen opgesloten zit in een gebouw. Dat is de coronacrisis in het kwadraat. Geen contacten op het voetbalveld. Geen tochtje naar de bibliotheek. Alleen het gejengel van je zusjes en broer. En dat voor pubers, die toch al zo nusterig kunnen doen.
Ik hoorde van het kerkasiel nadat de kerkenraad het besluit genomen nam om de Oezbeekse familie op te vangen. Ik was blij dat men mij achteraf belde. Dan hoefde ik ze niet te waarschuwen. En geen vragen te stellen als: ‘Is Oezbekistan dan zo gevaarlijk?’, hoewel ik pas gezien heb dat Oezbekistan 25ste staat op de lijst van Open Doors waar christenen worden vervolgd. De keus was: ‘Doe je mee om 24 uur lang het gebed gaande te houden’. En dan denk ik: Kan je dat gebed weigeren als het is om kinderen te helpen, die in Nederland zijn geboren en ongelukkig worden als je ze met wonder en geweld weg stuurt?
Het voelde als het verhaal van de barmhartige Samaritaan. U kent dat misschien wel. Het gaat over een gewonde man die langs de kant van de weg ligt tussen Jeruzalem en Jericho. Er komt een priester voorbij. Er komt een leviet voorbij. Zij doen niets. Ze denken misschien wel: Als we deze gewonde man helpen en we komen met bloed in aanraking zijn we onrein, dan kunnen we geen dienst meer doen in de tempel. Alleen een Samaritaan helpt. Jezus stelt de vraag: ‘Wie is de man tot naaste geworden? Wie heeft hem echt in de ogen gekeken?
Het gaat ook nu om die ene vraag: Ben ik bereid iemand die om hulp vraagt in de ogen te zien? Zou Pieter Omtzigt dat doen? Hij is toch de man die zegt: ‘Er is meer dan de dode letter van de wet’. Zou Caroline van der Plas dat kunnen? Zij heeft met haar Overijsselse inburgering toch het woord ‘naober’ leren spellen?
De partijen in de Tweede Kamer hoeven er hun nek niet voor uit te steken. Want minister Faber heeft al maatregelen afgekondigd om asielprocedures in de toekomst sneller te laten verlopen. Dan krijgen baby’s geen kans meer om herinneringen in Nederland op te bouwen. Je zou de 300 kinderen die hier geboren en getogen zijn, de laatste van een generatie kunnen noemen. Misschien moeten we één keer de hand over het hart strijken.