Derasja voor sjabbat Jitro, zaterdag 26 januari 2019


- Tekst uitgesproken door Bert Oude Engberink in synagoge Haaksbergen - 

Vandaag is het een sjabbat waarop veel zaken bij elkaar komen, wereldwijd in het Jodendom, maar ook hier, bij de LJG Twente.

Wanneer wij bijeen komen hebben we er altijd een prettig gevoel bij. Eigenlijk zouden we elkaar wel vaker willen zien. Maar afgelopen dinsdag overleed onze fijne vriendin op afstand, Aviva Nijburg, rabbijn Albert’s echtgenote.  Die vreselijke ziekte ALS heeft de laatste paar jaar steeds meer van Aviva’s leven overgenomen en uiteindelijk was de ziekte sterker dan Aviva. Met 67 jaar. Donderdag is ze onder grote belangstelling begraven in Den Haag. Een flinke delegatie van onze kille is daar bij geweest. Dank jullie wel. Tehie nafsjota tseroera bitsroor hachajiem. Moge haar ziel gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven.


Precies vandaag lazen we in de sidra Jitro over de ontvangst van de esseret hadibrot, de tien uitspraken, in de volksmond hier gewoon de tien geboden genoemd. Het grote, in Joodse ogen misschien wel het grootste momentum op aarde tussen God en de mens. De hele bevrijding uit Egyptische slavernij, gevolgd door de uittocht uit Egypte, de doortocht door de Rietzee en de tocht door de wildernis, culmineert in het moment van vandaag – de openbaring op de Sinaï, de ontvangst van de Wet. Het schouwspel was voor de aanwezigen zo indrukwekkend, dat ze Mosjee na het horen van de eerste klanken verzochten de berg maar op te gaan en in zijn eentje daar op de top de rest van de Wet op te halen. 


Wat we vandaag niet meer lezen is, dat de herinnering aan dit moment danig werd verstoord door het debacle van 40 dagen later, bij de terugkeer van Mosjee met de sjenei loechot habriet, de twee stenen tafelen  – de dans om het gouden kalf. Ook wij als volk zijn goed in staat een feestje te versjteren.


Vandaag ook, lopen de beide kalenders – de Joodse en de algemene – zo langs elkaar dat we nu in wezen bij de vooravond van de ‘Internationale Herdenkingsdag voor de Slachtoffers van de Sjoa’ zijn aangekomen. Morgen wordt in vele landen wereldwijd, ook in het Wertheimpark in Amsterdam, de bevrijding van het kamp Auschwitz door het Rode leger herdacht. Voor ons Joden hier ver weg in galoet is dit veelal niet zo’n grote en imposante dag; hier gedenken we immers toch vooral op 4 mei al onze doden en hebben we op onze eigen kalender op 27 niesan Jom haSjoa, dit jaar op 2 mei. Voor ons is de ervaring dat we dagelijks al worden herinnerd aan hoe 75 jaar geleden in bijna heel Europa onze families, onze vrienden en bekenden, onze omgeving, onze instellingen en onze culturele erfenis werden vermoord, weggevaagd, vernietigd. Hoe de weinige overlevenden, inmiddels de generatie van onze opa’s en oma’s, geknakt en als een schim van voorheen verder door het leven moesten. Hoe weeskinderen van toen vaak dagelijks moesten tonen hoe dankbaar ze toch wel waren. Niet opvallen en hard werken. En dat je blij moest zijn, want je had geluk gehad. Geluk!  Nog steeds is het elke dag een beetje Jom Hasjoa voor ons. Zie ons hier: kille koudesj Or Chadasj Twente. Van Utrecht tot Bad Bentheim, van Emmen tot Aalten komen we bij elkaar voor ons Jodendom. En in sjoel Enschede is het al niet anders. Vroeger was deze sjoel gevuld met Joden uit Haaksbergen, want ieder dorp van Scheveningen tot Schernowitsch en van Narvik tot Corfu had zijn eigen sjoel, groot of klein.


Op 21 januari 1943 ontruimden de Duitsers met een waanzinsoperatie het grote en unieke psychiatrische ziekenhuis Het Apeldoornse Bosch. Wel 1350 mensen werden afgevoerd om ver weg in Polen te kunnen worden vermoord. Aanstaande maandag wordt deze gruweldaad weer herdacht. Opdat deze slachtoffers, patienten en verplegend en overig personeel, die soms al zo ver van de samenleving hun leven leidden, weer in herinnering kunnen worden teruggehaald.  Theo – voor jou en Donald alle koved voor de organisatie.


En die grootse Joodse gemeenschap in Pilsen in Tsjechië, waar maar liefst vier bruisende joodse gemeenten bestonden, werd weggevaagd. Een van hun sefers lag aan de basis van het ontstaan van onze kille. Tussen 17 en 26 januari 1942 werden 2605 Joden uit Pilsen en omgeving in drie transporten naar Theresienstadt gedeporteerd. 2092 mensen werden er vermoord voordat het Rode leger dat kamp bevrijdde. 204 Pilsener Joden overleefden de grote moord. Er werd één joodse gemeente heropgericht, die nog steeds bestaat, maar de grote sjoel, tot 1988 in gebruik, derde in grootte van Europa, is nu een museum. Voor hen is jizkor gezegd.


En toch zijn we er. We hebben sinds 1945 ons leven weer opgebouwd. Klein en hecht, met gevoel van verwantschap met en verantwoordelijkheid voor elkaar. Wij met goede banden met de Joodse gemeente in Enschede. Met zorg voor onze traditie en vertrouwen in onze toekomst. Met liefde voor klal Jisrael – de internationale gemeenschap van ons volk, met passie voor de staat Israël, waar het begin van onze verlossing ontluikt. Want hoe goed we het hier ook hebben – Israël is onze Joodse levensverzekering, onze polis die geldig is sinds 1948. Een land waar veel fout gaat, we worden er dagelijks door de journalistiek op gewezen, maar waar ook heel veel goed is. Excellent. Een centrum voor wetenschap en techniek, het brandpunt voor hedendaags Joods denken en een groene oase in een dorre, dorre woestijn.


We vierden afgelopen week het mooie feest Toe Bisjewat. Het nieuwjaarsfeest der Bomen. Het feest ter ere van de vernieuwing van de natuur. Omdat we nu weer uitzien naar de opbrengsten van onze fruitbomen en heesters. We vierden de natuur, het genot van wijn en fruit, en ons levensonderhoud. We vieren al onze feesten met overgave, want die sterken ons in ons bestaan.


We zijn blij met iedereen die hier vandaag in sjoel is. Maar een beetje speciaal blij worden van het bezoek van de voor ons zo bekende en goede vriend Reinier Gosker, al zoveel jaren verbonden met ons als secretaris van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, en, Reinier, jouw collega, de oud-secretaris van de Raad van Kerken Nederland, Klaas van der Kamp, nu de nieuwe classis-predikant van de classis Overijssel – Flevoland van de Protestantse Kerk in Nederland. Het doet ons deugd, Klaas, we tutoyeren toch? je te kunnen ontmoeten hier in onze fijne sjoel. En we kunnen je ook aanraden op sjoelenpad te blijven gaan om het pluriforme Nederlandse Jodendom van nu te leren kennen van binnenuit, en ons Joden met jou kennis te laten maken. Want het Jodendom vinden we niet alleen in Haaksbergen, in Asjkelon of Naharia, om jouw meditatie aan te halen, maar ook in Enschede, in Almere, in Zwolle en in Raalte. Deze week was het bij de kerken in Nederland ‘de Week van het Gebed voor de Eenheid van de Christenen.’ Het signaal dat je afgeeft door nu in deze week OOK het Jodendom te bezoeken is een heel sterke. Hoewel we theologisch en praktisch sterk van elkaar verschillen, delen we ook veel. Vanuit jouw positie neem je deel binnen de protestantse kerk aan de discussie die nu loopt over die onopgeefbare band met het Jodendom. Toen ik dit typte verscheen er een rode streep onder het woord onopgeefbare, want Words kent het niet. Nog niet. Words wilde het woord ‘onopgeefbare’ vervangen door ‘onopzegbare.’ En toen dacht ik dat hier eigenlijk alles mee is gezegd. Met dank aan Words. Behalve de vele eeuwen die wij gezamenlijk achter ons hebben liggen, kunnen we constateren dat we in deze toenemend seculariserende wereld steeds meer vanuit die bijbel gezamenlijk zullen moeten optrekken, ons bewust van de vele accent-verschillen.


Te theologisch wil ik hier niet zijn, en wil ik me als buitenstaander zeker niet mengen in een interne discussie bij anderen thuis. We willen je wel onze boodschap meegeven. Een die zegt dat we ons, sinds de protestantse kerken deze formulering in de kerkorde hebben opgenomen, heel goed hebben gevoeld. En begrepen en gewaardeerd en gelijkwaardig en nodig. Want tussen Christendom en Jodendom bestaat een speciale band, die er met de andere wereldreligies niet is. Niet dat zij minderwaardiger zouden zijn. Want hoe verschillend wij over allerlei zaken ook kunnen denken; onze basis is dezelfde. Het boek, de Tenach, waaruit we vandaag lazen uit Sjemot en uit Nechemja, dat ontvingen we, en ‘we’ is iedereen hier aanwezig, dat ontvingen we samen aan de voet van die berg de Sinaï. Want niet alleen de generatie die daar in de dagen van Mosjee bij de voet van de berg stond ontving de Thora; de zielen van allen die zich in de eeuwen daarna voor de Thora openstelden stonden daarbij. En van de  Thora is er maar één en die is uniek en onveranderlijk. Maar de uitleg verandert van generatie op generatie en van regio tot regio en van stroming tot stroming. Daarom zijn er zo vele wegen in het Jodendom en in het Christendom. Omdat we sinds eeuwen geaccepteerd hebben dat we in de interpretatie vrijelijk mogen nadenken en discussiëren. En dat die interpretatie heel breed is. Ook hen die wij niet kunnen volgen, persoonlijk moet ik nu aan die wereld van de Nashville-ondertekenaars denken, staan in die traditie. In Nechemja lazen we nog: ‘De Levieten lazen het boek met de Wet van God duidelijk voor en gaven er uitleg bij; zo verschaften ze inzicht in het gelezene.’ Al in de dagen van Ezra en Nechemja werd dus duidelijk door de vele leraren contemporaine uitleg gegeven over wat er in Tenach te lezen staat. Zij die met de bijbel leven zijn niet versteend, omdát de Thora aanzet tot levend geloven.


Ook vandaag waren wij er weer bij. Ook weer vandaag hernieuwden we ons verbond met God en met onze profeten en met onze voorouders die daar aan de voet stonden van de Sinaï. Wie weet hoe zij daar toen al vooruitkeken naar wie er na hun zouden komen, zoals wij ook wel eens nadenken over de generaties na ons, zelfs hier in Haaksbergen. Want wij geloven wel in een Joodse toekomst in Twente. Profeten zijn wij niet; maar wel dromers. Ik citeer je, Klaas: ‘En al die tijd zijn we samen net als Abraham en Sarah, vreemdelingen en bijwoners, paroikos, ‘resident aliens’, op aarde.’ Wanneer wij wat mee willen geven aan hen die na ons zullen komen is de beste onderwijzing het goede leven voor te leven, te gaan zoals we gaan, opdat wij een voorbeeld kunnen zijn voor hen die ons zijn toevertrouwd. Hier wil ik het bij laten.


Sjabbat sjalom