Foto: Poster bij de tijdelijke tentoonstelling in Kampen, die ruim een maand voorafgaand aan het kerkasiel werd geopend
Mensen op drift in Stedelijk Museum te Kampen
‘Ongeschoren, bestoft, verwaarloosd in kleding, met versleten schoeisel, sommigen op pantoffels, enkelen op één schoen voortsukkelend’. Zo beschrijft de Kamper Courant van 10 oktober 1914 de stroom vluchtelingen die heil zocht in de Hanzestad. Noem het toeval of niet, juist in de periode dat Open Hof kerkasiel verleent aan de familie Babayants is er in het Stedelijk Museum in Kampen een tentoonstelling over vluchtelingen die vanaf 1914 veiligheid hebben gevonden binnen de Kamper poorten.
Foto: De vluchtelingen bestonden deels uit burgers, en ook voor een deel uit militairen
In 1914 waren dat de Belgen. Een lange stroom van gevluchte militairen kwam over de Stadsbrug Kampen binnenlopen. In oktober 1914 vluchtten Belgische militairen en burgers massaal voor het Duitse oorlogsgeweld naar Nederland. Er belandden 2000 vluchtelingen in de stad, die in die tijd ongeveer 20.000 inwoners telde. Eén op de tien mensen was dus een vluchteling.
Foto: Koen Broucke schilderde de brug uit 1878 als poort naar de veiligheid
De Belgische kunstenaar Koen Broucke (geboren in 1965) volgde de sporen van zijn landgenoten richting Kampen en maakte er diverse schilderijen bij. Daarbij beperkte hij zich niet tot de Belgische vluchtelingen in 1914. Hij verwerkte ook de vlucht van andere slachtoffers, sommigen waren bekend, zoals Sergei Rachmaninov (musicus) en Stefan Zweig (schrijver). Anderen waren minder bekend zoals Yana Popova uit Oekraïne en Asmara Tewelde uit Eritrea.
Foto: de militairen verveelden zich en doodden de tijd door te vissen
Broucke schildert regelmatig de brug van Kampen als een poort naar een veilige haven. Hij bracht de oude brug in beeld uit 1878 waarover de Belgen de stad binnenstroomden en ook de versie met de gouden koepels die je vandaag kan bewonderen.
Foto: de Panorama publiceerde links een hele pagina over de vluchtelingenopvang in Kampen
De verhalen van de vluchtelingen zijn onder meer bewaard gebleven dankzij het oorlogsdagboek van Hélene Debeen-Govers. Een handgeschreven exemplaar van haar is in het Stedelijk Museum te vinden. Net als nu waren er onder de vluchtelingen in 1914 verschillende kinderen. Een deel van hen belandde in het Burgerweeshuis. Een speciaal comité bracht speelgoed en kleding bij elkaar voor hen. De Kamper Courant plaatste op 12 september 1914 een advertentie en riep inwoners in om tegen een klein vergoeding burgervluchtelingen in huis op te nemen. Het tijdschrift Panorama publiceerde in januari 1915 een groot artikel over de opvang in Kampen.
De vluchtelinge Yana Popova (1995) uit Oekraïne
Het Stedelijk Museum maakt een vergelijking van de aantallen toen en nu. In 1914 was 10 procent van de inwoners vluchteling, met name uit België. Op dit moment is 1 procent van de inwoners vluchteling, met name uit Oekraïne.
Foto: Ook in 1914 was het onzeker wanneer de opvang van vluchtelingen voorbij zou zijn; achteraf bleek na een jaar ongeveer 90 procent weer richting België te zijn vertrokken
De parallellen tussen 1914 en het kerkasiel nu zijn macaber. Er is publieke discussie, er is grote bereidheid om geld en goed te geven om de mensen te helpen en er is de onzekerheid over de afloop. Het museum heeft een herdenkingsbord tentoongesteld met het opschrift ‘Onder de Oranjeboom is geen gevaar’, en daarbij staan jaartallen: 1914 – 191? Want niemand wist toen en nu wanneer de dreiging zou worden opgeheven.
Foto: Koen Broucke schilderde de bootvluchtelingen
Foto: de brug heden ten dage
Foto: Hélene Govers - Debeen, vluchtelinge uit België, maakte dit beeld van Onze Lieve Vrouwe