Relatief financieel krachtige gemeenten in Overijssel-Flevoland
De classis Overijssel-Flevoland behoort bij een relatief gunstige regio. Door de bank genomen gaat het om solide kerkelijke gemeenten, waarvan de meeste in de categorie vallen zonder directe problemen. Dat zei Henk Janssen, voorzitter van het college voor de behandeling van beheerszaken (ccbb) tijdens de digitale classisvergadering op 16 februari.
De classis sprak over het jaarverslag van het ccbb. Henk Janssen gaf desgevraagd een doorkijkje van de methodiek van werken. Het college categoriseert de gemeenten van ‘probleemloos’ tot ‘zeer zorgelijk’. Daar waar de jaaromzet problemen geeft en er een buffer is die binnen vijf jaar is verdampt kan je spreken van een zeer zorgelijke situatie. Als je niet ingrijpt is de gemeente met een paar jaar failliet. Verreweg de meeste gemeenten houden een gezonde financiële koers aan en op de momenten dat het ccbb een solvabiliteitsverklaring moet afgeven (bij een vacature van een predikantsplaats gebeurt dat) hebben de gemeenten de financiën op orde.
Voor het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken volgden er vier benoemingen. Het ging om: mevr. Mr. H. Pieffers uit IJsselmuiden, mevr. Chr. Van de Vliert-Kroos uit Rijssen, mevr. J.W. Kempenaar-van Ittersum uit Dronten en de heer M.B. Tol uit Zwolle. Zij maken de komende jaren (hernieuwd) deel uit van het college dat zich bezig houdt met de beoordeling van ingediende bezwaren tegen besluiten van kerkelijke vergaderingen en zich richt op geschillen.
Dr. Iemke Epema, predikante in Zwolle, hield een inleiding voor de classis over de betekenis van Charles Taylor waar ze op is gepromoveerd. De Canadese filosoof behoort met zijn werk ‘De seculiere tijd’ tot de topschrijvers in het westen. Hij laat zien hoe het geloof in God is veranderd. Het is gegaan van een levensgevoel naar een keuze. Hij verwondert zich over de manier waarop de wetenschap in het westen het geloof aan de kant heeft geschoven. Alsof geloven alleen iets is voor domme, minder intelligente mensen. God mag dan meer op de achtergrond zijn gekomen, het kan niet betekenen dat de wetenschap de kracht van het geloof laat verdwijnen. Het gaat mensen in iedere samenleving opnieuw om de volheid van het leven. Ieder mens is bezig met de diepere, spirituele dimensie van het leven. Het gaat Taylor dan niet om de vraag ‘of de bijbel gelijk heeft’, het gaat hem om de vraag ‘wat is vervuld leven voor jou’?