Goede voornemens
Ik ben van plan deze middag nog even langs de IJssel te lopen. Ik neem brood mee. Dat ga ik in het water gooien. Het is niet voor de eendjes. Het heeft een speciale betekenis voor mij.
Onder mijn tocht naar de IJssel zit een verlangen. Ik wil het nieuwe jaar fris en onbevangen beginnen. Je kan het een ritueel noemen. Het is mijn bedoeling met een schone lei verder te leven.
Veel mensen beginnen een nieuw jaar met goede voornemens: minder alcohol, minder drukte, meer tijd voor vrienden, meer complimentjes geven, duurzamer leven, beter plannen, meer water drinken, meer tijd om na te denken, meer foto’s afdrukken, iets nieuws leren, meer sporten. Misschien heeft u ook een lijstje gemaakt.
En mag ik u vragen: Lukt het u om de goede voornemens te verzilveren? Lastig, nietwaar? Ik kwam een buurman tegen die in de nieuwjaarsnacht tegen mij zei: ‘Ik ga iets afvallen’. Ik zag hem twee dagen later bij de Jumbo. Hij duwde een winkelwagen met een kop van boodschappen er boven uit. ‘Nog steeds aan het minderen?’ vroeg ik. Hij lachte wat: ‘Je hoeft niet minder kilo’s te nemen’, zei hij, ‘als je maar let op de suikers’. ‘Snap ik’, zei ik, ‘dat doe ik met de stijgende energieprijzen. Heb ik geen last van. Ik tank gewoon voor veertig euro’.
Uit de statistiek weten we dat driekwart van ons goede voornemens heeft voor 2022. Dezelfde statistiek wijst uit dat twee derde van ons al weer is afgehaakt. Tja, de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.
Het nieuwjaar als een moment om weer vanaf scratch in te zetten, kom je in bijna alle culturen tegen. Het joodse volk doet dat bij Rosj Hasjana, hun nieuwjaarsdag. Ze vragen vergeving aan mensen die ze gekwetst hebben. En zij sturen kaarten met goede wensen rond: Dat je opgeschreven mag staan voor een goed jaar. Volgens de overlevering bestaat er in de hemel een boek, waarin alle daden van de mens staan genoteerd.
In de namiddag van de eerste dag van Rosj Hasjana kuieren Joden langs stromend water. Ze zeggen dan een speciaal gebed, het Tasjlich. Als zij hun gebed beëindigd hebben, werpen zij brood in het water. Ze geloven dat hun slechte daden net als de kruimels zullen wegdrijven en zinken. De profeet Micha schrijft daarover (Micha 7, 19): ‘God zal al hun zonden werpen in de diepten van de zee’. Daarom kuier ik vanmiddag nog even langs de IJssel en werp ik mijn brood uit op het water.