Foto: Handschrift van perkament uit de bibliotheek van Werden, geïllustreerd door de Werdener monnik Friedrich Hugenpoet (omstreeks 1490). Liudger, stichter van het klooster is afgebeeld met bisschoppelijke attributen.


Werden heeft meer met Liudger dan met Heliand


We weten zelden waar een belangrijk boek of een gedicht is geschreven. Of het nu gaat over een bekend gedicht als ‘Het Carillon’ van Ida Gerhardt (Is het in Kampen geschreven en toch elders?) of het evangelie van Marcus (is het in Alexandrië geschreven of toch niet?); het is gissen en argumenten stapelen om in de buurt van de waarheid te komen. Het is niet anders met de Heliand, de oud-Saksische evangelie-harmonisatie uit 832, geschreven door een Saksische monnik om mensen in de volkstaal te bereiken met het leven en sterven van Jezus.

Er zijn twee plaatsen die steeds voor de Heliand hoge ogen werpen om te gelden als ontstaansplek: Werden en Fulda, beide in Duitsland gelegen. Voor Werden pleit dat het één van de belangrijkste kloosters was in het gebied van de Saksen. Henk Vreekamp, die over de Heliand heeft geschreven, meent dat het klooster Werden als plaats van ontstaan het meest aannemelijk is. De door Liudger genezen blinde Bernlef en diens vrouw zou Liudger naar Werden hebben laten overkomen om de tekst te maken. Er is een vingerwijzing in de Heliand zelf, die mogelijk aansluit bij Bernlef als dichter. Als het gaat over de genezing van de blinden bij Jericho gaat de schrijver over in de ik-vorm. ‘Ok mag ik giu gitellien…..’. Het is alsof Bernlef zich dus vereenzelvigt met deze gebeurtenis. Voor Werden pleit ook, dat er een rijksabdij is, je kan er iets van terugvinden in de huidige wijk Werden in de gemeente Essen. Het bezit van de abdij lag in het oosten en noorden van Nederland. Van ongeveer 40 Twentse erven zijn de namen genoemd in de teksten die in Werden te vinden zijn. Het gaat om plaatsen als: Albergen, Beuningen, Breklenkamp, Daarle, Denekamp, Lonneker, Losser, Reutum, Zenderen. Maar ook net over de grens met Gelderland, de plaats Wapenveld.


Foto: Het Benedictijner klooster gezien vanuit de kruidentuin.

Ik wilde graag een kijkje nemen in Werden. We streken neer op een camping, nog geen kilometer van de abdij en de abdijkerk. Ik wilde graag sfeer proeven van de omgeving waar de Heliand zou kunnen zijn geschreven en ik was benieuwd of mensen ter plaatse iets van de Heliand wisten.  

We gingen naar de abdij. We belandden eerst in de kruidentuin. Er stond een bordje. Het berichtte, dat Karel de Grote abdijen verplichtte een kruidentuin aan te leggen. De kruiden waren keurig geordend per perkje. Achter de flora was de abdij. Het gebouw was opnieuw opgetrokken in de achttiende eeuw, maar ademde de sfeer van het benedictijnerklooster. Het klooster is opgericht in 799 en stamt dus uit de tijd van Liudger, de stichter. Tegenwoordig zit de Folkwang-universiteit er in voor muziek, theater en dans.

We troffen een vrouw aan bij de tuin. Wij spraken elkaar. Zij vertelde dat er jaarlijks in september nog een processie is ter ere van Liudger. Dan trekt men door Werden. Men doet ook de evangelische kerk aan, die een halteplaats heeft inricht. Er komen bisschoppen van heinde en ver; ook uit het buitenland. Ook uit Utrecht. De rooms-katholieke of de oud-katholieke?, vroeg ik. De rooms-katholieke natuurlijk, zei de vrouw. Op mijn vraag of ze wel eens van de Heliand had gehoord, schudde ze het hoofd.


Foto: Miskelk uit het klooster in Werden, wel de 'Liudgerkelk' genoemd, onderzoek wijst uit dat de beker ongeveer uit 1060 stamt. 

We gingen daarna naar de Schatkamer. Er zijn allerlei voorwerpen te vinden uit het leven van de kloosterlingen. Een goudgekleurde kelk. Liturgische gewaden. Schilderijen. Er werd uitleg gegeven over de betekenis. Liudger is geboren in 742 in Utrecht, hij is opgeleid in York, hij werkte van 776 – 784 als missionaris onder de Friezen en onder de Saksen; en later als missionair leider in Oost-Friesland en West-Saksen. Hij overleed in 809 in Billerbeck en werd op eigen verzoek begraven in de kerk van Werden horend bij het klooster. Ik vroeg de surveillant / kassière naar de achtergronden. Zij begon ook over de processie. En wees op een poster waar de nieuwste processie van 3 september al weer stond aangekondigd. ‘Schreinprozession durch Werden’, werd het genoemd.


Foto: oude bisschopshandschoen uit circa de tiende eeuw; de bisschop droeg zo'n handschoen tijdens de mis; op het gouden mediallon staat de tekst: 'De rechter hand des Heeren'.

Toen ik vroeg naar de Heliand reageerde ze met twee vragende ogen. Ze wilde het naadje van de kous weten. En toen ik later na het bezoek naar buiten ging, vertelde ze dat ze het woord Heliand had nagezocht: Fulda of Werden moest de plek zijn waar het boek was geschreven. Ze ging het aankaarten bij de leiding, want als het Werden zou zijn, moest dat ergens in de collectie worden genoemd.

Ik wees op de logica. Beneden in de kelder bewaarde de Schatkamer een deel van de bibliotheek, sterk ingekort door secularisatie en het verdwijnen van boeken naar andere bibliotheken. Maar nog steeds imposant genoeg om duidelijk te maken dat Werden in de Middeleeuwen een belangrijke plaats was waar voldoende kennis aanwezig was om originele bronnen te raadplegen.

Daarbij komt dat het missiegebied van Liudger sterke gelijkenis vertoont met het gebied waar de taal van de Hanze werd gesproken. Een soort eenheidstaal, een volkstaal. Ik kocht in een boekhandel in Werden een paar populaire boekjes in het huidige Ruhrduits. Mij viel op hoezeer de taal nog steeds verwant is aan het Nedersaksisch. Om een paar woorden te noemen: ‘Piene’ (Schmerz), ‘Schmierlapp’, ‘stickum’, ‘verdorri’, ‘verfumfeien’. Als men in het Hoogduits zegt: ‘Es regnet gerade’, zegt men in het Ruhrdeutsch: ‘Et is am reechnen’. Als men in het Hoogduits zegt: ‘Das ist Grossmutters Haus’ heet het in het Rivierduits: ‘Datt is unser Omma ihr Haus’. Hoe herkenbaar is de zin: ‘Gleich hollt Dich der Bullemann’. Kort gezegd: de taal is vergelijkbaar en de interesse in het Nedersaksisch klinkt tot in deze streek, sterker vermoed ik, dan in Fulda, waar Liudger geen verleden heeft.


Foto: misviering in de abdijkerk

Na het bezoek aan de Schatkamer gingen we naar de kleine Basiliek. De voormalige abdijkerk. We woonden er de mis bij. Er waren ruim honderd bezoekers die actief participeerden in het staan, knielen en responsies geven. De voorganger zette een progressieve toon. Het ging over de discipelen die naar de overkant varen en Jezus laat hen vooruitgaan. Hij maakte een woordgrapje over ‘de overkant’: Vaak worden mensen van de overkant niet begrepen, ze zijn van de verkeerde kant. De voorganger riep op tot vertrouwen. Het progressieve gehalte van de rooms-katholieke denominatie kwam eerder in het nieuws, toen bisschop Franz-Joseph Overbeck (voor wie in de dienst werd gebeden, zoals voor allen die leiding hebben te geven in de kerk) zeventien vrouwelijke pastorale assistenten toestemming gaf te dopen.

Foto: Crypte van Liudger onder de kapelkerk

We gingen na afloop van de viering nog even naar de crypte onder de abdijkerk. Het is de plaats waar men het graf van Liudger in ere houdt. Ik denk dan: Als Liudger zo nadrukkelijk vraagt om hier begraven te mogen worden, is het aannemelijk dat hij het als centrum van zijn missie heeft beleefd en dat in die lijn later daar ook het initiatief is genomen om het evangelie in de volkstaal beschikbaar te stellen.

Foto: Kloosterkerk aan de buitenzijde; links in het geel het kloostercomplex.

Voor achtergronden bij de Heliand, zie ook de site van Neerlandistiek: eerste artikel van zeven in totaal klik hier