Gedachten bij het heilig avondmaal
Een mogelijke tekst bij de viering van het heilig avondmaal
We willen het heilig avondmaal vieren en realiseren ons de bijzondere betekenis.
Het avondmaal gaat terug op de Heer zelf.
In de nacht waarin de Here Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie.
Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken’.
Zo nam hij ook na de maaltijd de beker, en hij zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken’.
Dus altijd wanneer we dit brood eten en uit de beker drinken, verkondigen wij de dood van de Heer, en weten we dat hij ons voorgaat naar nieuw leven.
Daarom nodig ik jullie uit om straks brood en wijn te gebruiken.
En als je dat doet, dan is dat om Jezus te gedenken.
Als je het brood eet en de wijn drinkt, denken we aan de dood van Jezus, zijn lichaam en bloed;
water - een ander beeld - dat springt naar eeuwig leven.
Je verbindt je met vele generaties voor je, die evenzeer het heilig avondmaal hebben gevierd.
En je verbindt je met vele christenen over de hele wereld, die op soortgelijke wijze de maaltijd gebruiken en wijzen op de bijzondere betekenis van brood en wijn.
Als we brood eten en wijn drinken doen we dat in vertrouwen op Jezus Christus.
Hij nodigt je uit: ‘Kom tot mij. Neem het. Dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed’.
Is het dan echt het lichaam van Christus dat je eet en zijn bloed dat je drinkt?
Ja, dat is het echt.
Niet dat het een ander soort brood is geworden, of wijn anders dan van een druif, maar de heilige Geest geeft je werkelijk deel aan Christus’ lichaam en bloed.
Je mag in die overtuiging brood en wijn ontvangen.
Zo zeker als brood door ons lichaam wordt opgenomen en wijn door ons bloed, zo zeker mogen we geloven dat God in ons lichaam leeft, dat hij onze zonden vergeeft, doordat Christus in zijn puurheid en zonder zonde zich verenigt met ons.
De heilige Geest woont in Jezus, het hoofd, en hij woont in ons, zijn ledematen.
Dus de heilige Geest is onze verbinding.
Hij laat je delen in de rijkdom van Christus.
De heilige Geest verbindt ons ook met elkaar.
Zo zegt Paulus het: Het is één brood.
Dus met hoeveel mensen we ook zijn, en hoe verschillend we ook zijn, er is maar één lichaam.
En zo is er sprake van één wijnstok, één bezieling.
Zullen we dan ons geloof uitspreken en onze afhankelijkheid in een gebed verwoorden met een parafrase van de tekst die Jezus ons heeft geleerd?
Gezegend bent u, Here God,
U, die ons het brood geeft,
U, die ons tot spijze zijt.
Gezegend bent u,
U, die de wijnstok laat groeien,
U, die de wijn bent die wij drinken.
Gezegend bent u, onze Vader, in de hemel.
Dat uw naam heilig zij en dat u ons wilt heiligen.
Laat uw koninkrijk komen.
Dat uw wil gedaan mag worden,
zowel in de hemel als ook op deze aarde.
Geef ons vandaag het hemelse brood.
Vergeef onze schulden.
Dat ook wij mensen mogen vergeven die bij ons in het krijt staan.
Leid ons niet in verzoeking.
Verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk,
de kracht,
de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.
Amen
(Zingen)
Om met het ware hemelse brood Christus gevoed te worden, moeten we niet alleen op de uiterlijke tekenen van brood en wijn blijven zien.
Wij mogen onze harten tot Jezus Christus verheffen, die in de hemel voor ons pleit aan de rechterhand van zijn Vader.
Het brood dat we breken is de gemeenschap met het lichaam van Christus.
Neemt, eet, gedenkt en gelooft,
dat Christus in ons lichaam leeft.
(brood gaat rond)
De beker der dankzegging,
waarover we de lofprijzing uitspreken,
is de gemeenschap met het bloed van Christus.
Neemt, drinkt allen, gedenkt en gelooft,
dat het kostbaar bloed van onze Here Jezus Christus ons wil bezielen.
(wijn gaat rond)
Broeders en zusters in de Here,
laten we allen, nu de Here ons gevoed heeft en gelaafd,
zijn naam met dank prijzen:
Loof de Here, mijn ziel,
en al wat in mij is, zijn heilige naam.
Loof de Here, mijn ziel,
en vergeet niet één van zijn weldaden;
die al je ongerechtigheden vergeeft,
die al je krankheden geneest,
die je leven verlost van de groeve,
die je kroont met goedertierenheid en barmhartigheid.
(Zingen)