Foto: een ontspannen ringvergadering

Door samenwerking kan je vaak meer bereiken


‘We organiseren huiskamergesprekken, om de mensen na de coronaperiode weer in contact te brengen met elkaar’. ‘We hebben een keuken gestart en eerst hier in Hengelo gekeken, hoe ze het hier deden’. ‘En wij in Hengelo hebben in Enschede in de keuken gekeken’. ‘Wij sturen niet alleen zeventigplussers maar alle gemeenteleden een kaart op hun verjaardag’.

Zo maar wat ervaringen die werden uitgewisseld tijdens de ring Enschede van de Protestantse Kerk op 9 oktober. Een stuurgroep van acht mensen had het thema ‘samenwerking’ uitgekozen voor de ring. Het ging de groep daarbij niet om samenwerking die tot fusie van gemeenten moet leiden, maar juist om samenwerking tussen gemeenten die zelfstandig zijn en zelfstandig blijven.

De classispredikant hield een inleiding op het thema, waarbij het het nut van samenwerking beschreef. Hij noemde enkele bijbelse voorbeelden en citeerde auteurs als Jaap Schaveling (hoogleraar samenwerking en leiderschap) en Daniël Ofman (organisatiedeskundige). Hij noemde tenslotte concrete voorbeelden van samenwerking op het terrein van jeugdwerk, diaconaat, kerkrentmeesters, scribaat en pastoraat (zie hier onder).

Diezelfde vijf groepen gingen als themagroepen uit een in de Waterstaatkerk in Hengelo. Opvallend was hoeveel tijd men invulde voor het uitwisselen van de praktijk. ‘Hoe doen jullie dat met de afkondigingen?, was een vraag die je bij de scribae kon horen. De een bleek de afkondigingen te redigeren als scriba, terwijl een ander de berichten slechts liet binnenkomen op een centraal mailadres, waar iedereen zijn deel van kon afplukken. ‘Hoe hebben jullie de administratie georganiseerd’, vroegen de kerkrentmeesters. En de pastorale groep sprak onder meer over de privacywetgeving, die naar het gevoelen van verschillende mensen ietwat als te strak het beleid bepaalt. Bij het jeugdwerk stelde men onder meer vast dat de coronacrisis juist het jongerenwerk heeft geraakt. En bij het diaconaat werden diverse best-practices uitgewisseld variërend van de kaartacties tot de maaltijden eens per week.

De classispredikant sprak aan het eind waarderende woorden over de organisatie. Met ruim vijftig bezoekers en vele predikanten en kerkelijke werkers een schoolvoorbeeld van hoe je de ring een serieuze kans wilt geven, aldus Klaas van der Kamp. Hij citeerde tot slot Schaveling die samenwerking terug positioneerde in de evolutie en vanuit het dierenrijk poneerde: ‘Wij mensen lijken op groepsdieren. Dat is evolutionair belangrijk. Want als je bij een groep hoort is de kans op overleving het grootst. Tegelijk willen we ons als mensen onderscheiden. Want als je je niet onderscheidt, wordt er nooit iemand verliefd op jou’.

Tussenfoto's: Fragment van de markt in Hengelo: beer met op de achtergrond de rooms-katholieke kerktoren


SAMENWERKING

- Parafrase van de inleiding gehouden bij de ringvergadering Enschede op 9 oktober 2023 in de Waterstaatskerk te Hengelo -

Het gaat over samenwerking zonder dat er sprake is van samenvoegingen van gemeenten. Dus de afstemming van werk tussen zelfstandige gemeenten. Ik zou drie punten aan de orde willen stellen:
1. De uitdaging, het nut, de zin.
2. Gedachtengang van enkele auteurs.
3. Voorbeelden van samenwerking in kerkelijk werk.
Op dat laatste gaat u als bezoekers daarna door in eigen themagroepen.

1. Uitdaging

In de tijd dat ik voor een uitgeverij werkte, was samenwerking vanzelfsprekend. Ik werkte voor een bijbeluitgever uit Heerenveen. We hadden al vroeg in de gaten dat persberichten die het bijbelgenootschap verzond meer werden opgenomen dan berichten die we als commerciële uitgeverij uitbrachten.  Dus de berichten gingen via het bijbelgenootschap. We riepen ook incidenteel de top-tien-boekhandels bij elkaar om ons te adviseren. Toen we een jongerenbijbel uitbrachten adviseerden zij: Kom half oktober met de persberichten. Wij gaan dan in november door met de publiciteit in advertenties en als we dan de boeken hebben, zijn we zeker dat de uitgave goed loopt bij de Sinterklaasaankopen. En we merkten dat bij de verkoop.

Ik herinner me dat het bij de Raad van Kerken geregeld lastiger was de samenwerking te vinden. We spraken bijvoorbeeld twee jaar over een erkenning van een doop bediend bij een andere kerk. We kwamen bij de eindfinish en toen was er toch een kerk met volwassendoop die zich terugtrok en een orthodoxe kerk die wel mee deed, maar bij een overgang van een gemeentelid toch een extra zalving wilde aanbieden.

De voorbeelden geven enkele belangrijke ingrediënten van samenwerking: de goede partners vinden en de goede timing opzoeken.

We hebben het onszelf niet makkelijk gemaakt met het thema ‘samenwerking’. Samenwerken vraagt om een groot aantal vaardigheden: het vraagt om management (goed regelen), communicatie (goed afstemmen), motivatie (wil ik er tijd voor maken), het vermogen problemen op te lossen (als het even tegenzit), besluitvaardigheid en coördinatie.

Je hebt een goede balans nodig. Dat je samen iets organiseert, zonder dat het bureaucratisch wordt. Dat je een taak oppakt die bij de tijd is en niet al verouderd voordat het is gestart of al te actualistisch. Dat verschillende karakters elkaar verdragen.

Lastig dus. Waarom zou je je dan wel overgeven aan samenwerking? Wat heb je er aan? Ik kan me een aantal resultaten voorstellen.
a. Door samen te werken heb je beter rendement. Je richt je bijvoorbeeld op zorg voor de onderkant van de samenleving. En je beseft dat je als diaconie niet de enige bent die zich daarmee bezighoudt. Dat bijvoorbeeld de burgerlijke gemeente ook het nodige doet. Dat er ook gemeentelijke fondsen zijn voor mensen onder de armoedegrens. En je kijkt bij een andere diaconie de kunst af van het helpen invullen van een aanvraagformulier. Door samen te werken met de ambtenaar en met de andere diaken krijg je dus een beter rendement van je inzet als diaken.
b. Door samen te werken kan je een beter gezicht krijgen, een groter bereik. Ik hou nog even het vorige voorbeeld aan van de diaken. Je kan als samenwerkende diakenen tegen een krant zeggen: Dit is wat we doen. We helpen met het invullen van formulieren. Door het samen aan te bieden aan een huis-aan-huis-blad ben je er van verzekerd dat ze het eerder opnemen en kan je redelijkerwijs in schatten dat je de mensen die zich na zo’n bericht melden ook kunt voorthelpen.
c. Door samen te werken kan je efficiënter werken. Als jij nu overlegt met de ambtenaar van de gemeente, zal ik het contact met de pers leggen.
d. Je kan nieuwe ideeën opdoen. Iemand die in een vergadering roept: ‘Als we dan toch formulieren gaan invullen, kunnen we daar ook wel een berichtje van opplakken bij de supermarkten. Die hebben van die borden waarop je iets mag aanbieden’. Natuurlijk had een ouderling in de eigen kerkenraad dat ook kunnen zeggen. Maar de ervaring leert dat je als diakenen onder elkaar meer een zelfde focus hebt en dus meer ideeën krijgt.
e. Je kunt meer deskundigheden bundelen als je samenwerkt. Dat merk je al bij de kennismaking. ‘Oh, dus jij hebt altijd bij de sociale dienst gewerkt’. ‘Oh, jij werkte in de gezondheidszorg’. ‘Jij was redacteur bij een plaatselijke krant’.

Samengevat: samenwerking kan iets opleveren in het samendoen, maar ook in het samen leren en in het samen spreken.

Een uitdaging. Maar vanuit literatuur nuttig.

2. Enkele auteurs

Laat ik als eerste autoriteit een start nemen bij de Bijbel. De Bijbel noemt verschillende personen die constructief samenwerken. Mozes en Aäron is zo’n koppel. Aäron de goede spreker, die vanuit snelle empathie bij de ander weet te komen. Mozes de hakkelaar. Minder empathisch. Maar wel trouw. Als hij na veertig dagen van de berg komt, is de empathische Aäron aan het wegglijden achter het gouden kalf.

Ik denk aan Barnabas en Paulus. Barnabas staat bekend als een stabiele man en Paulus is driftiger. Dat blijkt goed uit te pakken als ze naar Antiochië gaan en Barnabas de taak krijgt een introductie te geven, zodat Paulus daarna zijn geestdrift kan aanreiken (Hand. 15: 37).

Maria en Elisabeth. Twee vrouwen die elkaar opzoeken, als ze zwanger zijn. Beide rustige vrouwen met een wijs verstand. Ze steunen elkaar bij de transitie die ze meemaken. En ze zoeken elkaar op, terwijl hun mannen ietwat buiten beeld zijn geraakt.

Maria en Martha. De één een denker. De ander een doener. Samen een gezien gastverblijf voor de Heer als hij in de buurt is.

Bedoeld voor samenwerking. Wat dacht je van de roeping van de twaalf discipelen, verschillend en elkaar aanvullend. En van de 72 apostelen die worden uitgezonden. Een bijzonder detail als de 72 apostelen in Lukas 10 worden uitgezonden. ‘Neem geen geldbuidel mee, geen reistas en geen sandalen’. En er zijn zelfs versies waarin ze ook geen brood en geen water meenemen. Dan weet je al heel snel onderweg dat je tekort komt. Dan rest je niets anders dan een ander aan te spreken en te vragen om wat brood of om wat water. En misschien is dat ook wel de opzet van de Heer. Dat we al snel weer nieuwe relaties maken.

Ook in het Oude Testament vind je die gedachte. Bijvoorbeeld in Spreuken 6: vanaf vers 6. ‘Ga naar de mieren, luiaard, kijk hoe ze werken en word wijs. Hoewel er onder hen geen leider is, geen aanvoerder, geen koning, halen ze in de zomer voedsel binnen, leggen ze in de oogsttijd een voorraad aan’. Daar zie je de twee eigenschappen die zo nuttig zijn: verantwoordelijkheidsbesef en timing.

Misschien mag ik nog twee theoretici uit deze tijd noemen die over samenwerking spreken. Ik ga allereerst naar Jaap Schaveling, hoogleraar Samenwerken en Leiderschap aan de Nijenrode Business Universiteit. Hij definieert samenwerken als:
‘Samenwerken is een emergerend proces om iets voor elkaar te krijgen’. ‘Nee’, zegt hij, dat woord ‘emergerend’ mag je niet vervangen. Vraag is wat dat ‘emergerend’ precies betekent. Het woordenboek trekt een verwantschap met het Engelse woord ‘to emerge’ en spreekt over ‘zo maar tevoorschijn komen’, ‘spontaan’. Dat klinkt maieutisch. Ook wel herkenbaar, als je samenwerkt. Het is alsof je naar een kringloopwinkel gaat. Je bent uit op één ding en vindt iets anders, onverwachte schoonheid. Maar er zit ook wel iets van ‘worsteling’ in de manier waarop Schaveling dat uitwerkt, naar mijn idee. Hij refereert zelf aan Luctor en Emergo, 'ik worstel en kom boven'. Samenwerking valt je niet in de schoot. Het kost tijd en energie. Vooral in het begin. Het heeft tijd nodig om te groeien. In mijn tijd bij de raad van kerken gebruikten we vaak het Afrikaanse spreekwoord: ‘Alleen gaat sneller, samen kom je verder’. Bij ons in de familie zeggen we het soms wat cynischer: ‘Ik kan vooral goed met mezelf’.

Schaveling is nuchter: ‘Goed samenwerken draait om de juiste balans tussen wat jij nodig hebt van de ander én wat je kunt bijdragen om de ander zijn ambities te laten waarmaken’. Concreet voor het kerkenwerk betekent het dat je soms even moet zoeken welke sporen een ander heeft uitgezet, ook als je beiden jeugdouderling bent of kerkrentmeester. Als je de raakvlakken vindt en de vragen die daarbij horen, kan het gesprek tot inspiratie leiden en soms tot verdere samenwerking.

Een andere theoreticus die ik wil noemen is Daniël Ofman, een organisatiedeskundige, inmiddels 74 jaar oud. Hij refereert aan de piramidebouw in Egypte. Die geweldige stenen. Dat had nooit gekund als er geen vormen van samenwerking waren geweest. Ofman noemt samenwerking als iets van steeds groter belang. Onze samenleving wordt steeds ingewikkelder en daarom is het nodig meer verbindingen te zoeken.

Hij noemt diverse voordelen: 1. Je bereikt meer; 2. Het geeft meer voldoening als je een resultaat deelt; 3. Er ontstaat nieuwe vitaliteit, nieuwe energie. Je kent dat wel dat je energie krijgt van bepaalde mensen; zo hadden we onlangs een mobiliteitsbeurs. Daar waren verschillende beroepingscommissies. Het ei van Columbus werd niet uitgedeeld. En toch bemoedigde het mensen anderen te horen in vergelijkbare omstandigheden. Zaken kwamen in perspectief te staan. 4. Er is meer continuïteit, immers onder de mensen die je spreekt zoals hier zijn mensen met meer of andere ervaring dan jij hebt. En als laatste voordeel 5) noemt Ofman: er is meer kwaliteit als je samenwerkt.

Het is interessant hoe Ofman dat laatste (kwaliteit) uitwerkt. Hij zegt: Onze samenleving is steeds meer gericht op dienstverlening. Het product van dienstverlening wijkt af van industriële productie. Dienstverlening heeft te maken met interacties van mensen en de weg weten in de samenleving. Het product van dienstverlening is minder taakgericht en meer procesgericht. Minder product en meer relatie. Trouwens dat hadden we ook al van Jezus kunnen leren. Als je in het evangelie leest over het koninkrijk Gods beschrijft hij minder de toestand, maar gaat hij juist op verhoudingen in. Dat Koninkrijk heeft te maken met liefde, met goedheid, met zachtmoedigheid. Met de gaven van de Geest die Paulus in Galaten 5 opsomt.

De goede opkomst vanavond is mede te danken, m.i., aan de grote voorbereidingsgroep van acht mensen. Acht mensen impliceert veel relaties, impliceert veel positief geraakte mensen vooraf.  

3. Voorbeelden

Ik kom bij het laatste onderdeel. Ik wil wat voorbeelden geven waar je aan kunt denken. Dat maakt het spreken in groepjes straks eenvoudiger. Samenwerking van jeugdwerkers. In IJsselmuiden werkt men samen met diverse partijen en stuurt men 70 jongeren dit jaar met een project naar Slovenië om een catecheseruimte op te kalefateren. In Zalk heeft men het jeugdwerk samen op gezet als hervormden en nederlands gereformeerden. Dat past veel beter bij de identiteit van het dorp en het maakt de groepen groter en voor de beleving van jongeren leuker. Hebben jullie een vrijgestelde jeugdwerker? (klein Salland)? Hoe werkt dat dan en hoe voorkom je een isolement van het jeugdwerk naar andere onderdelen van het kerkenwerk? Hoe betrekken jullie ouders bij je werk? Is er samenwerking met scholen?

Kerkrentmeesters in enkele plaatsen hebben contact gezocht in de energiecrisis in twee grotere gemeenten. Hoe doen jullie dat? Sluiten jullie een kerkgebouw? Houden jullie diensten in een verenigingsgebouw? Is dat acceptabel voor de gemeente? Kerken bezig met verduurzaming kijken bij buurgemeenten waarin men investeert, of het kosten drukt als men samen iets bestelt, waar men subsidies kan krijgen. Kerken kijken of je samen vertrouwenspersonen kunt aanstellen, zoals in Hellendoorn en Nijverdal en in deze ring Enschede. Denk ook aan de inzet van de VKB voor geldwerving, bijvoorbeeld.

Over de diakenen heb ik al een voorbeeld gegeven. Ik kreeg zelf een vraag over de autodienst. Hoe doet men dat in andere plaatsen? Ik ontdekte dat men in Westerhaar ooit een taxibedrijf strikte een auto ter beschikking te stellen. Dat veel gemeenten werken met een autodienst. In Enschede is een platform van diakenen. Dat is heel nuttig op het moment dat je aan schuldsanering doet. In Enkhuizen stelde men een straatpastor aan die werk maakt aan het aanreiken van een dak boven het hoofd van mensen.

Pastoraat. Een ander thema. De vervanging tijdens de vakantie en de waarneming om een gezamenlijke lijn naar het ziekenhuisbezoek te ontwikkelen zijn voorbeelden. Soms kiest men er voor een seniorenevent samen op te zetten. Als classis hebben we nog een klein fondsje waaruit we subsidie geven bijvoorbeeld aan het project ‘In Gods Naam’, de theatervoorstel waar Bastiaan Ragaz een rol in speelt. Voorwaarde is wel dat je het als gemeenten samen opzet. In de regio Bathmen heeft men net zondag een streekkerkdienst gehouden. Men komt een maal per jaar samen vanuit Deventer, Diepenveen, Holten, Wesepe, Bathmen en Okkenbroek. Men gaat samen naar de kerk. Gebruikt een lunch. En heeft een ontspannen activiteit.

Scribaat is ook een discipline hier. De PKN geeft daar een training voor. En die wordt aangeboden onder de trailer: ‘Kans om ervaring uit te wisselen met collega’s uit het hele land’. Ditje van Genderen uit Limmen volgde de cursus en laat zien wat samenwerking op kan leveren. ‘Je leert van elkaar en krijgt nieuwe ideeën voor je werk in de gemeente. Dat is nuttig. Want ik was er zelf maar zo in gerold’. Dat laatste is hoe het vaak gaat. En dan te bedenken dat je in het bedrijfsleven, ik herinner het me van mijn journalistieke tijd, pakweg vaak twee maanden een soort ‘inprater’ krijgt, ‘iemand die je wegwijs maakt’. Niet dat je het zelf niet allemaal kunt ontdekken. Maar het gaat sneller en efficiënter als je in de keuken van een ander mag kijken.

Je kunt dan vragen stellen als: welke afspraken hebben jullie over de kopij voor het kerkblad? Hoe stel jij de agenda op? Geef je een advies in cursief? Zet je er een tijdsindicatie bij? Hoe maak jij notulen, geef je quotes of juist niet omdat mensen daar altijd een punt van maken en volsta je met de besluiten? Hoe archiveer jij? Is er bij jullie een voorbereidend moderamen? Hebben jullie ook ruimte voor inhoudelijke bezinning op de agenda? Hoe bereid jij de verkiezingen voor?  Hebben jullie een plaatselijke regeling, ja, die moet er bij ons ook zijn, wat staat daar in dan?

Afsluiting

Nog drie opmerkingen ten slotte.

Samenwerking is er niet alleen met gelijke ambten en werkers in andere gemeenten. Er is ook samenwerking met maatschappelijke en culturele partners in je omgeving. Dat is meer dan interessant.

Samenwerking tussen pastores (predikanten en kerkelijke werkers) is ook een thema, al is het vanavond niet apart in een themagroep ondergebracht. We merken het bij de bespreking van plaatselijke regelingen. Daarin staat nooit iets over de samenwerking van pastores, alsof dat niet zinvol zou zijn; alsof die samenwerking vanzelfsprekend goed loopt, alsof het okay is dat iemand altijd de bestuursportefeuille heeft, zonder dat daar vooraf duidelijke afspraken over zijn gemaakt.

En een laatste opmerking. Ik kom nog weinig tegen dat kerken de digitale media gebruiken om een netwerk op te zetten. Ik bedel er bijvoorbeeld voor mijn eigen website al jaren om dat mensen www.klaasvanderkamp als verwijsplaats op hun site zetten en de PKN. Plaatsen als Haaksbergen, Wijhe, Oldenzaal doen dat. Maar er zijn er veel meer plaatsen, die nergens naar verwijzen.

Zo is het ook mogelijk een app-groep te maken met jeugdouderlingen in een regio. Als classispredikanten hebben we samen een appgroep. Ik heb even teruggebladerd hoe dat werkt. Je vind er zaken als: een artikel over samenwerking, een advies met een telefoonnummer, reacties op een ingewikkelde casus van een dominee die met agressieve stalking te maken heeft. Er staat niet werk gerelateerde informatie op. Richting de collega uit Noord-Holland een felicitatie met het resultaat van de wedstrijd AZ – Legia Warshau. En de herdenking van Alkmaars victorie. Ook dat kan een functie hebben trouwens, namelijk het bevorderen van onderlinge amicitia.

En dat wens ik jullie onderling toe. Een groei in kerkelijke vriendschap.

Tussenfoto: fragment uit Hengeloos straatbeeld

Bijlage
- Mensen die de ring bezochten, herkennen dit niet, want we hadden er verder geen tijd voor om het fuikspel te doen; het wordt hier aangereikt voor de bezoekers die het thema nog eens in eigen kring aan de orde willen stellen, een bijlage dus - 


Voor wie het leuk vindt, noem ik hieronder nog een spel dat je kan spelen met een groep. Het heet ‘Fuikspel bij het thema ‘samenwerken’’.

Je legt twee touwen op een parkeerplaats of in een grote zaal. De touwen liggen in een fuikmodel: aan de ene kant lopen ze tabs naar elkaar toe, aan de andere kant verwijderen de touwen zich uit elkaar. Je vraagt de deelnemers op een of twee rijen in het midden van de touwen op een rij te gaan staan. Vervolgens stel je vragen en de mensen moeten kiezen uit twee opties. De ene optie betekent: een ferme stap maken richting de vernauwing, de andere keus betekent een ferme stap naar buiten

De vragen.

1. Stelling: Als je als nieuwe ambtsdrager begint, is het goed af en toe met een ervaren rot in het vak te spreken.

A. Lijkt me niet per se nodig, je moet ook de tijd bewaken. (uitstappen)
B. Helemaal waar, laten we het vanaf nu doorzetten. (instappen)

2. Stelling. Als je meer dan één betaalde pastor in een gemeente hebt, moet je taakomschrijvingen van pastores nauwkeurig vastleggen.

A. Dat hoeft niet, professionals worden beroepen op een profielschets, dat is voldoende (uitstappen).
B. Dat lijkt me correct, anders loop je elkaar binnen de kortste keren voor de voeten (instappen).


3. Stelling. Samenspreking van ambtsdragers in ringverband zou je één keer per jaar moeten faciliteren.

A. Je hoeft het niet voor te schrijven, als je elkaars telefoonnummers maar hebt (uitstappen).
B. Ja, door samenwerking kan je je eigen werk beter stroomlijnen (instappen).

4. Wat zie je als de kracht van de mieren?

A. Zij hebben een instinct waar ze niet van af kunnen wijken (uitstappen). 
B. Zij werken constructief samen (instappen).

Per vraag wordt een persoon gevraagd waarom hij in- of uitstapt. Aan het eind kijk je hoe de positie van de mensen zich verhoudt ten opzichte van de beginsituatie. Zijn de mensen meer in de fuik gekomen of er meer buiten geraakt? Meer in de fuik impliceert: gericht op samenwerking. Meer uit de fuik impliceert: minder uit op samenwerking. Had men de situatie verwacht zoals ze is geworden? Is het mensen misschien opgevallen dat mensen die al te ver in de fuik geraken of al te ver buiten de fuik komen geneigd zijn kleinere stapjes te nemen (zo gaat het bijna altijd namelijk en het wijst op een latente geneigdheid van mensen ergens op elkaar te blijven letten om samen op te trekken)? Wat is het gevaar van al te veel samenwerking (kan beklemming geven). Wat is het gevaar van te weinig samenwerking (alles wordt los zand).  

Foto: Een informele maaltijd voorafgaand aan de besprekingen