Open brief aan classispredikanten
Ooit zat ik met Hans Kronenburg en René de Reuver samen in zijn appartement in Zeist. Ze wilden samen een boek uitgeven onder de titel ‘Wij zijn ook katholiek’. Het boek moest een reeks teksten bevatten, waarin de protestanten een verbinding zochten met andere kerken. De bundel is er ook gekomen en stond op het curriculum vitae van René de Reuver toen hij solliciteerde op de functie van scriba PKN. Concurrentie van Hans Kronenburg had hij niet, want Hans is al enige tijd met pensioen.
Hij liet me bij het afscheid van de Raad van Kerken weten, dat hij mij zou verrassen als cadeau met een open brief, gericht aan de elf nieuwe classispredikanten. Hieronder volgt zijn tekst, die zaterdag 1 september bij de start van de geestelijken in hun nieuwe verantwoordelijk verscheen in het Nederlands Dagblad en die hij me ook zelf heeft gestuurd. Misschien ook nog goed te weten, dat Hans Kronenburg in 2003 promoveerde op een studie waarin hij pleit voor het bisschoppenambt in de reformatorische kerk; het voorstel is overigens bewust afgewezen door de synode van onze kerk. We willen als protestanten geen los zwevende geestelijken, die met solistisch gezag optreden in de kerk. Hans Kronenburg ziet het anders. Lees hier zijn innemende tekst.
OPEN BRIEF aan de elf ‘bisschoppen’ van de PKN
Waarde collega’s,
Vandaag, 1 september 2018, is voor jullie en voor heel de Protestantse Kerk in Nederland een belangrijke dag. Vandaag beginnen jullie je werkzaamheden als classispredikant.
De kerk in de regio waar jullie gaan werken, krijgt in de persoon van de classispredikant een gezicht. Dat was altijd een zwak punt in de kerken van de gereformeerde traditie. De kerk werd gereregeerd door ambtelijke vergaderingen, waarachter de persoon van de ambtsdrager onzichtbaar was.
Dat is nu wat de PKN betreft voorbij. Jullie geven de kerk ‘smoel’. Dat is belangrijk, vooral omdat onze tijd veel meer dan vroeger vraagt om leiderschap met een persoonlijk gezicht.
Daar zit natuurlijk ook een gevaarlijk kantje aan: als je kerkleiders hun gang laat gaan kunnen ze zich zo maar gaan gedragen als baasjes of basinnetjes. En dan zijn we nog verder van huis. Daarom is leiderschap in de kerk altijd collegiaal, ingebed in overlegstructuren: je doet het met elkaar als collega’s. Maar ook en vooral: leiderschap in de kerk is communaal: jullie kunnen dit werk alleen maar doen als je geworteld bent in en gedragen wordt door de gemeente, het volk van God.
De profielbeschrijving van de classispredikant zegt dat hij of zij de opdracht heeft, de katholiciteit van de kerk te belichamen in de regio waarin hij/zij werkzaam is. Jullie vormen dus de verbindende schakel tussen de lokale gemeenten en de breedte van de kerk.
Het is jullie taak ervoor te zorgen dat de plaatselijke gemeenten geen eilandjes worden, die genoeg hebben aan zichzelf en geen boodschap hebben aan het geheel van de kerk. Ook dat is belangrijk, juist nu de classes een veel grotere regio bestrijken dan vroeger. Dan kan een gemeente zich gemakkelijk in zichzelf opsluiten en zich isoleren. Aan jullie de taak dat te voorkomen.
Classispredikanten worden in de wandelgangen nogal eens - enigszins lacherig - ‘bisschoppen’ genoemd. Toch is het niet zo vreemd, want hun profiel lijkt op dat van een bisschop. En velen zien diep in hun hart uit naar een inspirerende leidersfiguur, zoals bij voorbeeld bisschop Tutu. Maar in de Protestantse Kerk rust op het woord bisschop nog steeds een taboe. Dat bleek heel duidelijk, toen in 2016 het moderamen van de synode uit tactische overwegingen het spreken over ‘bisschoppen’ veranderde in ‘regiovoorzitters’, nog later door de synode afgezwakt tot het kille ‘classispredikant’. ‘De tijd is er nog niet rijp voor’, was het argument. Dat is begrijpelijk vanwege het hiërarchische luchtje dat aan het bisschopsambt zit, maar weinig overtuigend. Want ieder synodelid kan weten dat er in de wereld ook kerken zijn met een niet-hiërarchisch bisschopsambt, zoals de Evangelische Broedergemeente en de meeste lutherse kerken. Maar daar gaat het mij nu niet om.
Het gaat mij erom jullie eraan te herinneren dat je – hoe je het ook wendt of keert – als classispredikant wel degelijk een bisschoppelijke taak hebt, namelijk om in navolging van Christus om te zien (de vertaling van het griekse woord episkopein, waar het woord ‘bisschop’ vandaan komt) naar mensen.
Met name de evangelist Lucas gebruikt dit woord graag met betrekking tot God of Jezus en dan meestal in één adem met het woord ‘ontferming’. Bijvoorbeeld als Zacharias in zijn loflied zingt over de innerlijke ontferming waarmee God naar ons heeft omgezien (Lukas 1 vers 78).
Ik teken daarbij aan dat de uitdrukking ‘innerlijke ontferming’ de Griekse vertaling is van een Hebreeuws woord dat ‘moederschoot’ betekent. Blijkbaar heeft het bijbelse episkopein van huis uit een vrouwelijke ondertoon. Anders gezegd: een vrouwelijke bisschop is pas een echte bisschop!
Met het bovenstaande wil gezegd zijn dat we de classispredikant best als een soort bisschop mogen zien – als we er maar bij zeggen wat we ermee bedoelen: geen prelaat, geen manager, geen bestuurder, maar een pastor die omziet naar zijn schapen, een herder die de kudde bij elkaar houdt en het verlorene zoekt.
De Friese ‘kerkvader’ Oepke Noordmans constateerde in de jaren dertig van de vorige eeuw al dat het calvinisme, door zijn afgrenzing tegen de roomse hiërarchie, ‘te weinig van de bisschoppelijke geest heeft overgehouden’. Het is te plat geworden en te stroperig. Daarom pleitte hij voor opname van een bisschoppelijk element in de kerk - niet om de presbyteriale kerkorde af te schaffen, maar ’om wat meer kerk in de organisatie te brengen’.
Zijn pleidooi heeft na bijna honderd jaar gehoor gevonden: de classispredikant brengt inderdaad wat meer kerk in de organisatie.
Hopelijk wordt de PKN nog eens helemáál kerk, als zij het bisschopsambt in haar kerkmodel integreert. Ik hoop dat jullie daar een steentje aan zullen bijdragen.
Jullie zullen aanstaande zondag of op een later tijdstip bevestigd worden in een dienst van de plaatselijke gemeente. Daarop vooruitlopend wens ik jullie van harte Gods zegen toe op je werk. Ik doe dat met de bede die volgens het Dienstboek van de PKN uitgesproken wordt bij de bevestiging van een predikant:
‘Zend nu op uw dienaar/dienares uw heilige Geest, die Gij door uw Zoon aan de apostelen geschonken hebt, om in liefde om te zien naar de mensen, uw Woord te bedienen en uw gemeente te bewaren bij haar roeping’.
Foto: Hans Kronenburg (foto internet, ND)