Doorkijkje naar mobiliteit van predikanten en kerkelijk werkers

Het zijn vooroordelen als beroepingscommissies bij voorbaat contacten mijden met predikanten die ouder zijn dan 50 jaar. Het is ook een misverstand dat predikanten tussen de 35 en 50 jaar gemakkelijker contact zouden maken met een jonge generatie. Er zijn predikanten van boven de 60 jaar die dat prima kunnen. Het is de moeite waard als beroepingscommissies bij een vacature die mogelijkheden nader tegen het licht houden.

Dr. Klaas Dijkstra, consulent van het mobiliteitsbureau van de Protestantse Kerk in Nederland, was met zijn collega Heleen Haasdijk te gast bij de classicale vergadering van Overijssel-Flevoland op 10 november 2020. Ze gaven een toelichting op de mobiliteit van pastores in de gemeenten. Klaas Dijkstra legde uit dat beroepingscommissies vaak op pad gestuurd worden met de opdracht om iemand van onder de 50 jaar te benaderen. Kerkenraden vergeten dan dat 70 procent van de predikanten tegenwoordig boven de 50 jaar is en dat de predikanten onder de 50 minder mobiel zijn in de regel, omdat ze bijvoorbeeld rekening moeten houden met schoolgaande kinderen. Zijn advies was dan ook om als kerkenraad geen leeftijdsdiscriminatie toe te passen.

De oververtegenwoordiging van de 50-plussers bij predikanten impliceerde vorig jaar dat er zo’n 100 predikanten met emeritaat zijn gegaan, en daar tegenover stonden zo’n 30 proponenten die nieuw wilden toetreden tot het ambt; onder de proponenten zijn relatief gezien nog veel mensen die op latere leeftijd predikant willen worden. De aanwas met proponenten is onvoldoende om in de behoefte te voorzien, zo zijn de verwachtingen. De uitstroom is groter dan wat de krimp van de kerk compenseert.

Er waren uit de classicale vergadering diverse vragen over de kerkelijke werkers. Zoals bekend zijn er nogal wat kerkelijk werkers toegetreden tot de kerkelijke arbeidsmarkt. Een uitputtend overzicht is moeilijk te geven, omdat de kerk alleen de officieel gecertificeerde kerkelijk werkers opneemt in de registers. Het komt geregeld voor, vertelde Heleen Haasdijk, dat gemeenten graag verder willen met een kerkelijk werker in spe en dan ontdekken dat de bevoegdheden ontbreken. Er zijn registers bij het mobiliteitsbureau aanwezig en overzichten in het kerkelijk jaarboek. Gemeentes kunnen weten wie wel en wie niet bevoegd is. Maar toch nog vaak gaat men een omgekeerde weg: de gemeente heeft een persoon gevonden en dan moet de persoon in een mal worden gedrukt van kerkelijke bevoegdheden.

De kerkelijk werkers vliegen op dit moment vaak onder de radar van de autoriteiten. Naar verwachting komt er een voorstel in de generale synode om de procedure voor een aanstelling – net als die bij predikanten – via het breed moderamen van de classicale vergadering te laten lopen. Klaas Dijkstra rekende voor dat de instroom van kerkelijk werkers wat afneemt. Je hebt een tijd gehad dat je op vier plaatsen in Nederland een opleiding tot kerkelijk werker kon volgen; inmiddels is het aantal opleidingen teruggebracht tot twee. De medewerkers van het mobiliteitsbureau legden uit dat men de onderscheiden bevoegdheden goed moet handhaven: een theologiestudent kan niet worden ingezet als kerkelijk werker; een predikant kan ook geen kerkelijk werker zijn; de deskundigheden en achtergronden verschillen.

Klaas Dijkstra noemde enkele verantwoordelijkheden van het breed moderamen van de classis rond vacatures. Het bm moet de vacature vrijgeven en moet checken of er combinaties van parttime-vacatures gemaakt kunnen worden, zodat er een grotere aanstelling kan volgen. Hij riep op om gesprekken over samenwerking tussen gemeenten niet uit te stellen tot er zich een vacature aandient; hij noemde het belangrijk eerder de contacten tussen gemeenten onderling aan te halen.

Heleen Haasdijk ging bij de internetvergadering in op enkele bijzondere vormen van predikantschappen. Ze noemde de interimpredikanten en de ambulante predikanten. Wat ambulante predikanten betreft zijn er inmiddels 80 mensen ingeschreven in een poule. Op dit moment zijn er zo’n 70 contracten uitgezet. Het gaat vaak om combinaties van een predikant in een gemeente en een ambulante dienstverlening. De landelijke dienstenorganisatie heeft twaalf interimpredikanten in dienst. Ze zijn nagenoeg constant op locatie, soms op drie plaatsen tegelijk. Als je dus de aantallen optelt kom je tot zo’n honderd mensen die vanuit het mobiliteitsbureau worden ingezet.

In 2013 is ook de hulp gestart om proponenten aan een gemeente te koppelen. Aanvankelijk voorzag deze inzet in een grote behoefte, maar inmiddels schijnen proponenten zelf gemakkelijker hun weg te vinden.

Gemeenten die vacant worden krijgen van Klaas Dijkstra een lijst met namen van predikanten die ze zouden kunnen benaderen. Mensen die hun opleiding hebben afgerond krijgen een gesprek met het mobiliteitsbureau, zodat ze kunnen aangeven waar ze zouden kunnen worden ingezet in de kerk. Een classisafgevaardigde stelde dat zo’n label in de loop van de jaren kan veranderen. Hoe ben je daarvan op de hoogte als mobiliteitsbureau? Klaas Dijkstra wees op de eigen verantwoordelijkheid van predikanten. Hij riep predikanten op zelf contact te onderhouden met het mobiliteitsbureau en wijzigingen door te geven. ‘Het is ook goed te weten als je een bepaalde cursus hebt afgerond en daar iets mee wilt doen’.

Nieuwe leden  

De classicale vergadering heeft diverse nieuwe mensen benoemd. De volgende personen zijn in de classis gekozen: ds. Rineke van den Berg (Bruchterveld), ds. Wim van der Wel (Hardenberg), ds. Karolien Zwerver (Dronten), ouderlinge Mariëlle Vochteloo (Hengelo), diaken Judith Schiefferstein (Delden) en diaken Janine Oude Wesselink (Zwolle). Voorafgaand aan de classicale vergadering ontmoetten de toekomstige leden elkaar in een digitale meeting. Ze kregen uitleg van dr. Jan Dirk Wassenaar over het reilen en zeilen van de classis. In de classis werden herkozen: ouderling-kerkrentmeester Wim de Groot (Almelo), ds. Martje Veenstra-Oving (Wijhe) en ouderling Egbert Knoeff (Zwartsluis). De classis constateerde in het verleden dat er relatief weinig vrouwen in de classis zitting hebben; met de nieuw gekozen vertegenwoordigers zijn vijf van de zes nieuwe leden vrouw.

De classis nam afscheid van ouderling-kerkrentmeester Ton Kamphuis (Zwolle), ds. Gerco Veening (Borne), ouderling Lucas Schoemakers (Goor) en ds. Dick van Bart (Almelo). 

Er werden ook drie nieuwe mensen gekozen voor het classicale college van visitatoren. Het gaat om ds. Rineke van den Berg (Bruchterveld), ouderling Ada Vahl-Stuart (IJsselmuiden) en ds. Martje Veenstra-Oving (Wijhe). Er werd ook een afgevaardigde gekozen naar de generale synode, waar een vacature was ontstaan door het aftreden van Maarten Meun (Urk). Daar werd het langst over gesproken; er waren ook de meeste kandidaten voor. Ds. Ilonka Terlouw (Tollebeek) is gekozen als nieuwe afgevaardigde naar de generale synode. In de synode hebben op dit moment ook al zitting vanuit de classis: ds. Oane Reitsma (Enschede), diaken Piet Hofman (Deventer), ouderling Gert van Tol (Rouveen) en diaken Jonathan Stam (Hasselt).

De classis stelde een begroting vast voor 2021. Aan inkomsten is begroot € 8760 en aan uitgaven € 17.000. Er vindt overleg plaats met de landelijke organisatie over het tekort. De classis vraagt om een reële vergoeding van de onkosten.

Foto boven: afgevaardigden steken een duim omhoog om informele instemming te betuigen, de officiële stemmingen waren minder publiek: de stemgerechtigden hadden een uniek  nummer gekregen en ontvingen ter vergadering steeds een link met een stembriefje. 


Johan Kuiper, tweede scriba, die een centrale rol speelde bij de digitale voorbereidingen

Ds. Jan Dirk Wassenaar, eerste scriba, die onder meer inleidingen verzorgde voor de nieuwe classiskandidaten en een toelichting gaf bij de verkiezingsprocedure

Ds. Karolien Zwerver (Dronten), één van de nieuwe leden van de classis

Diaken Judith Schiefferstein (Delden), nieuw lid van de classis 

Ouderling Mariëlle Vochteloo (Hengelo), nieuw lid van de classis

Ds. Hans van Solkema, preses van de classicale vergadering

Ds. Klaas Dijkstra, consulent van het mobiliteitsbureau

Heleen Haasdijk van het mobiliteitsbureau

Ds. Wilbert Dekker, hij verzorgde de sluiting van de classicale vergadering met een avondgebed