Vertrouwen in bestuur

Het is al langer bekend dat het vertrouwen in instituties niet bijster groot is. Maar dat het vertrouwen in het lokale bestuur in een vrije val naar beneden gaat is nieuw. Vanaf de zomer 2020 loopt het vertrouwen in de overheid, ook op lokaal niveau, snel achteruit. Ruim 50 procent zegt weinig of geen vertrouwen te hebben in de landelijke overheid. In de regio’s Twente en Flevoland ligt het vertrouwen ruim onder het landelijk gemiddelde.

Dat blijkt uit onderzoek van Kieskompas, waarover het dagblad Trouw op zaterdag 5 februari publiceert. Het onderzoek is relevant met de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart in het verschiet. De kritische houding in Twente en Flevoland en de gematigder houding van West-Overijssel sluiten aan bij cijfers die enkele jaren geleden al op deze website zijn gepubliceerd. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van vier jaar geleden; daar zie je in de genoemde streken een sterke aanwezigheid van lokale partijen en soms ook van de meer fascistische partijen.

Kerk 

De kritiek op de overheid loopt tot op zekere hoogte parallel aan de kritiek op de kerk. Als je let op het bestuur van de classis, is het een voortdurend aandachtspunt dat de gebieden Flevoland en Twente op evenredige wijze vertegenwoordigd moeten zijn in de verschillende organen. De aanmeldingen vanuit West-Overijssel voor vacatures komen op de één of andere manier vaak makkelijker spontaan binnen.

De landelijke kerk heeft destijds de functie van classispredikant ingesteld om de kloof tussen grondvlak en land te slechten. Je merkt bij de gesprekken dat er meer  nodig is dan een enkel persoon. Mensen kunnen gemakkelijk voorbeelden vinden van besluiten, waarbij de landelijke bestuurscolleges een eigen dynamiek kennen, die niet altijd correspondeert met gevoelens dichter bij de grenzen van Nederland.

Reserves

Om daar een paar voorbeelden van te geven uit vierjaarlijkse bezoeken: ‘Bij de pioniersgemeenten die je vooral in de randstad vindt, zet men de kerkorde tussen haakjes; maar de kleine gemeenten aan de rand van Nederland spreekt men aan op de kerkorde’; ‘Als er een prijsvraag is waar een financieel fonds pakweg drie jaar vijftigduizend euro beschikbaar stelt, weet je eigenlijk bij voorbaat dat wij niet iets hoeven in te sturen, de jury spreekt onze taal niet en kiest al gauw voor een yuppen-project ergens in de randstad’; ‘er zijn geen pleitbezorgers voor onze situatie in de kern van het bestuur; we zijn als de man die aan de vijver met het levende water ligt en zegt: Ik heb geen mens’.

Kansen

Er zijn voor plaatselijke kerkenraden kansen rond 16 maart om de verbondenheid met de lokale gemeenschap uit te bouwen. Voorafgaand aan de verkiezingen kunnen kerkenraden ruimte bieden voor het debat in kerkelijke locaties, er is gelegenheid belangrijke thema’s voor de kerk, zoals diaconale vragen rond jeugdzorg, armenzorg en bijstand uit te vergroten, de politiek te gedenken in de voorbede en – na 16 maart – persoonlijke gesprekken aan te gaan met nieuw-gekozen afgevaardigden en wethouders. Dergelijke initiatieven kunnen helpen vertrouwen te vergroten in lokale organisaties, zowel van de kerk als van de overheid. Mensen ervaren dan: Er is belangstelling voor ons concrete leven.

Foto: Hoe paarser de kleur rood, hoe sceptischer men kijkt naar de lokale overheid