Promotie Dick Wolters 

Dick Wolters, mensen in Vollenhove kennen hem nog uit de periode dat hij er predikant was, is 2 december gepromoveerd op het thema ‘De kerk als contrastgemeenschap’, ondertitel: Kerk-zijn in een seculiere tijd. Wolters werkt tegenwoordig in Amsterdam. Promotors waren prof. dr. Edward van ’t Slot (Westenholte) en prof. dr. Wouter Slob. Het boek is uitgebracht bij uitgeverij Skandalon. 

In een toelichting stelt de universiteit Groningen, aansluitend bij de tekst achterop het cover:  

'Moet de kerk gered worden? Veel leden van de kleiner wordende kerk denken van wel. Zij hebben de neiging om zich daarbij af te schermen van de samenleving en in een doe-modus te schieten in de hoop de kerk in tegenstelling tot de verdere samenleving te kunnen neerzetten als een plek waar zingeving ervaren wordt.

Dit proefschrift van Dick Wolters zoekt een andere weg, door een fundamentele bezinning te leveren op de kerk en haar roeping, en te zoeken naar een spreken dat enerzijds de eigen kracht van kerk-zijn aan het licht brengt en anderzijds het gesprek met de seculiere wereld bevordert. Vanuit het denken van de Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas wordt het gesprek aangegaan met diverse disciplines binnen de theologie én met een aantal stemmen uit de samenleving: Hans Boutellier, Bas Heijne, Ad Verbrugge en Willem Jan Otten.


Hieruit komt een manier van denken tevoorschijn die heilzaam is voor de kerk in onze tijd. De kracht van de kerk ligt in haar zelfverlies: ze is in haar praktijken (lofprijzing, gebed, verkondiging, biecht, eucharistie, diaconaat, missionaire presentie, etc.) gericht op God, die haar voortdurend aanspreekt en vormt.


De kerk fungeert als contrastgemeenschap binnen de samenleving. Contrast dient niet gedacht te worden vanuit de afgrenzing – als immuniteitsstrategie – maar vanuit de kern. De kerk is een contrastgemeenschap, omdat haar kern ligt in het luisteren naar God, die haar tot bekering roept en een nieuwe blik op de samenleving verleent.


Die is gebaat bij een kerk die anders is dan zijzelf – en omgekeerd. Juist in de contrastrijke ontmoeting met elkaar leren kerk en samenleving zichzelf beter te begrijpen en worden ze geroepen tot wederzijdse verantwoordelijkheid. De kerk wil deze verantwoordelijkheid oppakken, door een concrete, fysieke plek te zijn waar mensen zich kunnen oefenen in het aangesproken worden, luisteren, tot bekering komen, in gesprek gaan, verzoenen, vredestichten en tot zegen zijn’.