Foto: Proponent Peter Lok op de kansel, een betrokken gemeente op de voorgrond

Gastvrijheid in Hasseltse gemeente


Eigenlijk had niemand er op gerekend. Maar de voorganger had de zegenbede  nog niet uitgesproken, de deuren zwaaiden nog niet open, of een enorme regenbui ontlaadde zich boven de Stephanuskerk van Hasselt. Regendruppels kwamen als regenstralen naar beneden en kletsten kapot op het asfalt. Ook de ambtsdrager die de afkondigingen voorafgaand aan de dienst had gedaan, had hier niet opgerekend. Vriendelijk had hij de mensen genodigd: ‘Allen die als gast hier zijn en vandaag de gemeenteleden uit wijk 5, mijn wijk, nodigen we uit om na afloop van de dienst op het Kerkplein een kopje koffie te drinken’.

Toen ik de ambtsdrager later sprak, terwijl hij tussen de bezoekers in de hal en in het gangpad van de kerk koffie uitserveerde, relativeerde hij de buien: ‘Dit heeft ook wel iets. Dan ontmoet je elkaar net weer even anders’. Ik kon het beamen. Al vier mensen, die zagen dat ik met een fiets was gekomen, hadden me aangeboden me naar huis te rijden. En twee jongens boden me vriendelijk een chocolaatje aan. Hoewel de voorganger, proponent Peter Lok uit Wezep, niet uitvoerig op diaconaat had aangedrongen, was de gastvrije houding als vanzelfsprekend aanwezig. Ik zei resoluut dat ik de bui wilde afwachten. Maar andere mensen dachten er anders over; ze namen elkaar mee naar huis, reden auto’s voor en hielden paraplu’s boven elkaars hoofd.

Ik wist dat de gemeente een nieuwe toiletgroep voor de kerk had laten bouwen, die recent was geopend. ‘Meest met vrijwilligers gebeurd’, legde de voorzitter van de kerkenraad me uit. Ik had ruim de tijd voor een ‘inspectie’ en zag hoe mooi één en ander op elkaar aansloot. Een bijkomstig voordeel was, dat de toegang voor toeristen en passanten was verlaagd, omdat je niet een zware eiken deur aan de kant moest duwen, maar door een vriendelijke glazen door als het ware werd uitgenodigd om een kijkje in de kerk te nemen.

Toen ik aankwam en de elektrische fiets op het Kerkplein parkeerde wachtte een gastvrouw mij als toevallige bezoeker op bij de deur. ‘Wilt u een extra boekje, of hebt u dat al?’, vroeg ze. Ik had een psalmbundel bij me met de HSV, maar zag dat zij Weerklank uitdeelde. Ik nam een exemplaar mee. ‘Moet ik ook dat andere meenemen?’, vroeg ik, wijzend op een papier waarop ik de tekst ‘Kerkboekje’ ontwaarde. ‘Nee, dat is voor de kinderen’. Toen even later enkele kinderen neerstreken in de bank voor me, kon ik mee kijken in het boekje. ‘Goede morgen! Fijn dat je er bent’. Zo begon het. Je kon de tekst van het liturgiebord overnemen. En er stonden vragen bij de preek. ‘Tegen wie zegt Jezus deze woorden?’, was een vraag. En ‘Wat is het verschil tussen een herder en een huurling?’ waaruit ik afleidde dat het over de Goede Herder zou gaan. Trouwens, dat was in één oogopslag te zien aan de kleurplaat in het Kerkboekje. Een kind voor me begon direct verwoed op de plaat te krassen, nog voordat er een ambtsdrager in de kerk te vinden was. Boven de kleurplaatje stond een bingo en de vraag: ‘Hoor je alle woorden in de preek?’ Er stonden woorden onder als ‘stem’, ‘Leven’, ‘vlucht’ en natuurlijk ‘Goede Herder’, die je blijkbaar kon aankruisen tijdens de meditatie.

Stipt half tien kwam de kerkenraad in zwart pak en witte blouse binnen. Ze liepen achter door de kerk naar voren. Iemand verzorgde de afkondigingen onder de preekstoel. Over de ‘Groen Gelovig Week’ die begon, met mensen die zich inzetten voor het milieu. Over het draaiboek voor de vakantiebijbelweek. Over iemand die was overleden en iemand die was geboren. En over werk dat zeven jongeren afgelopen week in het huis van vrede hadden gedaan. Daarna gingen we zingen. Psalm 127: 1 en 2. ‘Vergeefs op bouwen toegelegd / vergeefs om ’t huis voltooid te zien, / gezwoegd, gezweet, o arbeidslien, / zo God Zijn hulp aan ’t werk ontzegt’. Daarna volgde het votum en Psalm 95: 1 en 4. In vers 4 kondigde zich het thema verder aan: ‘Want Hij is onze God, en wij / zijn ’t volk van Zijne heerschappij, / de schapen, die Zijn hand wil weiden’.

Daarna las proponent Peter Lok de tien geboden. ‘Onze jeugdwerker’, had de ambtsdrager hem genoemd. Je merkte dat hij jeugdwerker was in het opstapje dat hij maakte voor de decaloog. Hij legde uit  hoe Psalm 32: 5 - de Psalm die de gemeente na de lezing zou zingen - aansloot bij de tekst. ‘Wil toch niet stug gelijk een paard weerstreven’. De voorganger veronderstelde dat sommige kinderen misschien wel eens paard hadden gereden en hadden gemerkt hoe het paard een bit in de mond had gehad. Hij moedigde de mensen aan zich iets makkelijker te laten sturen dan de paarden eigen is. 

In het gebed om de opening van het Woord kregen verschillende werkers in de kerk een plek: de koster, de organist, de kerkenraad en ook de voorganger: ‘Gedenk Uw knecht’.

De prediking was opgebouwd vanuit drie punten die terloops werden aangereikt: in de stal; door de deur; naar de wei’. En het thema vanuit Johannes 10: 14 – ‘De Goede Herder’. De voorganger die oorspronkelijk uit Sint-Jansklooster komt, inmiddels een beroep heeft aangenomen naar Zalk – Veecaten en ondertussen in Wezep woont, vertelde dat hij op de hei bij Wezep eens zo’n herder in het veld was tegengekomen. Hij had de man gesproken. Voor hem als passant was een schaap een schaap. Maar de herder kende de schapen bij name. Hij kende ook de inborst. En hij vertelde dat je ‘belhamels’ had. Je hebt ook ‘leidhamels’, die de toon in de groep zetten. Toen ik later in het woordenboek keek, zag ik dat een ‘hamel’ een gecastreerde ram is.

De voorganger wees op het verschil tussen Wezep en Israël; de gevaren waaraan een kudde blootstaat in Israël. Als herder moet je er tussen springen als er gevaar dreigt van bijvoorbeeld een wolf. Jezus wijst de herders van het volk Israël op die taak; dat zijn de farizeeërs en de schriftgeleerden. Hij refereerde aan het verhaal voor de Goede Herder in het evangelie van Johannes, als het gaat over een blindgeborene die door Jezus wordt genezen. De leiders van het volk – mocht je verwachten – zouden hem als Messias herkennen, maar ze zijn te zeer bezig met hun eigen gezag om daar oog voor te hebben. De voorganger legde de tekst uit en stelde de gemeente diverse vragen. Of men eigen afhankelijkheid van de Herder onderkende of dat men zichzelf verstond als ‘Ik ben toch een goed-mens’, zoals de farizeeën zichzelf verstonden als goede leerlingen van Mozes. De vermeende goedheid kan een mens in de weg zitten om zich over te geven aan het evangelie.

Na de overdenking volgde Psalm 23a uit Weerklank een tekst van de dichter-dominee uit de negentiende eeuw Jan Jakob Lodewijk ten Kate, tekst die je ook in het liedboek voor de kerken vindt: ‘De Heer is mijn Herder! ‘k Heb al wat mij lust’. Na de gebeden werd de slotzang staande gezongen: ‘Zo zullen wij, de schapen Uwer weiden, / in eeuwigheid Uw lof, Uw eer verbreiden’ (Psalm 79: 4 en 7). De collecten voor diaconie, onderhoud en pastoraat werd bij de uitgang gehouden, waar je het geld in drie holtes kon deponeren met daaronder een bak waarin de bijdragen werden verzameld.

Ik liep na afloop nog even rond door de kerk. Er was een predikantenbord met voorgangers die de hervormde gemeente te Hasselt sinds de Reformatie hebben gediend. Ds. Th. Roothuis was de eerste en zette de toon van 1586-1594. Naarmate mijn oog verder gleed kwamen de namen me bekender voor. Ds. A.C. Enkelaar die mijn moeder (een geboren Hasseltse) ooit catechisatie gaf, hij diende Hasselt van 1922-1951, zag ik. En ds. W.H. van Kooten, die mijn ouders trouwde, was in Hasselt van 1954-1961, zei het bord. Ds. M. Maas (2007-2011), die nu in Rijssen werkt, zag ik. En de meest recente ds. H. Westerhout, die in Hasselt stond vanaf 2013 en het jaar van afscheid moest nog volgen. Dat zal wel komen als de nieuwe predikant zijn intrede doet binnenkort, vulde ik zelf in, dan kunnen beide in één keer aan het bord worden toevertrouwd: het jaar van afscheid van Henk Westerhout en de nieuwe naam van ds. Petrus Wijnberger met het jaartal 2024. Het bord zal het ongetwijfeld houden op: ds. P. Wijnberger.

Zo af en toe zijn er impressies te lezen op deze site van kerkdiensten in de regio. Wie nog een paar andere indrukken wil opdoen, kan hieronder terecht: 

Mastenbroek
Kraggenburg
Almelo 
Wierden
Ens
Wilsum
Enschede
Gramsbergen
Rijssen
Delden
Almere
Bant

Foto: Predikantenbord 

Foto: Koffie na afloop, noodgedwongen niet op het Kerkplein, maar binnen

Foto: De collectes bij de uitgang

Foto: Een laagdrempelige toegang

Foto: Nieuw sanitair, net buiten de oorspronkelijke kerk, stijlvol aansluitend bij het kerkgebouw

Foto: Een bewijs dat het er in vroegere tijden niet altijd als vanzelfsprekend netjes aan toeging

Foto: Terug naar huis door de Mastenbroeker polder, de kerktoren van Hasselt in onverwacht grijze lucht achterlatend