Foto: vrije associatie bij het thema van een minder uitgetekende man die in een museum voor blinden en slechtzienden in Nijmegen is neergehangen (archieffoto)
Gemeenten gebruiken kerkorde steeds vaker om flexibele schil te houden
Hoe heeft de wetgeving in de kerk rond ‘de hulpdiensten’ zich ontwikkelt de laatste twee jaar? Die vraag stond recent centraal bij een bezinning van betrokkenen, waarbij ook de classis Overijssel-Flevoland was betrokken. Het is zinvol zo af en toe nieuw doorgevoerde wetgeving (kerkorde) tegen het licht te houden. Zo kwam ord. 3.18 aan de orde, de tekst die destijds met enig tromgeroffel werd geïntroduceerd. De regeling geldt vanaf 1 juli 2021.
Waar gaat ordinantie 3.18 over?
Het gaat over incidentele hulpdiensten, structurele hulpdiensten, beroep in tijdelijke dienst en beroep in tijdelijke dienst van een beginnend predikant (voor uitleg, klik hier). Enkele kleine gemeenten maakten zich zorgen over het thema ‘structurele hulpdiensten’. Zij waren gewend om een emeritus aan te stellen voor het werk en werden in hun mogelijkheden beperkt, doordat ze zo’n persoon maar twee jaar konden aanstellen, met toestemming van het bm van de classis voor nog twee jaar en dan was het einde verhaal.
Waarom werd ordinantie 3.18 geïntroduceerd?
Het ging bij de introductie om het uniformeren van de rechtspositie van predikanten. Er kwam een zelfde, deugdelijke basis onder de aanstelling te zitten. Tegelijk werd gezegd dat op die manier aankomende en dienstdoende predikanten meer mogelijkheden kregen doordat de doorstroming beter zou worden.
Hoe reageerden betrokkenen nu na ruim twee jaar ervaring?
Men stelde vast dat er veel gebruik gemaakt wordt van onder meer de inzet van structurele hulpdiensten. Over het algemeen zijn de ervaringen positief. Men waardeert de duidelijkheid.
Is er ook kritiek?
Dat valt mee. Er zijn wel aandachtspunten die je moet uitleggen. Zo is er een opslag van tien procent voor de inzet via de landelijke organisatie en men betaalt een bezettingsbijdrage van ongeveer acht procent. Desalniettemin zijn er gemeenten die hiervoor kiezen, ook al zouden ze kunnen overwegen direct permanent een invulling te kiezen. Een enkele gemeente laat de landelijke organisatie buiten de contractstelling om iets goedkoper uit te zijn. De meesten doen dat niet en dat is zuiverder. Als men massaal van de dienstverlening af zou zien zou er geen inzet van bijvoorbeeld ambulante predikanten zijn of je zou een extra heffing vanuit de algemene heffingen moeten doorvoeren.
Beantwoordt de regeling aan zijn oorspronkelijke bedoelingen?
Ja, tegelijk zie je een verschuiving. De regeling is oorspronkelijk bedoeld om de rechtspositie van predikanten gelijk te trekken met die bij andere instellingen. In de praktijk zie je de regeling nogal eens gebruikt worden door gemeenten die behoefte hebben aan een flexibele schil. Daarmee kom je gemeenten tegemoet die een zekere terughoudendheid in acht willen nemen, die in staat willen blijven op een later moment echt beslissingen te nemen.
Kan die ruimte niet misbruikt worden, zodat uiteindelijk het doel van de ‘rechtspositie’ ondergeschikt wordt gemaakt aan het vermeende belang van een gemeente ‘een flexibele schil’ te willen?
Ja, dat zou kunnen. En daarom dient de classis alert te zijn en al bij vacatures in de gaten te houden dat men niet te snel naar de ‘hulpdiensten’ grijpt. Formeel heeft de classis daarover geen zeggenschap. Die zeggenschap komt pas als er verlenging nodig is en dan kan men weigeren nog twee jaar zo’n constructie aan te gaan.
Zijn er nog andere manieren waarop de kerkenraden speels omgaan met de regels?
Ja, je kan soms een verlenging krijgen door een jaar onder de radar te verdwijnen. En de regels worden ook wel gebruikt voor mensen uit kerken die formeel niet bevoegd zijn. Zij worden dan rechtstreeks betaald en conform het conceptcontract behandeld.
Is het standaardcontract van internet betrouwbaar?
Ja, dat is het. Daarin is ook een stoppersclausule opgenomen. Dat maakt de flexibele regeling nog flexibeler.
Zijn er nog aanpassingen te verwachten in de regeling?
Dat is onzeker. Sommige mensen zouden wel willen dat de regeling nog een keer extra verlengd kan worden, dus opgerekt wordt naar zes jaar. Nadeel daarvan is dat de rechtszekerheid – waar het ooit voor was bedoeld – nog minder wordt. Je gaat uit de pas lopen met sectoren buiten de kerk.