Foto: Wat moet je als volgende generatie met een kerkgebouw? (associatieve archieffoto)
Miraculeuze stijging van waarde kerkgebouw
Koos van Noppen van het Nederlands Dagblad kaartte het thema aan in de landelijke krant waar hij voor schrijft. Daarna volgen andere media. Hij beschrijft de verkoop van een kerk in het Groningse Woldendorp; de kerk ging van de hand voor 10.000 euro en belandde bij een Amsterdamse organisatie Reliplan geheten, een makelaar in religieus erfgoed. Wat schetst de verbazing van de Groningers die amper het geld op de rekening hebben ontvangen of dezelfde kerk staat te koop voor 495.000 euro. Het leest als een verhaal van Sywert van Lienden: Iemand houdt een innemend praatje over ‘belang van religieus erfgoed’ en het verlangen ‘in elke provincie een kerkgebouw aan te kopen omwille van de volgende generatie’, maar de inkt is nog niet droog of de verkopende mensen in de provincie worden geconfronteerd met de handigheidjes van het westerse bedrijfsleven.
Is er dan geen classicaal college voor de behandeling van beheerszaken (CCBB) die meekijkt in dat soort transacties en die veiligheidshalve een soort ‘kettingbeding’ of een ‘meerwaardeclausule’ laat inbouwen? Navraag leverde op, dat het CCBB de transactie heeft goedgekeurd destijds zonder een dergelijke voorwaarde te stellen. In het Friese Hiaure is andere kerk op een soortgelijke basis verkocht.
Hoe kan het dan zo ver komen dat de CCBB gaan onraad heeft geroken? Het blijkt dat de kerkrentmeesters jarenlang hebben moeten lobbyen om de kerk te verkopen. De regionale erfgoedbeheerders, zoals de Stichting Oude Groninger Kerken, wilde de kerk wel overnemen op voorwaarde dat er een bruidsschat werd meegegeven. Die kan oplopen tot enkele tonnen. Met de bruidsschat betaalt de nieuwe beheerder het noodzakelijke onderhoud. Wat een verademing als er dan een bod uit de Randstad komt van iemand met idealistische woorden over het erfgoed, die niet spreekt over een bruidsschat en zelfs meer wil betalen dan de gebruikelijke ene euro overdracht. Tienduizend euro is dan een mooi bedrag. Totdat de aap uit de mouw lijkt te komen….
Overigens is de organisatie Reliplan met het aanbieden van de kerk nog niet ‘verlost’ van de kerk. Er moet zich eerst nog een koper melden. En de koper moet er rekening mee houden dat de kerk in Woldendorp een Rijksmonument is. De kerk in Hiaure is overigens een gemeentelijk monument. Je mag dus niet maar zo allerlei aanpassingen aan het gebouw aanbrengen, laat staan het gebouw tegen de vlakte gooien. Daarnaast heb je de plicht om als goede huisvader / huismoeder het gebouw niet tot een ruïne te laten verworden, maar waterdicht te conserveren. Dat roept de vraag op wie dat controleert en wie er iets doet als dat onderhoud ontbreekt. Bij een rijksmonument zou dat de monumentenwacht kunnen zijn die valt onder de provincie en bij een gemeentelijk monument de gemeente. Maar is er zoiets als toezicht op dit soort zaken vanuit deze overheidsorganen? En wat doen deze organen als de eigenaar zegt over onvoldoende middelen te beschikken voor extra onderhoud.
Het Nederlands Dagblad schrijft over Woldendorp, dat Reliplan, makelaar in religieus erfgoed, het kerkje op een kavel van bijna 5000 vierkante meter al digitaal in de etalage heeft staan. ‘De gemeente staat open voor ontwikkeling’, luidt de toelichting. ‘Wellicht woonzorg, waarvan de kerk een onderdeel is? Seniorenwoningen, met de kerk als middelpunt? Er is ruimte genoeg!’ Andere deskundigen doen de tekst af als ‘verkooppraatjes’.
Op de vraag of het CCBB onverkort het beleid continueert, zegt een ingewijde, dat de situatie in het Groningse (en Friese) dorp tot nadere bezinning heeft geleid. Naast de blijdschap dat er iets het kerkgebouw gebeurt, kan je de nuchterheid in bouwen om iets van een ‘meerwaardeclausule’ op te nemen, zoals we die kennen bij voetballers, die van de ene naar de andere club gaan, waarbij de meest oorspronkelijke club een deel van de revenuen ontvangt.
Uit informatie van het Kadaster, meldt het Nederlands Dagblad nog, blijkt dat de huidige eigenaren de kerk op 8 maart 2024 voor 10.000 euro hebben gekocht. In het dorp wordt bij navraag telkens de naam van ‘mevrouw Kalse’ als koper genoemd. Mevrouw Kalse is de helft van het miljonairsechtpaar Menckeberg-Kalse, dat geregeld in de Amsterdamse pers is afgeschilderd als zijnde huisjesmelkers.
Het Kantoor Kerkelijke Goederen uit Amersfoort was ook bij de situatie in Groningen betrokken, meldt Koos van Noppen, maar daar zag men geen handelswaarde in het gebouw en de ideële stichting van de Oude Groninger Kerken kon onvoldoende met het aanbod uit de voeten om de kerk zelf aan te schaffen.