Foto: associatieve foto vanuit de vraag - 'Wat stuwt het schip voort?'

As van Nederland wil agenda verrijken


Enkele classispredikanten overleggen met elkaar of de oriëntatie op grote gemeenten en op gemeenten die groeien steviger op de agenda kan komen. Het zijn met name de regioleiders op de As van Nederland, de band die midden over Nederland loopt van Wierden tot Ridderkerk, die zich met deze vraag bezig houden.

Het discours in de Nederlandse kerken wordt al decennialang gedomineerd door de teruggang in leden. ‘Kerk in crisis’ is een logisch thema als je ziet dat ongeveer drie procent van de leden de kerk de rug toe keert. Maar dat wil nog niet zeggen, dat je met die waarneming je hele agenda moet laten vollopen door de gemeenten die daardoor in de gevarenzone belanden. Er zijn ook gemeenten die perspectieven bieden één of meer generaties christenen onderdak te kunnen bieden. En er zijn gemeenten, ongeveer twaalf procent, die groeien qua omvang. Wat staat er op de agenda van deze kerkelijke gemeenschappen? Hoe ordenen de kerkenraden ter plaatse het geestelijk leven? Dat zijn de vragen die de classispredikanten uit de As van Nederland zich stellen.

Het gaat dus om een agendakwestie en niet per se om een groeivraag. Aarnoud van der Deijl maakt zich in zijn boek ‘De toekomst van de kerk’ kwaad over alle schema’s die als therapie worden aangereikt voor toekomstige groei. De kerk maakt winterse tijden mee en het zal wellicht ooit voorjaar worden, maar dat voorjaar laat zich niet afdwingen door een methode, zo is de onderliggende gedachte.

Het gaat dus niet om een therapie. Het gaat wel om het benoemen van die factoren die je gezond kunnen houden in de winter, de vitamine-D. Vergelijk het met de kinderen die zich spiegelen in voetballers als Virgil van Dijk en Sem Steijn. Ze weten diep in hun hart dat ze vermoedelijk niet eens de status van profvoetballer zullen bereiken, maar dat neemt niet weg dat ze hun aanpak bij de F-jes oppakken vanuit de beelden die ze overnemen van de voetbalfenomenen. Vergelijk het met een uitgever. Hij vult de nieuwe aanbiedingen niet met de winkeldochters van het oude seizoen, maar met de klonen die doorzetten op de bestsellers van de achterliggende periode. Het is dus een agenda-kwestie.

De classispredikanten op de As van Nederland concludeerden na een eerste inventarisatie dat er in diverse classes gemeenten zijn die groeien. Van Urk tot Woudenberg. Soms zijn het specifieke wijken die de wind in de rug hebben, van wijk 2 in IJsselmuiden-Grafhorst tot Dom, Jacobi en Nieuwe Kerk in Utrecht. Wat hebben deze groeigemeenten met elkaar gemeen? En wat zou je daaruit op de agenda moeten zetten voor de kerk als geheel in Nederland?

Het mag duidelijk zijn dat de demografie een rol speelt. Als je in een plaats woont, waar geen enkele nieuwbouw wordt gepleegd, is het lastiger dan wanneer je woont in een plaats met ambitieuze nieuwbouwplannen. En toch komen niet alle nieuwbouwwijken in de groeicijfers voor. Is de ene gemeente actiever met het gezicht geven aan de kerk in een nieuwbouwwijk dan de ander?

Natuurlijk speelt ook de sociale cohesie in een kerk een rol. Word je gemist als je er niet bent? Zijn er mensen die je aanspreken na afloop op een indringende ervaring afgelopen week?

Het is opmerkelijk hoeveel hervormde, gereformeerde en lutherse gemeenten op peil blijven. En hoe wijken met een duidelijk profiel zich handhaven. En plaatsen waar je als kerk al indringend aanwezig bent, laten zich makkelijker door ontwikkelen dan plaatsen waar je ontbreekt. Het is geen toeval dat Mozaïek gelanceerd is in Veenendaal, nota bene de plaats waar de meeste protestanten (als je inclusief de hervormde gemeenten rekent) wonen in de hele regio. Mozaïek begint niet in Vaals of in Axel. Men kiest bewust voor Veenendaal en voor Rijssen.

Een ander onderbelichte vraag betreft de situatie van de grote gemeenten. We kijken dan naar het absolute ledental. De grootste gemeenten vind je op de As van Nederland. Ze zijn vaak samengesteld uit diverse lagen, met diverse wijkgemeenten. Ze hebben diverse vragen gemeenschappelijk. Ze hebben bijvoorbeeld last van de toenemende bureaucratie in Nederland en hebben daar verdere professionele inzet voor nodig; noem de aangestelde mensen directeur of predikant met een bepaalde opdracht of administrateur of medewerkers van een regionaal kerkelijk bureau. Ze worstelen met de vragen van communicatie tussen de diverse lagen.

Ze zeggen soms – net als de kleine gemeenten – dat ze last hebben van de regeltjes van de kerkorde. Daar valt veel over te zeggen. In ieder geval zijn er ook regeltjes die zo eenduidig zijn, dat ze voorkomen dat er via de achterdeur van de grote gemeente nog veel meer geregeld moet worden dan bestuursleden aanvankelijk dachten, toen ze nog bij de voordeur van de kerkorde stonden. Kunst is dan te differentiëren tussen nuttige verwoordingen en overbodige regelknechterij.

Classispredikanten van de As van Nederland werken de eerste inventarisatie verder uit. Ze hopen uiteindelijk de agenda van de kerk compleet, constructief en communicatief te helpen maken. Drie C’s. Dat is in ieder geval al een cliffhanger.

Wilt u meedenken over bovenstaande vragen? Digitale reacties en suggesties zijn hartelijk welkom. Even mailen naar k.vanderkamp@protestantsekerk.nl