Tijdens een werkgemeenschap van predikanten in de regio Enschede leidde ds. Job Stein uit Haaksbergen-Buurse een gedachtewisseling in over het gebruik van de media. Zijn inleiding is herkenbaar voor andere regio’s en leest prettig. We geven de tekst hieronder ter inspiratie.

“Wij (dominees) en de media, de media en wij (dominees)”

Aanzet voor gedachtewisseling op de Werkgemeenschap Enschede op 16 september 2021
door Job Stein, predikant te Haaksbergen-Buurse


Ik had me laten strikken om 300 motorrijders die deelnamen aan de motortoertocht ‘rijden voor geluk – wensambulances Oost Nederland’ op een zondagmorgen om 11:30 uur – na kerktijd - op weg te sturen.

Het voelde als meneer pastoor die een zegen moest geven, en dat was het ook wel een klein beetje. Maar er was ook gevraagd om stil te staan bij het overlijden van Kees Veldboer de een paar weken eerder overleden bedenker van Wensambulance Nederland en eveneens en om de mensen te vragen om te applaudisseren voor de zorg. Het ging dus om meer dan de wijkwast alleen.

De motorrijders waren behoorlijk wat later dan het afgesproken tijdstip op de Markt van Haaksbergen. En behalve dat ik daar wat onhandig rondliep op het afgesproken tijdstip, liepen er wat lokale persvrouwen en persmannen even onhandig rond. We liepen eerst om elkaar heen en vroegen elkaar allemaal: “Bent u van de organisatie?” Toen het mij gevraagd werd antwoorde ik: “Nee, ik ben gevraagd om de aftrap te geven”. Waarop het antwoord was: “Oh, u bent de pastoor ?”. “Soort van, maar dan protestants” was mijn antwoord.

Het is duidelijk dat we ons in Twente in een rooms-katholieke omgeving bevinden. Ook is duidelijk dat - als persmensen al een beeld bij iets van de kerk hebben-, dat van de RK-kerk is. Daar zullen we mee moeten leven en daar zullen we ons rekenschap van moeten geven.

Na afloop van de happening sprak ik nog even met de motormuis die het allemaal georganiseerd had. Het bleek dat hij niet uit Haaksbergen kwam. Ik vroeg hem hoe hij dan bij mij uitgekomen was. Hij bleek te hebben gegoogeld en daar het interview tegengekomen te zijn dat 2 jaar geleden, bij mijn intrede in Haaksbergen, in het regionale dagblad had gestaan. Op grond van dat interview meende hij wel kans te maken. Zo werkt het anno 2021 dus ook.

 

Het evenement “Rijden voor geluk” had werk gemaakt van zijn PR en behalve de lokale omroep was ook RTV-Oost van de partij en ‘Hart van Nederland’ van SBS6. Ik heb dat weekend veel televisie gekeken op netten waar ik anders niet kom. Van mijn zo goed gekozen woorden, ik had er echt mijn best op gedaan, was alleen het verzoek om een minuut stilte in acht te nemen overgebleven. Zeker de TV laat van een kwartier maar een paar seconden over.

 

Het is heel goed dat we ons beseffen dat het belang, dat wij bij aanwezigheid in de media hebben, lang niet altijd overeenkomt bij het belang dat het betreffende medium heeft. En het is nog beter om te beseffen dat zoals wij niet gedicteerd willen worden door de pers, de pers nog veel minder gedicteerd wenst te worden door wie ook maar. Persmuskieten zijn daar zo mogelijk nog allergischer voor dan wij ‘dienaren van het Goddelijke Woord’. Dat neemt evenwel niet weg dat we iets voor elkaar zouden kunnen betekenen.


Soorten media

Media hebben belang bij verhalen, wij hebben er belang bij dat bepaalde van onze verhalen ook een andere groep bereiken dan onze vaste klanten. Daarover en daarbij een aantal gedachten en inzichten om dadelijk met elkaar in gesprek te komen.

Allereerst wil ik even wat lijnen trekken.

Anno 2021 hebben we te maken met drie soorten media: gedrukte media, audiovisuele media en digitale media.

Gedrukt gaat het om:
- lokale huis-aan-huisbladen

- regionale dagbladen

- landelijke dagbladen

 

Bij Audio en Visueel gaat het om:
- podcast

- lokale omroep

- regionale omroep

- landelijke omroep


Bij digitale media gaat het om:  
- websites

- YouTube

- Facebook

- Twitter

- TikTok

 

De digitale media bevinden zich aan de rand van mijn blikveld, daar ben ik dus nauwelijks tot niet mee vertrouwd. De lijst is vast langer te maken met dingen die nu hip zijn, maar helemaal buiten mijn horizon liggen.

Digitale media kun je voor een groot deel naar je eigen hand zetten. Daar zit vaak geen journalist of redactie tussen. Het is overigens maar de vraag of dat altijd de communicatieve waarde bevordert.


Als voorbereiding op dit praatje sprak ik met een freelance journalist uit mijn netwerk en met vertegenwoordigers van de lokale omroep RTV-Sternet, wie kent haar niet? De journalist die ik sprak bood een verrassend doorkijkje. Als freelancer hoort hij ook niet helemaal bij het krantensysteem,  maar kent hij het wel van binnenuit. Hij vertelde onder meer dat zeker in lockdowntijd, toen ook journalisten er niet op uit konden trekken, zij websites afstruinden op zoek naar mogelijke verhalen.

Blijkbaar zijn ze daar mee doorgegaan, want laatst overkwam ons dat in Haaksbergen. Een journalist had op de wervingssite Indeed een afgeleide tekst van de website gezien dat er een predikantsvacature was en wilde daar dezelfde week nog een verhaal over maken en graag een interview. Die journalist had contact gezocht met de scriba. De voorzitter van de kerkenraad die ook het woord voert in dit soort situaties was met vakantie daarom overlegde de scriba met mij als plaatsvervangend voorzitter. De scriba en ik kwamen tot de conclusie dat toegeven aan de druk om het verhaal diezelfde week nog te maken misschien wel in het belang van de journalist was, maar niet in het onze. We hebben hem de journalist dus vriendelijk laten weten dat we op een later moment graag met hem in gesprek gingen maar het beroepingswerk ook eigenlijk nog opgestart moest worden en onze woordvoerder bovendien met vakantie was.


Een week later belde Klaas van de Kamp me, dat hij benaderd was door dezelfde journalist. Klaas wilde even horen of hij op zijn hoede moest zijn – Klaas kent het PR-vak als geen ander – of niet. Voor op zijn hoede zijn was geen reden. Diezelfde ochtend had de journalist zich gemeld bij onze scriba dat hij contact gezocht had met een opleidingsinstituut en het landelijk bureau en dat daarom een telefonische uitwisseling voldoende was, wie hij daar deze week voor zou kunnen benaderen.


Journalisten werken met deadlines. Dat kan behoorlijk intimiderend overkomen. Zeker bij dominees die zich maar wat graag dienstbaar opstellen naar anderen.


Persmuskiet

De freelancer gaf de volgende waarschuwingen mee voor situaties waarin een persmuskiet je tegemoet treedt:


- Reageer niet te primair, denk goed na wat je zegt


- Geef korte en duidelijke antwoorden. Geen paulinische zinnen dus.


- Hoed je voor “of the record” aanvullingen.


- Hoed je nog meer voor “onnozelheid van de journalist”, voor je het weet ontfutselen ze je daar iets mee. Het schijnt een journalistentruc te zijn om een vraag twee keer te stellen. Vaak is het tweede antwoord dan wat ongenuanceerder dan het eerste. Dan kun je er vergif op innemen dat ze het tweede gebruiken.


- Je kunt vragen om het bericht te mogen lezen. Als je dat doet graag wel de journalist in diens waarde laten en niet het halve stuk gaan herschrijven. Een collega met veel PR-ervaring merkte hierbij op dat hij het helemaal niet meer vroeg. Als je vraagt om het te mogen lezen kan de journalist tot het randje gaan vanuit het idee dat jij het er wel uitvist, als je hem het vertrouwen schenkt let hij hoogstwaarschijnlijk beter op zijn woorden.


- Journalisten vinden het niet fijn gereduceerd te worden tot jouw voordvoerder. Het is dus ook hun taak om vragen te stellen. De journalist illustreerde dat met een verhaal over het samengaan van Hervormd en Gereformeerd in Haaksbergen in 2016. De mensen die hem te woord stonden wilden alleen een halleluja-verhaal, terwijl iedereen wist dat het niet zonder slag of stoot gegaan was. Haaksbergen fuseerde niet voor niets pas in 2016.

- Zijn advies was ook om zoveel mogelijk aan de voorkant te sturen door middel van een persbericht en bij dat persbericht bijvoorbeeld ook cijfers en feiten aan te reiken.


- Houd persberichten neutraal.


- Kranten willen geen gedoe met fotorechten. Let daarop als je een foto aanlevert. Bij YouTube speelt iets soortgelijks, maar nog dringender. YouTube filtert muziekgedeelten eruit waarvan ze niet zeker weten dat jij de rechten daarvan hebt. Dat kan dus met zich meebrengen dat je filmpje op zwart gaat.


- Vermeld in een persbericht altijd ook bij wie men terecht kan voor vragen n.a.v. het persbericht met de contactgegevens.


- Persberichten voor een huis-aan-huisblad beperkt houden tot 300 of liever nog 250 woorden.


- Persberichten moeten in ieder geval Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom bevatten. De toon is van belang. Niet plechtig, niet belerend, wel informatief en als het even kan ook verrassend. Oftewel, het maken van een persbericht is een kunst op zich.


- Er is nog iets anders in het spel waardoor RK berichtgeving sterker overkomt dan Protestantse berichten. Elke protestantse gemeente is nog steeds een soort van éénpitter, met in elk dorp iemand die zich voor PR verantwoordelijk voelt. De RK is communicatief denk ik gewoon beter op basis van hun centralistische bestuurscultuur die anno 2021 ook nog eens versterkt wordt door het feit dat de RK één gezicht heeft voor heel Zuid-Oost-Twente en de Protestantse Kerken in Nederland in datzelfde gebied wel 15 gezichten kent.

PR is net als heel veel pastoraat een kwestie van een lange adem. Als een krant of een redacteur je leert kennen dan is de bereidheid om iets te plaatsen groter dan wanneer je een volstrekte vreemde bent.


Vrijwilligerswerk

Dan ook nog een en ander over de omgang met de lokale-omroep. Dat is – net als kerkenwerk – voor 95% vrijwilligerswerk. Dat brengt dus een andere dynamiek met zich mee dan de omgang met de schrijvende pers.

Het legt mij geen windeieren dat ik eigenlijk heel toevallig op het spoor gekomen ben van de centrale figuur van onze lokale omroep RTV-Sternet. Ik neem jullie even mee naar hoe dat gegaan is. Het begint bij het bestuurslid van de RK-parochie met PR in diens portefeuille. Die PR-man heeft een neefje met een afstand tot de arbeidsmarkt die vrijwilligerswerk doet voor de lokale omroep. Die PR-man heeft dankzij die connectie 2 jaar geleden een video-interview geregeld rondom het V&Tmagazine dat we destijds nog samen met de RK-parochie uitbrachten. In de voorbereiding van dat item merkte ik dat de lokale omroep aangeslagen was op het woord samenwerking. Iets van samenwerkende kerken is blijkbaar veel interessanter dan iets dat op eigen houtje opgezet wordt. Dat heb ik in mijn oren geknoopt.


Dat heeft zich vertaald in de coronatijd toen we een coronaproof Kerstevent opgetuigd hebben, zeg maar een soort van kerstavondviering die thuis beleefd kon worden. Helaas haakte de veel grotere RK niet aan, omdat zij al vergevorderde andere plannen hadden. Gelukkig haakten de veel kleinere Christengemeente en pionier van het Leger des Heils wel aan en kon ik dus met een goed geweten over samenwerkende kerken schrijven. Het heeft ons geen windeieren gelegd dat de RK in hun eigen spoor iets met kaarsen wilden doen, en wij op ons eigen spoor iets anders met kaarsen wilden doen. Die link hebben we in het persbericht gebruikt.

Met dat Kerstevent hebben zowel wij als de lokale omroep overigens een te grote broek aangetrokken. Er was beperkt tijd voor de montage. Het eindproduct was dan ook niet om over naar huis te schrijven. We hadden meer voorbereidingstijd moeten steken in een script en story-borden de coördinator van de lokale omroep had het niet in zijn eentje moeten oppakken, maar er anderen bij moeten vragen. Dat hebben we ervan geleerd.

Toen we dat nog allemaal niet wisten hebben we toch ook de aandacht van de regionale krant weten te trekken met een persbericht waarin we de gezamenlijkheid van PKN, ChrGJ en LdH onderstreept hebben evenals de kaarsen initiatieven van ons zowel als van het rooms-katholieke initiatief. Het is de redactie opgevallen en ze hebben een Teams-interview voorgesteld met een dominee en de pastoor en een fotomoment. Op zo’n moment staat de pastoor er dan. Hij heeft denk ik betere

mediatraining gehad dan ik – en jullie. Hij had in ieder geval een lijstje klaar met alle Kerstvieringen van hun parochie en mailde dat tijdens het Teamsinterview nog naar de redacteur. De redacteur voelde zich meer aangesproken door het idee om het Kerstevent uit te laten lopen op het voor je voordeur zingen van het Stille Nacht. Zij belde de middag van 24 december of ik haar in contact kon brengen met mensen die daarvoor naar buiten zouden komen. Hoewel ik me toch al niet verveelde heb ik iemand weten te regelen. Doordat ze daarvoor op stap geweest is, heeft ze de uitzending gemist en daardoor het amateurisme ervan niet opgemerkt. Soms zit het ook gewoon mee.

Als ik het van mijn zegslieden bij RTV-Sternet goed begrepen heb is hun equivalent in Enschede 1 Twente en voor Losser, Dinkelland en Oldenzaal Twente FM. Bij RTV-Sternet en 1 Twente heeft het beeld de meeste aandacht en hangt de radio er een beetje bij, bij Twente FM is dat andersom en heeft de radio de hoofdrol. Daar hangt het beeld er een beetje bij.


Op basis van de contacten die via het VT-interview en de registratie van het Kerstevent gelegd zijn hebben de Protestantse gemeente Haaksbergen-Buurse en RTV-Sternet nu een interessant samenwerkingsproject opgezet van 4 vloggen Workshops. Zo leveren we ook een bijdrage aan de leefbaarheid van ons dorp.


Relatie

Waarom deze voorbeelden ?


- PR heeft veel met relaties te maken, relaties die de tijd moeten krijgen om te groeien.


- De omgang met de Pers heeft te maken met belangen. Wat is ons belang ? Wat is het belang voor het medium dan wel de samenleving. Als je dat niet duidelijk hebt is het beter te zwijgen dan te spreken / te schrijven.


- Je moet ook gewoon geluk hebben: een situatie die zich voordoet waar je op voort kunt borduren, een redacteur die nog op zoek is naar een verhaal e.d..

 

Hopelijk biedt deze inleiding een aanzet tot gedachtenwisseling. Bedankt voor jullie aandacht.

Foto: ds. Job Stein

Wie het artikel in TC Tubantia wil lezen waaraan gerefereerd wordt, kan hier klikken (even scrollen). 

Onlangs verscheen er in Gaandeweg, het Zwolse kerkblad, een inspirerende column waarin de auteurs duidelijk maken hoe men gemeentebreed de inzet van social media kan bevorderen. Nieuwsgierig? Klik hier. Theo Brand en Karlijne Brouwer schreven het.