Foto: Ds. Sytze de Vries en ouderlinge Phia Boon drukten bezoekers na afloop van de dienst de hand

Boek der boeken centraal op kerkplein van Deventer boekenmarkt

‘Vandaag is er boekenmarkt in Deventer. Bij ons staat het boek der boeken centraal’. Phia Boon, de ouderlinge van dienst, heette aan het begin van de viering op 4 augustus in de Lebuïnuskerk de bezoekers welkom. Ds. Sytze de Vries uit Amsterdam was als taalgevoelig voorganger uitgenodigd om de dienst in dat kader te verzorgen.

Toen ik als bezoeker de kerk bezocht, zag men naar hem uit. ‘Daar is de dominee’, zeiden twee wachtende Deventenaren bij de deur. ‘Ja, soort van’, zei ik. ‘U hebt toch gebeld over het pontje, waarmee u wilde komen?’ ‘Daar heb ik geen actieve herinnering aan’, zei ik en liep door. Ik stuitte daarna op een vrouw die papieren en liedboeken uitdeelde. ‘The full package?’, vroeg ze. ‘Doet u maar’, zei ik. Eenmaal gezeten zag ik de kerk langzaam volstromen. Ik had een plekje vlak voor het liturgisch centrum met daarachter zicht op lange tafels met boeken, waarop gemeenteleden boeken hadden neergelegd om te verkopen. Opbrengst voor de kerk.

De ouderlinge van dienst verzorgde in Deventer het eerste deel van de liturgie. Ze heette welkom. Ze stak de kaarsen aan. Ze liet het eerste deel van Lied 326 zingen, een lied van de dichter-dominee Sytze de Vries, de gastvoorganger. ‘Van ver, van oudsher aangereikt, / een woord dat toch niet van ons wijkt, / nabij en nieuw ons aangedaan, / weer vlees geworden, opgestaan!’ Daarna volgde in wisselspraak van ouderling en gemeente de onze hulp en het drempelgebed ‘Wees in ons midden’. Met opnieuw twee verzen van Lied 326 wisselden de ouderlinge en de dominee van plaats. ‘O woord, zolang ons toegaan, / zet ons opnieuw tot zingen aan’.

‘Bidden we dat Gods barmhartigheid groter zal zijn dan onze nood’, zette de voorganger de toon voor het Kyrie. En daarna volgde een glorialied. Een tekst van de dichter-dominee Sytze de Vries: ‘Aan U, Vader, alle glorie / om het lichten van uw trouw’.

‘Openen wij de Schriften en doen we dat biddend’, introduceerde Sytze de Vries een volgend onderdeel van de liturgie. ‘Gij Woord, die ons roept…. Laat ook aan ons Uw Woord geschieden, zoals aan Jezus….’ De voorganger leidde vervolgens kort enkele lezingen in, alle in het kader van het Woord. Hij uitte zijn vrees dat in deze tijd de Bijbel misschien iets te snel als antiquarisch boek wordt gezien of alleen wordt gebruikt om enkele citaten uit op te delven. Hij kondigde als thema aan de wijze van omgaan met het boek der boeken. Drie lezingen volgden, Ezechiël 3: 1- 3; Openbaring 10: 8-11 en Johannes 20: 30-31 / 21: 25. De lezingen werden afgewisseld door gemeentezang. Lied 119a, een tekst van Sytze de Vries waarbij hij zich op enkele verzen (vs. 89-112) van Psalm 119 heeft laten inspireren. ‘Uw woord omvat mijn leven / en tilt het aan het licht’. En ook Lied 322, tekst van Huub Oosterhuis: ‘Die chaos schiep tot mensenland, / die mensen riep tot zinsverband, / Hij schreef, ons tot bescherming, / zijn handvest van ontferming’.

Ds. Sytze de Vries begaf zich na de lezingen vanaf de lessenaar naar de preekstoel; eerder stond hij bij de gebeden achter de tafel. ‘Stel je voor dat er op de boekenmarkt tussen al die boeken een reclamebord zou staan: De Bijbel een boek om op te vreten’, zo begon hij de overweging. Dat iets is om op te vreten, is ons niet vreemd in het taalgebruik, als we iets bijzonder vinden. Je zegt het misschien ook gemakkelijk van het Woord. Toch is het Woord in de kerk anders dan de woorden die wijzelf spreken, aldus de voorganger. Het Bijbelse taalgebruik is uniek. Het Woord van de Bijbel kan geschieden…. Het Woord maakt geschiedenis. Er zijn nogal wat profeten van wie je dat kunt zeggen. Het is jammer, aldus de Amsterdamse dominee, dat het woord ‘geschieden’ naar een taalmuseum is gestuurd en dat de nieuwe Bijbelvertaling spreekt over ‘De Heer richtte het woord tot’. Met zo’n vertaling wordt het Bijbelse woord verburgerd. Het Woord mag juist vlees worden, ook in wie wij mensen zijn, zoals het in Jezus is belichaamd.

De prediker legde uit: Voordat Ezechiël dat Woord spreekt, is er een soort testcase. Bij wijze van proef moet hij een boekrol opeten. Een boekrol vol klaagzangen. Een rouwliturgie. Hij slikt het door. Hij moet voelen wat hij zegt. En zie, de nasmaak is zoet als honing.

Een soortgelijke ervaring, vertelde Sytze de Vries, heeft de apostel Johannes op Patmos, alsof hij leentjebuur bij Ezechiël speelde. Hij moest de tekst ook opeten, het Woord moest in hem verteerd worden, zijn bloedsomloop worden. Maar bij Johannes is de nasmaak van het Woord bitter. Het ligt hem zwaar op de maag. Het evangelie heeft ook een bittere smaak in zich.

Syze de Vries legde uit dat dergelijke woorden een beeldtaal laten zien. We hebben als mensen beelden nodig om ‘het geschieden’ in te kleuren. Heel de schrift staat vol met zulke taal. De taal van de Bijbel is geen journalistiek, geen redenering of computertaal. Dat is taal van de ratio. Die taal maakt tegenwoordig op heel veel terreinen de dienst uit. ‘Wij houden een plekje vrij voor visionaire beeldtaal’, zei ds. Sytze de Vries. Hij lichtte vervolgens toe dat een derde van de Bijbel in die dichterlijke taal is geschreven en dat gelukkig de nieuwe Bijbelvertaling in het zetwerk dat weer enigszins naar voren laat komen door dichterlijke tekst in één kolom af te drukken. Het voornaamste kenmerk van de Bijbeltaal is, dat men niet beschrijft, maar met beelden werkt.

Een goed voorbeeld daarvan is de profeet Jesaja, zei De Vries. Hij voorspelt een sombere toekomst. Maar hij vindt in die nacht toch een kier van licht. En als hij dat tot uitdrukking brengt schakelt hij over van prozataal naar beeldtaal. ‘Dat is de poëzie van de Schrift, die zingt van nieuwe vergezichten’.

Als Jezus wil aangeven hoe het in de toekomst zal geschieden, begint hij ook altijd met de woorden: ‘Het Koninkrijk Gods is gelijk aan….’ En dan volgt er een beeld. Hij reikt altijd spiegels aan, waarin wij een eigen plek kunnen zoeken. Het is taal die onze bloedsomloop wil worden, we zingen ons boven onszelf uit. Taal kan ons vervoeren, letterlijk van de ene plaats naar de andere plaats meevoeren. Daarbij worden we medeplichtig aan Gods toekomst, vertelde de predikant.

Hij vertelde verder dat Huub Oosterhuis het begrip ‘tweede taal’ heeft ingevoerd. De eerste taal is de taal van cijfers en van AI. Die is ontoereikend om te schateren. Die schiet te kort bij de eerste zoen of op het sterfbed. De tweede taal is de taal van ‘ik heb er eigenlijk geen woorden voor’. Dat is de taal van het boek der boeken.

Geloven is niet voor waar aannemen dat het volk Israël door de Rode Zee gaat, citeerde De Vries een collega. Geloven is zelf door de Rode Zee trekken. ‘Die taal is ons op het lijf geschreven’.

De overweging werd beantwoord met Lied 938. Tekst van Anton J. Metske: ‘Christus die u wilt tooien / in het gewaad der schrift’. In een moment van gedenken werd daarna één van de actieve gemeenteleden herdacht die op de leeftijd van 92 jaar was overleden. Jenny Mooij, kerkelijk werker in Zwolle en in de dienst als kerkenraadslid van de Lebuïnusgemeente, gaf daarop een toelichting bij de collecte; de eerste collecte –in lijn met het thema- was voor het Nederlands Bijbelgenootschap. Na voorbeden en stil gebed klonk het gezamenlijk Onze Vader, waarop de klok van de Magistraatskapel werd geluid. ‘Zo waaiert ons gebed uit over stad en land’, vertelde de liturgie. Daarna was er gelegenheid om als gemeenteleden even richting de camera te wuiven, naar de mensen die via de media de kerkdienst bijwoonden. 

Sytze de Vries, die vertelde dat hij met het pontje was overgekomen, en daarmee van het Hollandse deel van het land in het Overijsselse deel was beland, kondigde een slotlied aan. ‘U kunt maar zo over de boekenmarkt wandelen en allerlei oude dogmatieken tegenkomen’, kondigde hij aan. ‘In het slotlied een lied dat alle dogmatiek ontbeert en verschillende Bijbelse beelden over God laat zingen’. Een tekst van Sytze de Vries zelf op een melodie van Jean Sibelius: ‘Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan. / Ik ben je baken, ook in diepe nacht. / Ik ben de stem die steeds in jou zal opstaan. / Ik ben de hand die op je vriendschap wacht….’

Na de dienst stelden twee collectanten zich op bij de hoofdentree. Ze hengelden letterlijk naar geld. Daarachter de voorganger en de ouderlinge van dienst. De mensen konden hen de hand drukken en nog enkele zinnen uitwisselen. Anderen gingen in de boeken snuffelen of namen nog een kop koffie in de zijbeuk van de kerk, in de dienst aangeduid als 'foyer'. Weer anderen gingen naar de andere zuilengang van de kerk waar men foto’s kon bekijken van de Deventer Fotokring. Foto’s uit het gewone leven. Met aanhangers van Go-Ahead Eagles (Ben Impelmans) en oude voertuigen in het oerwoud (Hans Winkels) en detailfoto’s van dieren.

Eenmaal buiten gekomen werden de kerkgangers al gauw opgenomen in de drukte van de boekenmarkt die op het grote plein voor de kerk en het kleinere plein achter de kerk was voorzien van boekentafeltjes, waarvan men gratis gebruik kon maken. Je kon er werkelijk van alles bemachtigen. Van strips tot Italiaanse cultuur. Van boeken over de Tweede Wereldoorlog tot het verzamelde werk van Freek de Jonge, de domineeszoon, die zelf buiten de kerk op het plein zijn waren aanprees.   

Zo af en toe zijn er impressies te lezen op deze site van kerkdiensten in de regio. Wie nog een paar andere indrukken wil opdoen, kan hieronder terecht: 

Hasselt
Mastenbroek
Kraggenburg
Almelo 
Wierden
Ens
Wilsum
Enschede
Gramsbergen
Rijssen
Delden
Almere
Bant

Foto: Ds. Sytze de Vries achter de hengelende collectanten

Foto: Boeken beschikbaar gesteld door gemeenteleden om de kerk aan een extra zakcentje te helpen

Foto: Drukte op het plein voor de Lebuïnuskerk

Foto: De zoon van de dominee prees zijn waren aan op het kerkplein