Karkpruveri’je  

Ik las in het kerkblad van Markelo een oproep. De redactie zocht recepten van vroeger. Ik moest er even over nadenken. Toen schoten me wel een paar gerechten te binnen. We aten thuis op de nuchteren maag een rauw geklopt ei met vieux of brandewijn en bruine suiker. ‘Dat is een medicijn tegen griep’,  zei mijn vader, ‘en ’t helpt eigenlijk tegen alle soorten van ongemak’. Als er een koe gekalfd had aten we biestepap met kaneel en bruine suiker. En als er geslacht was aten we balkenbrei.

Ik voorspel u: dat soort smaak-ervaringen gaat u opdoen, als u op een donderdagochtend in juli of augustus naar de protestantse kerk van Markelo gaat. Wel op donderdag komen, anders kom je op boterdag. Ongelegen dus. Op die donderdagen houdt de kerk samen met de werkgroep ‘Het Eetbare Erf’ open dagen waarop ze u als gast streekgerechten laten proeven. Karkpruveri’je noemen ze het.

Je krijgt een maaltijd waar de kok van ’t Wapen van Markelo zijn vingers bij aflikt. Blote billetjes in ’t gras, crème van aardpeer, allemaal van die lekkernijen waar Albert Heijn met zijn kiloknallers niet aan toe komt. De gerechten zijn afgestemd op het seizoen. Luchtige watergruwel voor de zomer. Stevig buikspek van ’t varken voor de winter. En echte Markeloërs vertellen er een verhaal bij. Ik stel me iets voor in de stijl van Kleusien uut Zalk. Zo in de trant van:
“As ik mien boek heur warken
so ha ik mien bedacht
dan goa’k raapsteelties eetn in de karke
det gef weer lucht en ni’je kracht.

Ik heb gelezen dat de fotografen van een plaatselijke fotostudio meedoen met het project. Daar heb ik zelf wel wat moeite mee. Net als met die kookprogramma’s op televisie. Je ziet van alles, maar je ruikt niets en proeven kan je helemaal wel vergeten. Maar in Markelo zien ze dat anders. ‘Die foto’s bin moai veur de mensen die een slecht gebit em. Dan kunn ze dr toch van meegenietn’, zei iemand tegen me. En wie de smaak echt te pakken krijgt, kan op zondag terugkomen, want de kerkdienst staat ook in het teken van de karkpruveri’je.

Toen ik in Markelo was zat iemand tegen mij op te scheppen over de gerechten. Hij zei: ‘Bi’j oons is alles te kriegn. Zelfs de verboodn vruchten uut ut paradijs’. Ik heb gezegd, dat ik van dat gerecht zou willen afzien.