Foto: Omslag van het boek van Henk de Jong dat ter sprake kwam tijdens het breed moderamen van de classis. In het boek is een preek opgenomen die Vincent van Gogh als kerkelijk werker in Engeland heeft gehouden.

Vincent van Gogh als spiegel voor een kerkelijk werker


De overgang van Vincent van Gogh naar de positie van de kerkelijke werker in de Protestantse Kerk is minder groot dan je misschien zou denken. Dat bleek in het breed moderamen van de classis op 6 september 2024, toen in de meditatieve opening de schilder Vincent van Gogh centraal stond en het vervolgens in het tweede agendapunt ging over de veranderingen in het ambt van predikant.

Dr. Wilbert Dekker, voorzitter van de classis, las als opening van de vergadering een stukje van Paulus – een gedeelte uit 2 Korintiërs 6 waarin Paulus zichzelf aanprijst en in tegenstellingen spreekt zoals: ‘Wij sterven, maar blijven toch leven’. Daarna ging Dekker door op het leven van Vincent van Gogh. Van Gogh had aanvankelijk de ambitie om predikant te worden, maar is niet verder gekomen dan evangelist. Het lukte hem niet de klassieke talen onder de knie te krijgen. Hij heeft als evangelist nog gewerkt in de buurt van Londen (Engeland) en in Wallonië. Uit die eerste periode is ook een preek van hem bewaard gebleven. Ds. Henk de Jong (vroeger Windesheim, tegenwoordig Kampen) heeft die preek opgenomen in het boek ‘Dat boek is subliem’. De beleving van de evangelist Vincent van Gogh sluit aan bij de tekst van Paulus. Vincent zegt (in het Engels) dingen als: ‘Bescherm mij, o God, want het bootje is zo klein en de zee zo groot’. En: ‘Er kan vrede zijn zelfs in de storm’. En hij vertelt van een kopie van een schilderij die op zijn kamer hangt, waarin een pelgrim een engel ontmoet. De pelgrim loopt bergopwaarts en vraagt: ‘Moet het dan steeds bergopwaarts gaan?’ en de engel antwoordt: ‘Ja, dat gaat de hele reis door’. Je proeft in de bijbeluitleg van Vincent van Gogh de boodschap die hij later via schilderijen uitdraagt. Wilbert Dekker: ‘Hij preekt in schilderijen, en hij schildert in preken’.

Vanuit dat stukje van de biografie van Van Gogh is het maar een kleine stap om te spreken over de positie van de kerkelijke werker. De classis heeft in de laatste vergadering bij monde van ds. Wim van der Wel het breed moderamen gevraagd om met een verhaal te komen van hoe de classis Overijssel-Flevoland wil reageren op de meest recente synodebesluiten over de positie van de kerkelijke werker. Enkele leden van het breed moderamen uitten hun teleurstelling over de frontvorming die is ontstaan in de synode over het thema. Je hebt als kerk de intentie om zo mogelijk eenparig tot besluitvorming te komen. Dat is rond de hbo-theoloog niet gelukt. Maar er ligt wel een besluit en daarop moet worden verder gewerkt. De synode zal daar zelf aanvullingen voor laten opstellen, onder meer door kerkorde-aanpassingen aan te dragen en een nadere inkleuring te geven van hoe kerkelijke werkers middels studie en bevoegdheden ruimte kunnen krijgen als dienaar des Woords / pastor. Het breed moderamen stelde vast dat die nadere inkleuring nu nog ontbreekt. Niet duidelijk is dus, welke kerkelijke werkers doorstromen en welke een pas op de plaats zullen maken.

Het breed moderamen stelde verder vast dat de gemeenten een soort profiel zullen krijgen. Sommige gemeenten zullen gekoppeld worden aan hbo-pastores; andere krijgen het predicaat ‘academische predikant’. De classis krijgt daarin een verantwoordelijkheid. Waar let je op bij de classificering? Let je op omvang van de gemeente (zoals het ooit was in het gereformeerde kerkrecht), let je op de aanwezigheid van financiën (zoals het ooit was in het hervormde kerkrecht), let je op de complexiteit van vraagstellingen (zoals geformuleerd in de discussie in de synode), let je ook op het zelfverstaan van gemeenten en kerkenraden? Als je let op de preekroosters van gemeenten kom je een grote diversiteit tegen van uitwerkingen. Over het algemeen zal men in Oost-Twente eerder kerkelijke werkers op de kansel laten voorgaan dan in een grote plaats als Zwolle. Maar helemaal gelijkstellen met de omvang van de gemeente is ook weer niet mogelijk, want er zijn voorbeelden van dorpen die soms principieel kiezen voor alleen predikanten die mogen voorgaan. De mate van hoogkerkelijkheid en belijdenisgerichtheid kunnen hierbij ook een rol spelen.

Het breed moderamen sloot de discussie af met de beslissing om een weergave van het gesprek aan de classicale vergadering van 8 oktober voor te leggen. Het bm neigt er toe om te huidige praktijk voort te zetten (dat is: we houden ons aan de kerkorde, maar we treden niet op als politieagent als kerkenraden eigen accenten zetten). Eventueel zou de classis het beleid enigszins kunnen verruimen door kerkelijke werkers die daadwerkelijk een preekconsent hebben voor een bepaalde gemeente qua gebied een royaler gebied zou kunnen worden gegund. Nog beter – verwoordde een deel van het bm – is het te wachten tot de synode in ongeveer een jaar tijd alle consequenties heeft benoemd van het besluit dat nu is genomen.

Casuïstiek

Het breed moderamen besprak diverse concrete situaties. Het ging onder meer over de afhandeling van een SMPR-mededeling, een lopende procedure van losmaking van een predikant, een verzoek om de werktijd van een predikant uit te breiden naar 1,0 fte, een verzoek tot verlenging van een hulpdienst-contract en het afgeven van een autorisatie. Een gemeente die een vacature al langer dan twee jaar laat voortduren, krijgt het aanbod van het bm voor verdere ondersteuning; voorkomen moet worden dat zo’n gemeente de vacature als vanzelfsprekend gaat ervaren.

Een aanvraag voor van een predikant voor vervroegd emeritaat / losmaking kwam aan de orde; er volgde enige discussie of zo’n aanvraag juridisch moet worden gezien als vervroegd emeritaat (zodat het via de kleine synode loopt) of als terugtreden uit een gemeente (waar juist het bm als eerste een actieve rol in vervult). Het bm besloot hoe dan ook in te stemmen met het verzoek en in voorkomende gevallen praktisch met de vragen om te gaan.

Er kwamen twee situaties aan de orde waarbij een gemeente een ontvangen solvabiliteitsverklaring niet volledig honoreert, maar slechts een deel van de formatie invult en er ruimte over blijft voor meer pastoraat. Het bm besloot expliciet te wijzen op het recht van een kerkenraad om dat zo te doen, maar dringend te adviseren om overblijvende formatieruimte wel structureel te blijven invullen. De gemeente heeft er baat bij.

Een gemeente waar onduidelijk is wie voorzitter en wie secretaris is van de kerkenraad, krijgt een brief met het verzoek om de naam van een vervangende voorzitter en secretaris bekend te maken. Het is voor een bm niet mogelijk te communiceren als er op dergelijke kernposities een vacuüm ontstaat. Op zo’n moment houdt iedere vorm van communicatie en structurering op.

Iets langer werd er gesproken over een situatie waarin de visitatie al weer geruime tijd terug een analyse had gegeven. Vastgesteld werd, dat er bij het uitbrengen van het rapport de nodige kritiek was, maar dat je nu na ongeveer twee jaar kon vaststellen dat het rapport helend heeft gewerkt. Zo is het vaak bij inzet van de visitatoren. Er is sprake van een conflict. En één van de partijen in het conflict, die zijn of haar zin niet krijgt, is vol kritiek op de bemiddelaars. Maar als je met enige distantie kijkt naar de inbreng van de visitatoren helpen zij met hun interventie om hoofd- en bijzaken goed te onderscheiden. Het bm besloot de volgende vergadering nog wat verder te spreken over de ‘beeldvorming rond visitatie’, omdat er soms te weinig aandacht is voor deze helende werking die een visitatie heeft.

Verkiezingen

Het breed moderamen sprak over de positie van het scribaat. Er zijn op dit moment twee scribae, die samen invulling geven aan het secretariaatswerk. De één is meer operationeel, de ander meer beleidsmatig. Het bm besloot de inbreng nader te analyseren met voortgangsgesprekken ten einde een constructie vast te leggen die toekomstbestendig is.

De termijn dat kerkenraden voordrachten kunnen doen voor mensen naar de Generale Synode en naar de Classicale Vergadering loopt over tien dagen ten einde. Voor de synode zijn enkele aanmeldingen. Voor de classis zijn er tenminste nog acht vacatures. De verkiezingscommissie zal zich laten bijstaan als de termijn van voordrachten uit de classis voorbij is door het breed moderamen om gericht mensen te vragen, zodat er in de classicale vergadering van 8 oktober mensen kunnen worden voorgedragen ter benoeming.

De begroting van de classis kwam aan de orde. Er is een tekort geraamd van 5000 euro. De begroting moet worden vastgesteld in de classicale vergadering van 8 oktober. De classis komt dan voor het eerst bij elkaar op locatie in de regio. De vaste vergaderplaats Dalfsen wordt losgelaten en men ontmoet elkaar in Weerselo. Het is de bedoeling dat de gemeente Weerselo ter vergadering zich ook enigszins introduceert, zodat het Stift meer is dan een alternatieve vergaderplaats.

Foto: Het breed moderamen van de classis Overijssel - Flevoland kwam vrijdag 6 september weer bijeen in Dalfsen om vier uur te vergaderen; beheerder Henk Schuurman zorgt dat ontbijt, koffie en voorkomende versnaperingen worden rondgedeeld, op de foto schenkt hij koffie voor ds. Henk Spit, voorzitter van de visitatie en adviseur van het breed moderamen