Foto: Links ds. Gijsbert Rohaan, rechts ds. Wilbert Dekker

Wijs jonge mensen op mogelijkheden theologie


‘Ik vraag aan het einde van ieder seizoen jonge mensen of  ze niet willen overwegen theologie te gaan studeren. Je moet jongeren het idee aanreiken om ze op een idee te brengen’. Eén van de predikanten in het breed moderamen vertelde vrijdag 12 april tijdens een bezinning dat hij in zijn werk jonge mensen expliciet aanspreekt op een mogelijke roeping tot het ambt.

‘De uitnodiging’, zo voegde hij er onmiddellijk aan toe, ‘veronderstelt wel dat je jonge mensen het ambt kunt aanraden. En daar ben ik in de loop der jaren wel enige aarzeling gaan ervaren. Want de invulling van het ambt is er niet makkelijker op geworden. En het ambt is vanuit de eigen kerkelijke organisatie meer op de tocht komen te staan’. ‘Als je als predikant in de gemeente komt’, vulde een collega aan, ‘ben je vaak één van de jongste mensen qua leeftijd en je wordt geacht leiding te geven aan een kerkenraad en pastoraat te verlenen aan ouderen. Dat vraagt veel empathie’.

Het thema 'roepingen' is actueel nu zondag 21 april officieel een zondag is waarop de roepingen aan de orde komen. Voor het breed moderamen was de voorliggende agenda ook relevant; daarop stonden namen van twee predikanten die beiden een sabbatical aanvragen. Zij hebben blijkbaar behoefte aan een periode van distantie tot de drukte van het gemeentewerk.

De verwachtingen van een gemeente kunnen overspannen zijn naar een predikant toe. En de predikant-in-spé kan een onvolledig beeld hebben van wat hem of haar te doen staat. ‘We mogen wel iets aan verwachtingenmanagement doen’, zei een bm-lid, ‘zowel naar toekomstige predikanten toe als naar de gemeente’. Uit onderzoek blijkt dat predikanten de vrijheid in hun werk waarderen. Die vrijheid kan onder druk komen te staan als ‘das Gebot der Stunde’ veel aandacht vraagt, als de vragen rond rouwbegeleiding zich opstapelen en allerlei managementknopen om voorrang strijden.

De voorzitter noemde het belang van supervisie, intervisie en geestelijke begeleiding. ‘De verwachtingen van een gemeente kunnen verschillen. Dat is niet erg. Als ook de gemeente maar van tijd tot tijd een volgende stap wil nemen’.

De bezinning eindigde met het benoemen van aandachtsvelden van de analyse in het breed moderamen naar diverse doelgroepen. Naar het publiek en de kerkenraad is er de uitnodiging om veel en goed in gesprek te gaan over het welbevinden van de predikant. Het dwingt je als kerkenraad en predikant om de jaargesprekken serieus te nemen en om de permanente educatie daarin aan de orde te blijven stellen. Het bm wil nader overleggen met de theologische en kerkelijke opleidingen om zich te laten informeren welke beroepsvormende onderdelen geoefend worden. Aan individuen kan je de vraag stellen of er een klankbordgroep is voor een pastor. Ook ‘excellente pastores’ kunnen er baat bij hebben – zeker in een eerste periode in een nieuwe gemeente – om feedback te ontvangen. Een lid van het bm noemde de sportmetafoor: ‘Leonie Messie mag een geniale voetballer zijn, hij heeft ook gewoon coaching nodig’. Iemand anders noemde de zin van traineeships met World Servants en de maatschappelijke stages van middelbare scholieren. De Raad van Kerken heeft daar tien jaar geleden een brochure over uitgebracht en het is zinvol om enkele jonge mensen te begeleiden om rond te kijken op het kerkelijk erf. Bekend maakt mogelijk bemind. De landelijke kerk kan worden aangevuurd het werk van ‘Vitale roepingen’ serieus te blijven nemen.

Classicaal college voor behandeling bezwaren en geschillen

De jurist Harm Lassche was als voorzitter van het Classicaal College voor de Behandeling van Bezwaren en Geschillen uitgenodigd om iets te vertellen over het werk en de ervaringen van het juridische orgaan van de kerk. Hij vertelde dat het aantal zaken relatief gering is. Er zijn minder mensen dan in het verleden die een besluit van een kerkenraad of een breed moderamen willen aanvechten. Het is niet duidelijk hoe je dat moet duiden. Het kan te maken hebben met het beleid vooraf, dat mensen die overwegen een bezwaar in te dienen gevraagd wordt naar het effect dat ze verwachten. Immers: het college zal wel een oordeel geven over de gevolgde procedure, bijvoorbeeld bij de sluiting van een kerk, maar daarmee zal in veel gevallen hoogstens vertraging ontstaan in de procedure, als een deel van het traject opnieuw moet worden doorlopen, de sluiting als zodanig (het inhoudelijke besluit) wordt niet afgeblazen. Het teruglopende aantal zaken kan ook te maken hebben met onverschilligheid en dat zou betekenen dat de secularisatie hier zijn invloed laat gelden.

Een bm-lid stelde vast dat het generaal college ooit had geweigerd een uitspraak te doen, omdat inmiddels de klager geen kerkenraadslid meer was en de uitspraak in hoger beroep geen consequenties meer zou hebben. Het bm-lid sprak daar zijn teleurstelling over uit, omdat het ging om een situatie waarin een ‘vrijstelling van een ambtsdrager’ was gegeven en er op dat punt nog weinig jurisprudentie bestaat waarin de condities exact in beeld komen. Een uitspraak in hoger beroep kan dan bijdragen aan helderheid voor toekomstige situaties. Lassche legde uit dat er inderdaad een klager moet zijn, een bezwaarmaker en een consequentie, wil er sprake zijn van een zaak.

Het college bestaat niet alleen uit juristen, maar bestaat uit mensen met diverse ambten. De terugkerende vraag is steeds: ‘Kun je in alle redelijkheid tot dit besluit komen?’ Vaak is er tussen ‘kunnen’ en ‘moeten’ een hele wereld te vinden met uitdagingen, zo werd wat filosofisch gezegd.

Praktische punten

Er kwamen diverse praktische punten voorbij in het bm. Mag je – zo vroeg iemand – een voorzitter van een kerkenraad hebben, die geen ambtsdrager is? Het antwoord luidde: Ja, dat mag, het komt ook voor, bijvoorbeeld in een plaats waar men een technisch voorzitter inhuurt tegen een financiële vergoeding om de vergadering zakelijk en bondig te leiden.

Kan je een hervormde gemeente tot protestantse gemeente verklaren als je niet de grenzen nader hebt gedefinieerd, en dat definiëren lastig vindt, omdat er eigenlijk geen gereformeerden in de regio wonen? Het antwoord luidde: Je moet buurgemeenten informeren dat je een grens trekt, met consequenties voor zowel hervormd als gereformeerd, maar je kan volstaan met de mededeling daarvan.

Het breed moderamen stelde met enkele aanpassingen het draaiboek vast voor de ontmoeting met pastores en werkgemeenschappen van 25 april. Het breed moderamen besloot verder op de classicale vergadering van juni twee pastores uit te nodigen die in een pioniersgemeente werken. De preses zal een bijdrage leveren aan het gesprek door vooraf een kader te schilderen van Fresh Expressions in een gemeente, zodat duidelijk is hoe je ervaringen vanuit een pioniersgemeente kunt gebruiken in een gewone gemeente.

Het breed moderamen besloot om voortaan twee van de drie jaarlijkse classicale vergaderingen op locatie te houden in de classis. De pastor loci wordt gevraagd om iets van het eigen kerkenwerk te vertellen. De gemeente krijgt vooraf een informatietekst, zodat de leden weten wat er in zo’n vergadering in hun woonplaats gebeurt. Mensen kunnen digitaal nader kennis nemen van de vergadering; er komen per vergadering twee korte filmpjes en een verslag. Achterliggend idee is dat de verbinding plaatselijke gemeenten en regionale classis sterker wordt. 


Foto: jurist Harm Lassche uit Raalte