'Diaconie geen pinautomaat voor kerkrentmeester'
Waartoe dient het diaconale vermogen? Is het denkbaar dat het vermogen wordt ingezet om bijvoorbeeld een predikant te financieren? Wat moet er in de profielschets staan als je zo’n diaconale ondersteuning accepteert? Daarover ging een bezinning in het breed moderamen van de classis op 9 december 2022.
In de jaren tachtig was het uitgesloten dat de diaconie rekeningen van de kerkrentmeesters (toen in hervormde kring nog 'kerkvoogden' geheten) gingen betalen. Het idee van overheveling van gelden werd gezien als fraude. Je merkt dat de bakens anno 2022 anders zijn uitgezet. Een werkgroep die zich namens het Generaal College voor de Behandeling van Beheerszaken bezighield met deze zaken spreekt over hybride projecten, dat zijn projecten die door kerkrentmeesters en diakenen samen worden gefinancierd. De werkgroep bracht een eerste denkrichting naar buiten op 31 januari 2021 en stelt daarin dat er behoefte is aan richtlijnen en criteria.
Het breed moderamen onderstreepte die gedachte. ‘Als je niets afspreekt, laat je de beslissingen over aan toevalligheden. Dan worden er spelletjes gespeeld’, zei iemand, 'je moet een volwassen discussie kunnen voeren over dit soort zaken met de hele gemeente en afgewogen beslissingen nemen'. Het is een publiek geheim dat aan de randen van Nederland, waar kleine gemeenten zijn, de diaconie nogal eens moet bijspringen om een restauratie mogelijk te maken of een vacature ingevuld te krijgen. Indirect komen dat soort zaken wel voorbij bij het Classicaal College voor de Behandeling van Beheerszaken. Maar niet altijd is even duidelijk waar er geschoven wordt en de reacties vanuit de classicale colleges verschillen.
Het onderzoekrapport overheveling, dat vorig jaar verscheen, vraagt om eenduidigheid. Men neigt er toe gericht gegeven levend geld te blijven oormerken voor diaconale doeleinden, maar flexibeler te zijn over (het rendement op) diaconaal vermogen. Het gaat om geld dat ooit in de geschiedenis door mensen per legaat of erfenis is afgestaan aan de diaconie, en het is niet altijd duidelijk in hoeverre men daarbij dacht aan een kerkelijke bestemming of een meer sociale bestemming voor de armen. Die armenzorg was van levensbelang voor mensen aan de onderkant van de samenleving, omdat er nog geen sociale wetgeving van de overheid was.
Je merkt in de classis Overijssel-Flevoland dat armlastige kerkrentmeesters die een rijke diaconie naast zich weten op zijn minst het gesprek willen aangaan over het diaconale vermogen waar soms weinig mee gebeurt. Er zijn voorbeelden bekend van wisselend eigenaarschap van stukken land, die aanvankelijk bij de diaconie hoorden en zijn verschoven naar de kerkrentmeesters. Dat soort transacties kosten transitiegeld en het is niet duidelijk in hoeverre er sprake is van vervreemding van gelden dan wel het zinvol herinzetten van gelden voor een legitieme zaak. ‘Het kan enerzijds niet de bedoeling zijn dat je dat vermogen als stille reserve ongebruikt laat liggen’, zei iemand, zelf diaken, ‘anderzijds moet de diaconie niet worden tot pinautomaat van de kerkrentmeesters’.
Je zou je kunnen voorstellen, bracht een ander in, dat je een predikantsvacature die voor 0,8 fte is uitgeschreven aanvult met diaconaal geld tot 1,0 fte, mits de profielschets duidelijk maakt hoe die 0,2 fte een diaconale kleur krijgt in de tijdsbesteding van de predikant en mits je een vergelijkbaar bedrag solidair besteedt voor een project elders. ‘Kan je zo’n solidaire uitgave elders plausibel maken?’, vroeg een ander. ‘Je voorkomt er mee dat men al te gemakkelijk met interne potjes gaat schuiven’, klonk het antwoord, ‘en je blijft solidariteit hoog in het vaandel houden; het kan niet zo zijn dat nieuwe gemeenten geen geld hebben voor formatie, terwijl oude gemeenten dankzij legaten bulken van de mogelijkheden door hun vermogensrechtelijke diaconale positie’. ‘Maar zo’n solidariteitsproject moet dan niet per se gericht zijn op het binnenland, je kan het ook voor een buitenland besteden’, vulde een derde aan.
Het breed moderamen besloot de discussie vast te leggen met een impressie en toe te sturen aan het Generaal College voor de Behandeling van Beheerszaken om daarmee de wens te onderstrepen tot een vervolgstudie op wat de eerste werkgroep overheveling naar buiten heeft gebracht. Daarbij moet men niet alleen blauwe aantekeningen maken (cijfermatige), maar ook rode (emotionele en meer inhoudelijke).
Minimum
Het breed moderamen liet zich bijpraten over enkele lopende visitaties. Men hoorde van een beroepszaak tegen een visitator bij het Generaal College voor het Opzicht; en stelde vast dat dergelijke juridische procedures te betreuren zijn, omdat juist visitatoren zonder eigenbelang opereren vanuit het noodzakelijke vertrouwen. Trouwens ook het generale college oordeelde dat de beroepszaak in de klacht tegen visitatie niet ontvankelijk was.
Er kwam een gemeente aan de orde, waar men het minimumaantal ambtsdragers niet meer bij elkaar kan krijgen. Daar wordt in overleg met het Classicaal College voor de Behandeling van Beheerszaken een tweetal aangewezen die de handtekening kan zetten onder lopende uitgaven. Het breed-moderamen stemde in met aanpassing van een aanstelling van een predikant qua werktijd.
Het breed moderamen besloot om geen actie te ondernemen richting gemeenten die zichzelf ‘protestants’ noemen, maar in feite hervormd of gereformeerd zijn. In juridische zin blijven ze daarmee hervormd of gereformeerd. Het heeft consequenties voor de mutaties bij verhuizingen. Je komt binnen in het genre gemeente dat je verlaat en bij twijfel / onduidelijkheid kom je automatisch in de kaartenbak van de ‘protestantse gemeente’, indien deze er is.
Het breed moderamen stemde in met een pastoreslunch die voor alle predikanten en kerkelijke werkers in Overijssel en Flevoland wordt georganiseerd. Het is de bedoeling de mensen uit te nodigen op vrijdag 16 juni in Dalfsen. Het thema wordt ‘Goed volk buiten’. De doelstelling is elkaar te ontmoeten en te bouwen aan het besef kerk te mogen zijn met oog voor de wereld. Alle pastores krijgen een digitale uitnodiging.
Het breed moderamen kon zich vinden in een notitie die een werkgroep had geschreven over teamsamenwerking als pastores. Aanleiding voor het opstellen van de aandachtspunten voor teamsamenwerking liggen in het stagneren van de afstemming tussen pastores in diverse gemeenten. Met de notitie kunnen kerkenraden hun voordeel doen op het moment dat ze vacant zijn. Trouwens ook bestaande teams kunnen er baat bij hebben nog eens te kijken hoe de onderlinge ontmoetingen zijn gestructureerd.
Beoordelaars
Het Classicaal College voor de Behandeling van Beheerszaken moet alle zeilen bijzetten om discipline te brengen bij kerkrentmeesters en diaconieën, zodat cijfers door twee beoordelaars worden getoetst. Het CCBB zelf concentreert zich op de vraag of het tot zo’n check is gekomen. Maar het blijkt in de praktijk lastig om alle gemeenten daarin mee te krijgen. Het BM besloot daarin solidair te zijn met het CCBB en geen eigen koers te varen anders dan het college. Daarmee sluit het BM aan bij een eerdere beleidslijn om zich niet naar gemeenten uit te spreken zolang een ander college, dat van visitatie, zich met de betreffende gemeente bezighoudt.
Het breed moderamen gaf drie leden opdracht om met een verdere inkleuring van de verkiezingen te komen. De inspanningen om tot invulling van de vacatures voor de classis te komen hebben tot nu toe onvoldoende opgeleverd. De drie personen zullen met een voorstel komen om de plekken van ringen die geen afgevaardigden kunnen leveren anderszins in te vullen. Het BM stemde ook in met het opstellen van een draaiboek om de ringen in ontmoetende zin verder van de grond te helpen tillen. Beide notities komen in het volgende BM terug.
Foto: archieffoto van onderhoud kerkgebouw