Overdenking bij Matteüs 7 en 1 Koningen 19
Ds. Henriëtte Kauffmann-Schaap en ds. Hetty Boersma hebben samen een overdenking geschreven bij de viering op zondag 22 maart 2020 (zondag laetare) vanuit de protestantse kerk in Gramsbergen. De dienst is uitgezonden door RTV-Oost. Hieronder de meditatie. Klik hier voor de beelden.
Bijbelgedeelten: 1 Koningen 19:1-9a en Matteüs 7:7-11
Lieve mensen, gemeente van Jezus Christus,
‘Zoek en je zult vinden.’ Dat zeggen we tegen elkaar als we iets kwijt zijn. Iets kwijt zijn, daar vinden we vervelend. Maar Jezus zegt dit niet in het algemeen. Jezus zegt dit tegen mensen die hevig op zoek zijn naar God. ‘We leven in een heftige tijd’, zeggen we tegen elkaar. En zoeken we onze steun en onze kracht dan op de goede plek? Of beter gezegd: bij de goede Persoon?
STA OP is het thema waarmee we als gemeente op weg zijn naar Pasen, veertig dagen lang. Het is een actief thema. Kinderen, jongeren en oudere jongeren zijn volop aan het werk. Ze maken schilderijen. Ze vullen de spaardoosjes. Alles om de straatmeisjes in Ghana een toekomst te geven. Kortom, we staan met elkaar op om concreet iets voor God en zijn Rijk te doen. En dan ineens legt Corona het land en zelfs de wereld plat. Alsof er van opstaan geen sprake is. Hoe is het mogelijk! Wat een contrast!
Elia ligt ook plat. Niet door Corona of door angst voor Corona, maar door …ja door wat eigenlijk? Zijn hele leven is hij een actieve profeet geweest, een man van woord én daad. Voor niets en niemand bang. Alle priesters van de afgod Baäl kreeg hij eronder. Maar inmiddels lijkt het tij gekeerd. De buitenlandse doodseskaders achtervolgen hem en zelf heeft hij het gevoel de enige te zijn die nog in Israëls God gelooft. Alle moed en energie sijpelen uit hem weg. Daar ligt hij onder de struik. Meer dood dan levend.
Lijkt onze situatie op die van Elia? Misschien wel. In zekere zin. Premier Rutte noemt ons land een patiënt die een medicijn nodig heeft, dat wil zeggen een pakket aan maatregelen om weer op de been te komen.
,,Sta op en eet’’, zegt de engel tegen de wanhopige Elia. Hij reikt de profeet versgebakken brood en water. Het voedsel is het medicijn dat Elia kracht geeft. Ik vraag me af wat óns kracht geeft. Ja, we halen brood en blikken uit de supermarkt, we vullen onze honger naar nieuws…en natuurlijk we snakken naar een vaccin. Maar hebben we niet ook nog wat ánders nodig, iets wezenlijkers? De reis is nog lang.
Bij het brood en water uit dit Bijbelgedeelte denk ik aan Jezus die zichzelf levend brood noemt en water dat eeuwig leven geeft. Jezus is Gods uitgestrekte hand, naar ons toe. Jezus is liefde die verder reikt dan ziekte en dood. Die liefde Gods vertaalt zich soms in heel concrete daden van medemensen: telefoontjes, mails, hulp, een verrassend gebaar. Maar soms vertaalt deze liefde zich ook in diep vertrouwen: God laat zijn schepping, laat mij, niet los. Dit vertrouwen heeft voedsel nodig, zeker in deze ongewisse tijden.
Als Elia gegeten en gedronken heeft, zijn geen van zijn problemen opgelost. Nog steeds heeft hij het gevoel er alleen voor te staan, nog steeds ligt er een lange woestijntocht van veertig dagen voor hem. Gods berg is ver weg.
Maar Elia heeft hemels brood en leven water tot zich genomen.
Voldoende om het vol te houden. Ik hoop dat wij het ook volhouden om te blijven geloven, hopen en vooral lief te hebben.
Nu is geloven nog helemaal niet zo gemakkelijk. Het lijkt allemaal zo eenvoudig als het leven gestroomlijnd is. Als alles gaat zoals je wilt. Nu gaat er bijna niets zoals wij willen. Nu zoeken we opnieuw naar God. Naar de bodem onder ons bestaan. Wat blijft er over als we machteloos zijn? Dan blijft ons geloof in God de Vader over. Een aangevochten geloof. En toch.. hoe vaak heb ik de geloofsbelijdenis niet voorgelezen bij een open graf. Hoe vaak hebben we de geloofsbelijdenis niet gezongen. Een hele korte samenvatting van het christelijk geloof. Daar kunnen we kracht uit putten in moeilijke tijden.
Jezus nodigt ons uit en roept ons zelfs op om te blijven bidden. Om te blijven zoeken. Het geloof en de ervaring van Gods nabijheid is geen pakketje wat je kunt bestellen en morgen bezorgd kunt krijgen. Het is iets waar je moeite voor moet doen. En het is tegelijkertijd waar: God geeft je zijn nabijheid als je er als een kind om vraagt. Het geloof komt ook niet in pakketten en voorraden voor weken en maanden tegelijk. Het geloof is iets wat je elke dag weer krijgt. Elke dag geeft God ons het dagelijks brood. Elke dag zal Hij ervoor zorgen dat we voor die dag genoeg geloof en moed krijgen om door te gaan. Waardeer het brood en de maaltijd. Waardeer je gezinsleden die je nog wel in de buurt hebt. En zoek brood voor je hart bij God. Denk eens een poosje rustig na over een regel uit de Bijbel of een lied. Ga wandelen en gooi al je zorgen er bij God maar uit.
Het leven kan inderdaad op een woestijn lijken. Ik ervaar deze crisis als een beproeving. Vooral omdat je niet weet wanneer het voorbij zal zijn. Elia wist dat ook niet. In zijn eentje reizen zal voor hem best zwaar geweest zijn. Wij hebben op onze levensreis gelukkig nog mensen. Maar zeker ook Gods Geest. Bid elke dag om de Heilige Geest. Om je leven en de wereld vanuit Gods perspectief te bezien.
Jezus heeft het er in eerste instantie niet levend afgebracht. Toch mocht Hij opstaan, op de derde dag. Wij zijn voor altijd geborgen lieve mensen, ook al sterft ons lichaam. Onze held, Jezus Christus, is gestorven, om ons leven te bevrijden. Hij zal terugkomen op het moment dat God goed acht. Tot die tijd willen we proberen te vertrouwen op Hem en om goed te doen.
Amen
Foto: boven Elia uit een kinderbijbel.
Onder: Ds. Henriëtte Kauffmann-Schaap (protestants predikante) en priester Samoil Dogan (pastoor syrisch-orthodoxe kerk), voorgangers in Gramsbergen