Foto: Afgevaardigden vanuit de protestantse gemeente te Almelo en vanuit de Ontmoeting te Almelo tijdens de diaconale uitwisseling

Advies aan diakenen: 'Zoek contact via de armen die je wel kent'


‘Hoe kunnen we de armen in onze gemeente vinden? Dat lijkt me de bovenliggende vraag’. Diaconaal consulent Jaantje Vink van Flevoland en Gelderland, vatte het gesprek op 26 september in Almelo samen. ‘Mijn advies zou zijn: Als je enkele mensen kent, en contact met hen onderhoudt, kom je vanzelf verder. Begin klein en via bijvoorbeeld twee mensen in de bijstand zullen je contacten als vanzelf uitbouwen’.

Er waren zo’n twintig mensen in Almelo bij elkaar gekomen uit de regio die op de één of andere manier betrokken zijn bij het diaconaat; veel diakenen natuurlijk, een diaconaal predikant, iemand die bij de voedselbank werkt. De ontmoeting maakte onderdeel uit van enkele regionale avonden, die Martin Zoer, diaconaal consulent voor Overijssel en Drenthe, organiseert, te beginnen in Almelo en later nog in Steenwijk en Ommen.

Er was veel deskundigheid en ervaring onder de aanwezigen. ‘Ik hoorde pas een inleiding van iemand’, zo werd gezegd, ‘over het thema: Waarom arme mensen stomme dingen doen. Ik leerde dat veel mensen die onder de armoedegrens leven na verloop van tijd teruggaan in hun I.Q. Je kunt in 2 jaar tijd wel 20 punten achteruit gaan. Dat heeft met stress te maken. Het positieve nieuws is, dat het zich laat herstellen als je de stress weet weg te nemen’.

Een ander voorbeeld: Een inleider verhaalde van de ervaring dat hij een minder gefortuneerd gezin moest bijstaan en zich verwonderde over de drie honden die men moest onderhouden. Een ander legde uit, dat zoiets ook te maken heeft met het zoeken naar veiligheid en het besef dat honden trouw zijn. Een ander vulde aan: In Enschede heb je zelfs een voedselbank speciaal voor huisdieren, zodat je ze kunt voeden en verzorgen.

Nog een voorbeeld werd ingebracht. Dat je een paperassenmiddag kunt aanbieden aan mensen, om ze wegwijs te maken in de wirwar van regelingen en (digitale) papieren. Iemand reageerde: ‘Bij ons is er een formulierenbrigade’. Een ander vulde aan: ‘Wij doen zoiets en hebben soms wel vijfhonderd euro boven water gekregen voor mensen die rechten hebben die ze niet claimen’. Weer een ander wees op de zogenaamde ‘www.potjescheck.nl’ waar je kunt nagaan of je bepaalde rechten dreigt mis te lopen.

Veel diakenen gaven aan het moeilijk te vinden mensen op het spoor te komen die onder de doelgroep vallen. Soms heeft dat te maken met schaamte. Soms is er verzet en het niet willen toegeven aan een situatie. Soms heeft het er ook mee te maken dat veel mensen die in de armoede-categorie vallen niet per se zijn aangesloten bij de kerk en daarmee wat onder de radar geraken. ‘Het kan helpen in de gemeente als je uitlegt dat ambtsdragers een ambtsgeheim hebben’, tipte iemand. Soms kan je beginnen bij de gevoelens van eenzaamheid, vertelde een ander. ‘Wij bieden met regelmaat een maaltijd aan. Daar komen ook eenzame mensen op af. We begonnen met enkelen. Maar het gaat nu al om tientallen mensen’.

Martin Zoer, de diaconaal consulent, presenteerde een powerpoint over armoede (klik hier). Hij vertelde dat hij zelf in een moeilijke periode de aandacht van de kerk in de persoon van de predikant gewaardeerd had. En hij onderstreepte het belang van open vragen, ‘red je het?’, boven de ‘waarom-vragen’ of de al te invullende opmerkingen.

Jubeljaar

Klaas van der Kamp, classispredikant, opende de bijeenkomst met een lezing uit Matteüs 11: 2-5. Het bijbelgedeelte gaat over Johannes de Doper die eenmaal gevangen gezet twijfelt aan de Messias. Als leerlingen van hem Jezus opzoeken en vragen of hij werkelijk de Messias is, wijst Jezus hen op wat ze zien: Blinden ontvangen zicht, doven kunnen weer horen, armen ontvangen het evangelie. De daden spreken voor zich. Dat is het belang van de diaconie. Tegelijk is er die wonderlijke opmerking dat ‘armen’ niet ‘rijk worden’, maar ‘het evangelie ontvangen’. Zou dat te maken hebben met het feit dat men in oude tijden eigenlijk geen culturele of religieuze boodschap had aan arme mensen? Zou het te maken hebben met de gedachte dat het evangelie in zichzelf een moraal omvat van gerechtigheid voor arme mensen?  Klaas van der Kamp wees daarop op een in Engeland verschenen Poverty and Justice-Bible, waar de teksten over armoede en gerechtigheid zijn rood gemaakt. Nagenoeg op iedere spread vind je wel een tekst. Of zou het zijn dat Jezus met zijn antwoord verwijst naar het Oude Testament, waar deze verschijnselen zijn gekoppeld aan ‘het aangename jaar des Heeren’, het ‘Jubeljaar’, waarop alle mensen hun oorspronkelijke eigendommen terugkregen, omdat het in Israël ondenkbaar was (op papier) dat er rijke mensen waren met veel land en arme mensen die alles structureel zouden zijn kwijtgeraakt.

Het eerste deel van de avond presenteerde Van der Kamp een staan-zitten-verkenning. Hij stelde de mensen vragen bedoeld om een beetje entree te krijgen naar de vragen van armoede. ‘Je krijgt een vraag voorgelegd en het minst slechte antwoord kies je. Daarna peilen we kort met een trefwoord waarom iemand zit of staat en gaan we naar een volgende vraag. Het is niet per se zo dat het ene antwoord beter is of slechter’, introduceerde hij de werkvorm. Hieronder de stellingen, commentaar en het resultaat in Almelo.
 
1. Wat zou een goede manier kunnen zijn om mensen op te sporen die onder de armoedegrens leven?
Zitten: Door mensen in de gemeente alert te maken op risicofactoren, zoals scheiding, werkloosheid, ziekte, verhuizing, pensioen. 
Staan: Door goede samenwerking met instanties als gemeente en voedselbank.

Evaluatie: Je kunt zelf signalen herkennen van mensen op levenskruispunten, als er minder perspectief is, als er veerkracht wordt gevraagd. Het komt aan op actief luisteren.
Via voedselbank en gemeente kan je als speler op het web zichtbaar blijven bij doelgroepen en autoriteiten.

Resultaat Almelo: 13 van de 20 mensen gaan staan.

2. Wat ziet u als eerste verantwoordelijkheid van de christelijke gemeente ten aanzien van de armoedevragen?
Zitten: Mensen helpen die in nood verkeren met geld, goed en advies.
Staan: De overheid wijzen op de verantwoordelijkheid ten aanzien van recht en mildheid.

Evaluatie: Kerken doen veel. Een laatste armoederapport maakte zichtbaar dat er 2,3 miljoen uren van vrijwilligers naar armoedebestrijding gaan per jaar. Daarnaast gaat het om een bedrag per jaar van 40 miljoen euro. Aldus het driejaarlijkse onderzoek ‘Gerechtigheid en barmhartigheid’ van de PKN uit 2023.
Jarenlang was het beleid van de kerken dat men hielp onder protest. Men vond dat de overheid de eigenlijke verantwoordelijkheid moest dragen. Het is pas van de laatste jaren dat de overheid zelf de kerken vraag mee te helpen omdat men inziet dat het niet gaat zonder het maatschappelijk middenveld.

Resultaat Almelo: 19 van de 20 mensen blijven zitten.

3. Hoe groot schat u de (verborgen) armoede in uw eigen gemeente?
Zitten: Ik schat dat het om uitzonderlijke situaties gaat, meest van tijdelijke aard.
Staan: Ik schat dat 1:5 huishoudens er ergens wel mee te maken heeft.

Evaluatie: Hieronder zit de vraag ‘wat is armoede?’ Het heeft met inkomen te maken, maar ook met participatie in de samenleving, gezondheid, zelfredzaamheid. Vooral in situaties waarin nauwelijks uitzicht is op werk of verandering spreken we over armoede. In brede zin is het maatschappelijke uitsluiting. In smalle zin is het tekort aan geld. Als je de energiecrisis (en tegemoetkoming) er buiten houdt, heeft zo’n 7,7 procent van de bevolking te maken met armoede. Het gaat om inkomen van onder de 1200 netto per maand voor een alleenstaande (2022), voor een echtpaar onder de 1690 en als er kinderen zijn 2300 euro als kritische grens. Als je dit deelt kom je op een verhouding van 1:20. Als je echter kijkt naar huishoudens met problematische en risicovolle schulden kom je op 1:5.

Resultaat Almelo: 19 van de 20 mensen blijven zitten.

4. Wat ziet u als meest urgent probleem van armoede?
Zitten: Mensen raken persoonlijk gefrustreerd, depressief en mogelijk zelfs ziek.
Staan: Mensen komen relationeel onder druk te staan en voelen zich geïsoleerd.

Evaluatie: Beide gebeurt. De keus bepaalt dus voor wat je zelf het belangrijkste vindt. De twee hangen in de praktijk natuurlijk ook met elkaar samen. Allerlei gedrag is er uit te verklaren: mensen durven brieven niet open te maken; mensen gaan als compensatie juist nutteloze zaken kopen. Dat soort dingen.

Resultaat Almelo: 19 van de 20 mensen blijven zitten.

5. Hoe schat u het huidige politieke klimaat voor mensen onder de armoedegrens?
Zitten: Ik denk dat het kabinet Schoof er veel voor over heeft om armoede in ieder geval paal en perk te stellen door zaken als gratis schoolmaaltijden, verlengen van het noodfonds voor energie en bepaalde toeslagen.
Staan: Ik denk dat het kabinet Schoof voorbij gaat aan de ernst en zaken centraal stelt als ‘geen nivellering’, ‘geen ingewikkelde toeslagen’ en ‘neem verantwoordelijkheid voor je eigen leven’.

Evaluatie: De punten die genoemd zijn bij het kabinet Schoof zijn door de president bij de algemene beschouwingen genoemd. Hij ziet ze als inzet om het aantal kinderen in armoede (1:10) in ieder geval niet groter te laten worden. Vanuit de oppositie verwijt men Schoof dat hij de lat van de ambitie niet hoger legt.

Resultaat Almelo: 10 van de 20 mensen gaan staan.

Klaas van der Kamp wees er ten slotte op dat je ook voor jezelf kunt kijken of je vaker bent gaan staan of juist bent blijven zitten. Meer zitten wijst er op dat je vooral kijkt naar je eigen situatie, persoonlijke mogelijkheden. Meer staan zoekt het iets meer in alertheid naar buiten.

Foto onder: Een informele setting tijdens de diaconale ontmoeting met links staand Martin Zoer, diaconaal consulent voor onder meer Overijssel