Moderne kruiswegstaties als Art Stations in Deventer

Er komt een speciale editie van Art Stations in Deventer. De contemplatieve kunstroute met hedendaagse kunst wordt geopend op 26 februari (aswoensdag) en kan worden bekeken tot 11 april (stille zaterdag).

De internationale Art Stations of the Cross vindt in 2020 – na edities in Londen, Washington DC, New York en Amsterdam – plaats in het hart van de eeuwenoude Hanzestad Deventer. Veertien kunstenaars verbeelden het lijden van Jezus en van mensen in onze tijd. Langs de kunstwerken loopt een pelgrimsroute.


Deze kunstzinnige contemplatieve tocht voert de bezoekers langs culturele, historische, maatschappelijke en religieuze organisaties in Deventer. De initiatiefnemers, waaronder het studentenpastoraat in Deventer, schrijven op een website: ‘Wij beogen inspirerende kunst te verbinden met enerzijds het passieverhaal en anderzijds de plaatsen waar hartstocht, enthousiasme en commitment voor elkaar zichtbaar zijn in de plaatselijke gemeenschap’.


Het initiatief is een variatie op de klassieke kruiswegstatie, zoals je die in rooms-katholieke en orthodoxe kerken vindt. De oude spirituele traditie van het lopen van de kruisweg ontstond in de vierde eeuw in Jeruzalem. De Spaanse non Egeria is de oudste bekende bron. Ze beschrijft de etappes in Jeruzalem van een weg die pelgrims kunnen volgen in navolging van Jezus. De via dolorosa (lijdensweg) loopt van het paleis van Pilatus naar de heuvel Golgotha. Terugkerende kruisvaarders introduceerden het gebruik in Europa. Monniken rekenden het tot hun missie om deze vorm van spiritualiteit te stimuleren. De passie kreeg een plaats niet alleen buiten de kerk, maar ook binnen de muren van de kerk.

Arent Weevers

Met het project Art Stations keert de kruiswegstatie terug in de samenleving. De initiatiefnemers in Deventer geven een nieuwe vorm aan de verbeelding langs religieuze en seculiere locaties. Ze openen hun deuren voor hedendaagse videobeelden, soundscapes, foto’s, installaties of beeldhouwwerken. De kunst daagt uit en maakt eigen interpretaties in relatie tot het thema mogelijk.

Aan de kunstzinnige route werken veertien kunstenaars mee, onder anderen Roy Villevoye en Jan Dietvorst, Peter Bogers, Masha Trebukova, Sara Rajaei, Arent Weevers en Ans Hey.


De start van de route is in de Grote of Lebuinuskerk. Je kunt de route volgen met je smartphone of via een folder. De opening vindt plaats op woensdag 26 februari om 17.30 uur in de Grote of Lebuinuskerk en zal worden verricht door wethouder Carlo Verhaar. Curatoren zijn theoloog en mediakunstenaar Arent Weevers, en curator en cultuurhistoricus Anikó Ouweneel. De organisatie berust bij de stichting Faces I See Faces, Heart and Soul, studentenpastoraat Deventer en Visio Divina in samenwerking met vele andere organisaties.

Amsterdam 

Het blad Laetare laat zien hoe men in Amsterdam afgelopen jaar ook het idee van een kruisweg heeft overgenomen van eigentijdse associaties bij het lijden en de laatste gang van Jezus. Klaas Holwerda, Marleen Hengelaar en Anikó Ouweneel selecteerden er zeven uit Nederland en zeven uit het buitenland. Het werden vrije associaties die als halteplaatsen van een bedevaart konden worden ingezet. Het project zocht betekenisvolle verbindingen tussen episodes van de klassieke kruisweg, de kunstwerken en de locaties waar de kunstwerken waren geplaatst.

De route in Amsterdam begon in de rooms-katholieke Nicolaasbasiliek en kwam uit bij de eveneens aan Nicolaas gewijde Oude Kerk. In de Nicolaasbasiliek was het schilderij Madonna del Mare Nostrum van Hansa Versteeg voor het Maria-altaar geplaatst. Het eindigde met een rood glas-in-loodraam in de Heilig Grafkapel in de Oude Kerk, een blijvende herinnering aan de expositie Anastasis (Opstanding) waarvoor Giorgio Andreotta Caló alle ramen van de kerk had voorzien van rood folie. Het veranderde licht beoogde de tijdens de beeldenstorm van 1566 vernietigde beelden present te roepen. Rond Pasen valt de rode gloed in de kapel onder een baldakijn op de plaats waar ooit een beeldengroep van de graflegging stond. Deze gloed is een verwijzing naar het vuur van de geest, de levensadem, en tegelijk een knipoog naar de rosse buurt in de directe omgeving. De leegte is getransformeerd tot geheimenisvolle aanwezigheid, de graflegging tot de opstanding: ‘Hij is hier niet, hij is opgewekt’ (Lucas 24,6).