Kruis langs Boxbergerweg

Twee predikanten uit het breed moderamen van de classis waren op bezoek bij de voorzitter van de visitatie in Diepenveen. Op de terugweg reden ze door een buurtschap Eikelhof, in de gemeente Olst-Wijhe, bij de Boxbergerweg langs een zandstenen kruis. Het zouden geen dominees zijn, als ze niet even stopten en het weiland in liepen naar het kruis. Het bleek een exemplaar uit 1439 te zijn. In het hart van het kruis bevindt zich een wapenschild en de tekst roept voorbijgangers op voor de zielenrust van een overleden man te bidden.

De ervaring werd aangehaald door één van de leden van het bm tijdens een bezinning op de vraag hoe de kerk omgaat met de toenemende secularisatie. Het gesprek spitste zich toe op de vraag in hoeverre je expliciet je geloofsovertuiging aanreikt aan mensen van buiten de kerk, dan wel dat je onbevangen het gesprek aan gaat. De predikant noemde het kruis als voorbeeld dat je niet alleen een horizontale balk aan een kruis hebt, maar ook een verticale. Er is de eigen ervaring, een ‘allerindividueelste expressie’, maar er is ook de verbondenheid met Christus.

Ds. Henk Spit, predikant in Diepenveen, kende één van de volksverhalen die de ronde doen rond het zandstenen kruis. Ooit zou hier Pier de Rover hebben rondgezworven; hij was een berucht rover in de Middeleeuwen. Zijn gedrag trok de aandacht van de duivel. De duivel gooide het op een akkoord met een heks in Lettele. Zij nam de gestalte aan van een aantrekkelijke vrouw, verleidde Pier en wist hem uiteindelijk te doden. De duivel nam bezit van zijn ziel. In allerijl werd er een zandstenen kruis op zijn graf opgericht, waarmee zijn ziel toch kon worden behouden. Men heeft later wel geprobeerd het kruis weg te halen, maar dat leidde tot allerlei rampen; zoals het uitbreken van de koeien door omheiningen heen.

Het gesprek in het breed moderamen zette in bij de vraag in hoeverre Woord en Sacramenten essentieel zijn voor de kerk. En als je dat uitspreekt, is er de vraag wat je bedoelt met ‘essentieel’. Het thema is relevant, waar de kerk steeds meer met secularisatie te maken krijgt; hoe ga je met dat gegeven om als kerk? Vertrouw je op een klassieke presentatie van Woord en Sacramenten of stel je nadere eisen? Wat betekent het concreet dat je Woord en Sacramenten centraal stelt? Kom je er dan met klassieke definities?

‘Ik meen dat je het Woord in gesprek moet brengen met de actuele situatie; en dat je de Sacramenten als ritueel uitlegt en openlegt zodat de mensen die tegenwoordig eerder in psychologische termen dan in rituele termen, zich het geheimenis eigen kunnen maken’, zei iemand. ‘Mag je dan zeggen dat mensen die een spirituele tafelgemeenschap vormen, een christelijke gemeenschap vormen?’, vroeg iemand. De één zei: ‘Nee, er is een moment dat je het samenzijn vanuit Christus een naam geeft; een verkondigend moment’. De ander zei: ‘Ja, een samenzijn kan zo doortrokken zijn van de Geest dat je het als een christelijke gemeenschap mag zien’.

‘Maar trek je het dan niet erg breed?’, vroeg een derde, ‘ik vrees dat zo’n brede benadering uiteindelijk leidt tot verwatering’. ‘Ik ben opgevoed in de klassieke leer’, zei een vierde, ‘en van het Woord en de Sacramenten moet je afblijven. Die zijn uniek voor de mens die gelooft’.

De keus in het genoemde dilemma heeft consequenties voor allerlei vragen die je in de praktijk tegenkomt. Bijvoorbeeld in de manier van kijken naar een predikant. Mag je van een predikant klassieke ‘skills’ verwachten als exegese en het vermogen de Bijbel in de grondtalen te kunnen lezen? Of stel je de vraag aan een voorganger hoe gedreven hij is in de omgang met de social media?

Bij Woord en Sacramenten is voor mij ook de gemeenschap van belang waarin de Bijbel opengaat, zei weer iemand anders. Het gaat daarbij ook om de vertaalslag naar het dagelijkse leven. ‘We hebben als kerk met krimp te maken’, zei iemand, ‘vanuit mijn opvoeding weet ik dat Woord en Sacramenten daarin iets te zeggen hebben. Maar dat moet je m.i. niet mechanisch verstaan. Als het Pinksteren is, worden we vervolgens toch ook de wereld in gestuurd’.

‘Mij bekruipt het gevoel bij het citeren van de traditie dat je moet oppassen voor eenrichtingsverkeer. We komen samen rondom het Woord. En daar mag ieder zich op een eigen manier toe verhouden. Ik herken me in de discussie van de rabbijnen over een bepaald bijbelfragment. De discussies laaiden hoog op. Zo hoog, dat God zelf er zich in begon te mengen. Waarop de bijbelgeleerden God het zwijgen willen oplegden als ze Hem er fijntjes aan herinneren, dat Hij de Tora heeft vrijgegeven onder de mensen’.

Consideraties

Ds. Liekele Hoekstra vertelde vanuit de werkgroep consideraties dat er ruim twintig consideraties zijn binnengekomen op de voorstellen om de kerkorde aan te passen, zodat geestelijke verzorgers een zending kunnen krijgen vanuit de kerk (ord. 3.13 en 3.23). De meeste reacties waren instemmend. Er waren evenwel ook een viertal reacties met kritiek. Vooral het idee dat mensen als zzp-er kunnen beginnen op het grondgebied van een protestantse gemeente moest het ontgelden. Wat voor soorten wildgroei kunnen daaruit niet ontstaan? De consideraties worden voorgelegd aan de classicale vergadering en de genoemde zorg krijgt daarin expliciet een plaats.

De agenda voor de classicale vergadering van 8 juni werd vastgesteld. De volgende thema’s komen aan de orde: de jaarrekening 2020, de benoeming van nieuwe leden voor Kerk en Israël, verkiezingen, de vorming van een permanente verkiezingswerkgroep, en ook het ambtsrapport ‘Geroepen en gezonden’ komt op de agenda. Er zal een gast worden uitgenodigd om het rapport toe te lichten.

Het bm sprak vervolgens over de vragen die in het sjabloon van permanente educatie worden gesteld. Er was kritiek vanuit een concrete gemeente. Enkele leden van het bm vonden dat de vragen weliswaar ook in het bedrijfsleven worden gesteld, maar dat je bij de beantwoording een eigen geestelijk accent kunt aandragen. Desalniettemin kreeg de classispredikant opdracht één of enkele vragen te formuleren die men aanvullend zou kunnen stellen.

De aanvraagprocedure om te mogen beroepen wordt bijgesteld. Het generaal college voor de behandeling beheerszaken wil het platform Fris daarvoor gebruiken. Gemeenten kunnen dan hun complete dossier in Fris aanreiken. In Overijssel-Flevoland is er evenwel een goed werkend systeem waarbij de tweede scriba een sleutelrol speelt. Afgesproken is, dat hij wellicht een toegang tot Fris kan krijgen, zodat de voordelen van de twee benaderingswijzen op elkaar kunnen worden afgestemd.  

Het breed moderamen discussieerde enige tijd over een gemeente vanuit de vraag of men bezettingsbijdrage c.q. vacaturebijdrage zou moeten betalen. Besloten werd de onderscheiden varianten nog eens op rij te zetten ten dienste van de gemeente.

Ds. Henk Spit benoemde zeven gemeenten waarop de visitatie op dit moment actief is. De penningmeester en de scriba stellen een schrijven op aan de landelijke kerk, waarin men zorg uitspreekt over de financiële ruimte voor de classis. De noodzaak om bij de jaarcijfers die vanuit gemeenten binnenkomen bij het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken een bestuurlijke toelichting te schrijven werd nog eens onderstreept.

Foto: Ds. Henk Spit tijdens de digitale ontmoeting