Foto: Dr. Henk Vogel met de bul in zijn handen
Programmamaker Zwolle gepromoveerd op waardering Psalmen
Henk Vogel (32) is onlangs gepromoveerd aan de PThU op een proefschrift ‘Sing after God a new song’. Het onderzoek gaat over de waardering van de Psalmen in de hedendaagse Nederlandse en Vlaamse cultuur.
Henk Vogel, 32 jaar, werkt sinds 2022 als programmamaker bij het Dominicanenklooster te Zwolle. Hij coördineert er activiteiten op het gebied van geloof, spiritualiteit, kunst en verdieping. Hij heeft zes jaar aan de studie gewerkt.
De dissertatie bestaat uit vijf artikelen, die laten zien hoe de Psalmen worden toegeëigend in de hedendaagse cultuur. Alle vijf artikelen zijn gepubliceerd in internationale toptijdschriften.
De PThU zegt in een toelichting op de website, dat het zingen van psalmen een plek heeft in het (post)seculiere Nederland en Vlaanderen. Behalve in religieuze praktijken gebeurt dat ook in de kunsten en als cultureel erfgoed. Kunstenaren en cultuurmakers herontdekken de Psalmen. Dichters dichten en componeren nieuwe psalmen, mengen en creëren rituelen met psalmzang, ze koesteren, (her)waarderen en bekritiseren bestaande tradities. Het zingen van de Psalmen in de kerk is altijd gebleven.
Vraagstelling
Psalmzang heeft diepe en oude wortels in joodse en christelijke tradities, schrijft Henk Vogel. Het is voor veel kerkgangers in de Lage Landen een vertrouwde praktijk, zoals bij kloosterlingen en bij orthodoxe protestanten. De onderzoeker stelt zich in de dissertatie de vraag: Hoe kunnen we ritueel-muzikale toe-eigeningen van Psalmen in de hedendaagse Nederlandse en Vlaamse cultuur begrijpen, tegen de achtergrond van de ‘transfer’ en ‘transformation’ van religie, en hoe kunnen we die evalueren?
Vogel heeft in dit onderzoek vier ‘ritueel-muzikale toe-eigeningen’ bestudeerd: festival 150 Psalms, compositie- en concertproject Psalm 151, poëzieproject Poesia Divina en het psalmzingen met Genemuider Bovenstem. Hij heeft repetities en uitvoeringen bijgewoond, interviews gehouden en teksten bestudeerd.
De dissertatie brengt twee velden bij elkaar. Hij gaat in op de expliciet religieuze context en hij schrijft over de invalshoek van kunstenaren die op een eigen manier omgaan met de teksten. Ze verwijzen daarbij wel naar de religieuze context van de Psalmen, maar gaan er op een eigen manier mee om. In de toelichting schrijft de universiteit: ‘Ze framen psalmzang als cultureel erfgoed en als kunst, om psalmzang toegankelijk of relevant te maken voor een divers, geseculariseerd publiek’. In plaats van religieuze overtuigingen of religieuze gemeenschappelijkheid benadrukken ze de esthetische schoonheid van psalmzang, haar culturele waarde, haar meditatieve kwaliteiten en/of politieke relevantie. Dat past bij de huidige culturele context, schrijft de universiteit, die gekenmerkt wordt door secularisatie, ontkerkelijking, individualisering en pluralisering.
Tegelijk contrasteren de ritueel-muzikale toe-eigeningen met die culturele context. Kunstenaars en organisatoren richten zich op allerlei manieren tot God, proberen collectieve participatie te versterken en ruimte te maken voor existentiële contemplatie. Zij voelen zich daartoe uitgedaagd door tradities van collectieve liturgische psalmzang. Niettemin lijken hun ideeën over tradities van collectieve liturgische psalmzang hen te belemmeren in het verder gaande verkennen van het potentieel van psalmzang, meer specifiek de gelaagdheid en ambiguïteit van het zich richten tot God, van individu en gemeenschap in collectieve psalmzang, en van het evenwichtig rechtdoen aan lijden en hoop in existentiële contemplatie.
Genemuider bovenstem
Het Reformatorisch Dagblad heeft de promovendus geïnterviewd en stelde onder meer de vraag wat hem opviel bij een festival over de 150 psalmen. Hij zei: ‘Ik had verwacht dat het niet zo veel over God zou gaan. Maar ik merkte dat er wel degelijk geprobeerd werd om in de huidige tijd op een nieuwe manier te kunnen spreken over God’.
Vogel gaat in het interview in op de Genemuider bovenstem. Hij ziet in de gemeentezang de ‘verbindende functie die Psalmen kunnen hebben’. Er is sprake van ‘een collectieve beleving’. In een laudatio kwam Mirella Klomp daarop terug. Ze stelde onder meer dat evenementisering en vererfgoedisering niet ten koste gaan van gemeenschappen waarin de praktijken oorspronkelijk zijn ontstaan, zoals wel wordt beweerd.
Voor Vogel hebben de Psalmen een blijvende betekenis. ‘Het zingen ervan biedt ververvoering en verstilling in een jachtige tijd’. En: ‘Veel mensen herkennen de roep om recht en waarheid die in de Psalmen klinkt’.
Vogel
Henk Vogel (1992) studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen (BA) en volgde een onderzoeksmaster Nederlandse literatuur en cultuur aan Universiteit Utrecht (MA). Zijn bachelor- en masterscripties handelden respectievelijk over lichamelijkheid in de liedteksten en poëzie van Willem Barnard/Guillaume van der Graft, en over collectieve herinnering en gemeenschapsvorming op het derde eeuwfeest van de protestantse reformatie in 1817. Naast zijn studies is hij actief als componist en (amateur) uitvoerder van voornamelijk kerkmuziek. De plechtigheid vond plaats op 28 november 2024.
Voor de promotieplechtigheid: klik hier
Foto: Dr. Henk Vogel op de rug met in het gezicht de twee promotoren prof. dr. Marcel Barnard en prof. dr. Mirella Klomp