Foto: een enkele keer zie je een herinnering aan de watersnood (foto publieke ruimte internet)

Kerkklokken geven 305 slagen


In de avond van 4 februari klinken er opnieuw talloze klokken in het westen van Overijssel. Dan is het op de dag af 200 jaar geleden dat de klokken luidden om mensen te waarschuwen voor de aanstaande watersnood. Om 18.25 uur zullen de klokken circa 305 keer luiden om de 305 Overijsselse slachtoffers te gedenken. Kampereiland is één van de plaatsen die meedoet. Geen boerderij ontsprong de dans. Iedereen had schade aan have en dieren.

De watersnood wordt herdacht met onder meer een watersnoodsymposium op 5 februari in de Broederkerk in Kampen. Daaraan werken mee de Overijsselacademie, het Oversticht, het Waterschap Drens Overijsselse Delta en het Stadsarchief Kampen. DE bijeenkomst duurt van 13 tot 17 uur. Dagvoorziter is Wim Eikelboom, rivierjournalist en IJssel-ambassadeur.

In de nacht van 4 op 5 februari 1825 werden grote delen van Overijssel getroffen door een ramp van ongekende omvang. Tijdens een zware noordwesterstorm en een gelijktijdige springvloed braken de dijken langs de Zuiderzee, het Zwarte Water, de IJssel en de Vecht op maar liefst 65 plaatsen door. Ruim een kwart van de provincie kwam onder water te staan, tot Staphorst, Dalfsen, Heino en Wijhe aan toe. Ook grote delen van Friesland werden overspoeld. 

Het kolkende water veegde mensen, vee, bomen en complete boerderijen van de kaart. Velen zagen familieleden voor hun ogen verdrinken. In Overijssel vielen er in totaal 305 doden. Ook de materiële schade was gigantisch. Complete veestapels waren verdronken, waaronder ruim 13.000 koeien en 525 paarden. 574 gebouwen waren weggespoeld; het viervoudige ernstig beschadigd. De schade was onvoorstelbaar groot.


Tijdens een bijeenkomst van de werkgemeenschap Kampen kwam het thema voorbij. Eén van de pastores vertelde hoezeer men bij de watersnood destijds werd bepaald bij falend overheidsbeleid, die dijken onvoldoende had onderhouden. Op dit moment zijn er opnieuw delen van het land, zoals he Kampereiland, die zijn aangewezen om onder te lopen op het moment dat de wateroverlast toeneemt. Die toewijzing heeft bijvoorbeeld consequenties voor het bouwen van huizen. Daar wordt in zo’n regio geen toestemming voor gegeven. Opnieuw is het de overheid die ingrijpt op de leefomgeving van mensen in de regio.