Steekproducten populair
Lokale producten en streekproducten zijn populair in Overijssel. Ze dragen bij aan begrip voor de producent. En ze drukken de transportkosten. Ze stimuleren duurzame landbouwvormen. Daarmee leveren ze een bijdrage aan het milieu.
Die redenering spreekt Overijsselnaren aan blijkt uit onderzoek van de provincie. De coronacrisis heeft het belang van lokaal kopen nog meer onderstreept. Bekende Overijsselse streekproducten zijn te vinden in het Vechtdal, Salland en Twente. Het gaat om zuivel- en kaasboerderijen, worstmakers, ambachtelijke ijshoeves, bierbrouwerijen, fruitboerderijen en zelfs wijngaarden.
Zo’n 61 procent van de Overijsselse huishoudens nemen regelmatig streekproducten mee naar huis. Dat percentage ligt hoger dan gemiddeld in Nederland (52 procent). Zo’n 30 procent van de Overijsselnaren koopt minimaal een keer per maand een regioproduct; 11 procent doet dat zelfs wekelijks. Het zijn vooral de 55-plussers die de streekproducten uit de schappen halen. Hoogopgeleiden trekken makkelijker de portemonnee voor de lokale ondernemer. En inwoners van het platteland zijn er gevoeliger voor (67 procent) dan mensen in de stad (57 procent).
Bij marktonderzoek gebruikt men termen voor speciale doelgroepen. In dat jargon heet het dat kosmopolieten (71 procent) en post-materialisten (84 procent) het meeste streekproducten aanschaffen. Van de gemaksgeoriënteerden koopt slechts 37 procent lokaal.
Voor de inwoners van Overijssel zijn smaak (51 procent) en een eerlijke prijs (51 procent) de belangrijkste motieven om een lokaal product te kopen.
Foto: Zwartbont vee op een verhoging; je kan het zien in het landschap vlakbij Losser