Visitatie vaker bondig vormgegeven

Wellicht dat veel mensen bij het woord ‘visitatie’ denken aan bijeenkomsten, waar mensen van buiten de gemeente op bezoek komen om arbitrage te verrichten in een gemeente en verschillende groepen weer in gesprek te brengen met elkaar. Die rol kan de visitatie van de kerk nog steeds spelen, maar het accent is in de regio Overijssel-Flevoland verschoven naar kleinschalige ontmoetingen om op een concreet onderdeel mensen verder te helpen.

Ds. Henk Spit, voorzitter van het classicaal college voor de visitatie, ging tijdens de bijeenkomst van het breed moderamen van de classis Overijssel-Flevoland op 10 december 2021 kort in op enkele lopende visitaties. Hij signaleerde dat het accent op het moment van rapportage lag op de bemiddeling op kleine schaal. Een kerkenraad of een moderamen van een kerkenraad zit met een concrete vraag en het college van visitatoren komt op bezoek om met enkele personen van gedachten te wisselen. De visitatie wordt bewust klein gehouden. Dat werkt blijkbaar het meest constructief. En het maakt een interactie mogelijk waarbij de kerkenraad zelf het stuur vast blijft houden.

De voorzitter van de visitatie is een vaste adviseur van het breed moderamen. Hij woont alle vergaderingen bij en informeert het bestuur over lopende visitaties. In december waren dat er vier. Drie daarvan zouden als bemiddelend in kleine kring en als ‘light’ getypeerd kunnen worden. Daarmee krijgt de visitatie in de regio een ander gezicht, zoals het bij de kerkordewijzigingen die in 2018 zijn doorgevoerd ook is bedoeld. De drempel om visitatie aan te vragen mag iets later lager zijn dan in het verleden; je vraagt niet alleen visitatie als je zelf als kerkenraad geen kant meer op kunt, je kan ook met de visitatie samen optrekken om sneller de hoofdlijn van het beleid te kunnen doorzetten.

Maria 

Het breed moderamen in december begon gewoontegetrouw met een bezinning. Het ging dit keer over de persoon van Maria. Ds. Jan Dirk Wassenaar noemde haar in zijn meditatieve opening een ‘voorbeeldige vrouw’, die door rooms-katholieken en protestanten wordt gewaardeerd. Protestanten zullen haar niet zo gauw ‘medeverlosseres’ noemen. Ze is vooral een toonbeeld voor anderen in haar gehoor-zaamheid. Johannes Damascenus zei dat in de achtste eeuw al heel compact. De conceptie van het kind Jezus vond niet plaats in de schoot van Maria, aldus de kerkvader, maar in haar oren. De kerkhervormer Melanchton borduurde daarop voort bij zijn uitleg van het magnificat. Hij stelde dat de rol van Maria overgedragen is op de kerk als geheel. De kerk is – net als Maria begenadigd – doordat de kerk het Woord mag horen en het mag verkondigen. De protestantse kerk waardeert Maria om haar humilitas, haar nederigheid. Erasmus stemt daar mee in, maar wijst er wel op dat je die gedachte niet direct mag afleiden uit de lofzang van Maria, waar Maria spreekt over haar ‘lage staat’. Volgens Erasmus moet je dat niet als deemoed uitleggen, maar duidt dat op de sociale status van Maria, zij leefde onderaan de maatschappelijke ladder in armoede.

Alle leden van het breed moderamen spraken zich vervolgens uit over de rol die Maria in hun eigen geloofsleven en hun eigen traditie heeft. De meeste leden gaven aan dat ze van huis uit geen bijzondere status geven aan Maria. Ze is geroepen als ‘draagmoeder’, zei iemand, ‘dat is mooi, maar daar zet ik ook een punt’, aldus een lid van het breed moderamen. Een ander zei wel iets verder te willen gaan dan de naar zijn idee wel heel geïnstrumentaliseerde opvatting van een ‘baarmoeder’. Hij noemde haar profetisch, iemand die in het magnificat de verhoudingen op zijn kop zet, een inspiratiebron. ‘Ze heeft voor een profeet weinig tekst’, nuanceerde een ander.

Weer een ander citeerde de woorden van Maria uit het begin van het Johannes-evangelie, waar Maria de bedienden bij de bruiloft te Kana opdraagt nauwkeurig te luisteren naar datgene wat Jezus hen opdraagt. Maria gaat de mensen daarmee voor in het geloof. Weer een ander bm-lid wees op het verlangen in de theologie niet alleen mannen een plek te geven, maar ook vrouwen. Door Maria een prominente rol te geven, breng je meer balans in het geheel. Je ziet wereldwijd in de kerken van niet-protestantse denominaties dat men daarvoor alle ruimte biedt. ‘Ik herken vooral het zoeken van mensen die daarbij aanhaken bij Mariadevotie’, zei iemand. Beelden van haar doen het op rommelmarkten goed, zoals ook het boeddha-beeld gewild is. ‘Ik zou daar op zich niet te veel waarde aan willen hechten, omdat het uiteindelijk toch om je eigen verhouding tot God gaat en mensen die je daar tussen plaatst kunnen het zicht op God belemmeren’. Een ander nuanceerde: ‘Dat is zo, maar ze kunnen het zicht ook vergroten, doordat je als het ware naar een foto kijkt en daardoor de tere gevoelens naar boven laat komen die je daarin helpen’.

Je zou kunnen zeggen dat in meer katholieke delen van de kerk het Mariabeeld past bij een betoverde wereld. Protestanten leven meer in een onttoverde wereld. Als je een keer in zo’n onttoverde wereld verzeild bent geraakt, zei één van de bm-leden, is het net als bij het Sinterklaasfeest; wie niet in Sinterklaas gelooft, gaat niet zo gauw terug naar het idee dat Sinterklaas echt bestaat. Het gesprek over de positie van Maria werd afgesloten met de constatering dat mensen verschillende godsbeelden hebben en verschillende toegangswegen om zich een voorstelling van God te kunnen maken. Het hoort bij het handwerk van ambtsdragers om er rekening mee te houden dat Godsbeelden – in een boek benoemd van 1.0 tot 9.0 – in allerlei variaties kunnen voorkomen binnen één gemeente; het is dan je rol als ambtsdrager om begrip te vragen voor die verschillende invalshoeken. Het breed moderamen wil daar een volgende keer over doorspreken aan de hand van het boek ‘God 9.0’.

Plaatselijke regelingen

Het breed moderamen sprak over allerlei praktische zaken. Het ging over een aanvraag tot de vorming van een bijzondere gemeente; het ging over structurele hulpdiensten, over kritiek op een verkiezingsprocedure en over verkiezingen. Het breed moderamen stemde in met een notitie waarin de classis het voortouw neemt voor inhoudelijke thema’s die ook in de ringen of combinaties van ringen kunnen worden uitgerold. Het breed moderamen besloot om plaatselijke regelingen – waarvan er weer drie waren ingestuurd – voortaan te laten lezen en van commentaar te laten voorzien door de werkgroep fusie van de classis. De plaatselijke regeling krijgt daarmee een expliciete beoordeling vanuit de classis. De kerkorde schrijft voor dat gemeenten een aangepaste plaatselijke regeling moeten toesturen naar de classis. Door feedback te geven op de tekst kunnen kerkenraden meer zicht krijgen op mogelijke consequenties van een aanpassing en kunnen ze bezien hoe ze communicatief naar de eigen achterban met de wijzigingen willen omgaan. 

Foto: Ds. Hans van Solkema had als voorzitter passend bij de reflectie over Maria een Mariabeeld in beeld gezet.