Wij-partij

Wij in Overijssel mogen onszelf gelukkig prijzen. We zijn vanaf deze week kraamvrouw van een tweede politieke partij: Nieuw Sociaal Contract, NSC. Een tweede kind uit onze provincie. Eerder brachten wij de BBB voort, de BoerBurgerBeweging. Het zijn beide partijen die je niet kunt indelen volgens het schema ‘links / rechts’, of ‘progressief / conservatief’, of ‘christelijk / liberaal’. Nee, je hebt nieuwe begrippen nodig om de partijen te typeren. Analisten spreken over een verdeling ‘ik / wij’.  

Ik-partijen komen op voor het individuele belang van mensen, eigenbelang. Als je een grote erfenis hebt, en je wilt dat voor jezelf houden, moet je je stem uitbrengen op een ‘ik-partij’. Als je een goede opleiding hebt, en een goede baan en een goed inkomen, en vindt dat iedereen dat kan bereiken, als ze maar goed hun best doen, moet je op een ‘ik-partij’ stemmen. Maar als je vindt, dat je iedereen moet voorthelpen in je buurt, dat er zoiets is als een gezamenlijke verantwoordelijkheid, stem je op een ‘wij-partij’.

NSC en de BBB zijn beiden wij-partijen.  Pieter Omzigt en Caroline van der Plas letten d’r op dat een besluit van een Hagenees over Groningen ook werkelijk de mensen in Groningen bereikt. Ze letten er op dat niet alleen de metro in Amsterdam doorgetrokken wordt naar Amsterdam-Noord, maar dat ook de N35 bij Mariënheem wordt aangepast. Wij-partijen dus.  

Het zal u niet verbazen dat ik als dominee blij ben met wij-partijen. Als ik in een kerkdienst in de streektaal de tien geboden uitspreek, en het gaat over de Nederlandse tekst ‘U zult niet doodslaan’ geef ik dat in de streektaal weer met ‘: ‘Doodhouwen, loawwe det niet doan’. En ‘Niet stelen’ klinkt als: ‘Jatten. Loawwe det achterwege loatn’. Ik doe een appel op wat we samen nodig hebben om het samen goed te hebben.  

Die houding is me met de paplepel ingegeven. Als ik als kind aan tafel onbeleefd was en het lekkerste uit de pan haalde, zei mijn moeder: ‘Zo doen we dat hier niet’. Als ik op school te vroeg wegrende als de bel ging, zei de meester: ‘Wij wachten gewoon totdat de meester zegt dat je kan gaan’.

We zijn van het ‘wij’. We hebben dat geleerd van de koning. Als hij de Troonconference uitspreekt, begint hij ook altijd met: ‘Wij, Alexander, koning der Nederlanden’. Hij gebruikt de pluralis majestatis om een breder belang te verwoorden.  

In november moeten we allemaal naar de stembus. En dan beginnen alle partijen er over dat ze eigenlijk ‘een wij-partij’ zijn. Het is aan ons als kiezers om daar doorheen te prikken. Het gaat niet alleen om de waarheid uit te spreken, het gaat ook om de waarheid te vertegenwoordigen. De Bijbel heeft dat goed begrepen. Want het woord voor ‘waarheid’ / ‘emet’ (Hebreeuws) kan je ook vertalen met ‘betrouwbaarheid’. Zullen wij afspreken, dat wij betrouwbare politici gaan kiezen?