Coronacrisis intensiveert pastorale vragen
Pastores reageren verschillend op de coronacrisis. De één is verlegen met de crisis en valt stil. Een ander wordt juist heel activistisch. En een derde begint te organiseren en zet telefooncirkels op van gemeenteleden die elkaar aanspreken. Drie verschillende types, zoals Theo Hettema uit Den Haag, ze naar voren bracht tijdens een eerste van drie webinars van de theologische universiteiten in Kampen, Amsterdam en de PKN op 29 april.
Voor een kleine vijftig geïnteresseerden ging Theo Hettema in op het thema: ‘Het invullen van pastoraat in tijd van corona’. Hij stelde dat er nog weinig systematisch in beeld is gebracht over het thema. Toch waagde hij een poging een paar lijnen te trekken in pastorale thema’s en methodische onderbouwing.
Hij liet met name in het tweede deel van zijn college zien hoe vertrouwde thema’s en benaderingswijzen van pastores zijn aangevochten door het coronavirus, waarin veel ter discussie komt te staan. Waar pastores een vertrouwde opbouw hebben van een pastoraal gesprek, dat begint met een voorzichtige verkenning en het opstellen van een contract en het beschrijven van wat men ziet, is de pastor geneigd om die eerste stappen over te slaan in een tijd van de coronacrisis en meteen te beginnen over gevoelens. ‘Dan ga je te snel. De mensen voelen zich overrompeld’. Ga niet te snel door de gedragsfase heen. En vul gevoelens niet te snel in voor de mensen, in de zin van: ‘U zult zich wel eenzaam voelen’. Coronatijd kan ook betekenen, aldus Hettema, dat iemand zich opgelucht voelt en rustig wordt omdat er minder prikkels zijn.
Veel waarden worden in deze tijd van corona aangevochten. Mensen krijgen met onverwachte tegenvallers te maken. Je hebt bij voorbeeld altijd geleefd voor je werk en nu ben je werkloos. Je hebt je verheugd op een eindexamenfeest als de bink en ineens is die mogelijkheid er niet meer. Je had gedacht rustig oud te kunnen worden met je partner en ineens is je partner opgenomen in een zorginstelling en je kan niet meer bij hem of haar komen.
In een gewoon pastoraal gesprek kan je bij een diepe laag uitkomen van geloof en inspiratie. De pastor kan daar een woord uit de bijbel lezen en een gebed uitspreken. ‘Ik merk dat mensen het lastig vinden als er geen face to face contact is’, aldus Hettema, ‘Collegae vinden het moeilijk dat over de telefoon te doen. Ik zou zeggen: benoem die verlegenheid maar en zeg: ‘We hebben nu een soort huisbezoek gehad, ik ben gewend te lezen, hoe vindt u dat dat we het nu doen door de telefoon?’’
Diverse pastorale thema’s komen in deze tijd sterker naar voren dan in andere perioden. Theo Hettema wees op bestaande gevoelens van eenzaamheid en het onvermogen contact te leggen. Die gevoelens zijn er altijd, maar ze zijn nu in coronatijd dominanter. Hij wees ook op nieuwe ervaringen en gevoelens (bijvoorbeeld geen sociaal contact), waar ook jongeren wellicht onverwacht veel last van kunnen hebben. Er is bij anderen zorg om het eigen leven, over gezondheid, over werk en inkomen. Mensen worden geconfronteerd met nieuwe zorg om de naasten; om een moeder in een verpleeghuis, een kind in een zorginstelling en mensen met rouw over naasten die wegvallen. Juist in de coronatijd kan je ontdekken dat leefpatronen sleetse plekken vertonen. Gevoelens van nutteloosheid kunnen de overhand krijgen. Gevoelens van schaamte, omdat men het eigenlijk wel prettig vindt bepaalde mensen niet te zien, maar van zichzelf vindt dat men zo niet mag denken. Er kan angst zijn voor de toekomst, voor huiselijke geweld, traumatische ervaringen kunnen opnieuw opspelen. Soms kunnen er ook positieve ontdekkingen worden gedaan, dat mensen verzuchten: ‘Ik wist niet dat ik dat in me had’.
De vertrouwde vormen van pastoraat zijn in de coronatijd niet mogelijk; een bezoek aan mensen thuis zit er eigenlijk iet in, of een gesprek met iemand in een verpleegtehuis. Hettema gaf een opsomming van vormen van pastoraat, die ondanks de coronacrisis wel uitoefenbaar zijn. Hij noemde onder meer de wandeling, het videobellen en de gesprekken bij de heg. Een pastor kan zich hernieuwd bewust worden van de mitsen en maren die om het pastoraat heen hangen. De pastor kan angst hebben voor nieuw contact, weerstand om het gesprek aan te gaan en het technologisch lastig vinden gebruik te maken van bepaalde technieken. Hij nodigde de bezoekers uit zich daar niet bij neer te leggen, want mensen vinden het fijn gekend en erkend te zijn, verbinding te ervaren en mensen te ontmoeten die belangstelling hebben voor hun leefwereld. De pastor moet de moed vergaren om op de leefwereld van de ander in te gaan, ook in de coronatijd, meende de inleider.