Heanig an
Vakantie is een rare tijd. We zeggen dat we uitrusten. Stoppen met werken. En wat rommelen. Maar als je met het vergrootglas kijkt wat mensen doen in de vakantie is dat helemaal niet waar. We stoppen niet met de dingen die we doen. We verdiepen ons juist nog meer in dat wat we altijd al doen.
Ik heb een zwager. Die is monteur. Die gaat naar Duitsland op vakantie. En welke plaats doet hij aan? Kassel. En wat bezoekt hij daar? De fabrieken van Volkswagen. Een kennis van mij is voetballer. Gaat naar Italië en bezoekt een vriendschappelijke wedstrijd van AS Roma. En ik, als ik vrijdag aankom op mijn vakantiebestemming? Het eerste wat ik bekijk is de aanvangstijd van de kerkdienst. Die wil ik niet missen. Terwijl ik as dominee al geregeld in een kerk kom.
Wat is er aan de hand als we op vakantie gaan? We stoppen niet met wat we gewoonlijk doen. We zoeken die bezigheid juist op. We willen in de vreemde omgeving nog eens uit en te na zien hoe mensen hetzelfde werk elders doen wat wij thuis ook doen.
De Kleine Prins vertelt een verhaal van een koopman die een pil verkoopt. Als je die pil eet, hoef je een hele week geen drinken te nuttigen. ‘Waarom verkoop je die pil?’, wil de kleine prins weten. ‘Dat is om mensen tijd te laten besparen’, zegt de koopman. ‘Maar waarom zou je tijd willen besparen met drinken?’, zei de kleine prins. ‘Mensen hebben uitgerekend dat je per week 53 minuten kwijt bent met het drinken van water. En dat bespaar je dan’. ‘Weet jij al wat je met die tijd zou doen?’, vroeg de koopman. ‘Ik denk, dat ik heel rustig naar een bron zou lopen’, zei de kleine prins, ‘om te gaan drinken’. Met andere woorden: ik zou dat doen, wat ik altijd doe, maar dan op een andere manier.
Toen Paulus gevraagd werd naar een beter leven, zei hij niet dat iedereen zendeling moest worden, of tentenmaker. Hij wees op de manier van doen. Je kunt je kwaad maken, en druk doen tegenover een ander. Dat is slordig. In de streektaal noemen we dat ‘foeksen’. Een ruwe manier van werken. Maar je kun ook met ‘wille’ werken. Met plezier. Paulus noemt dat: Leven met geduld, goed voor elkaar, vriendelijk. In Twente zeggen we: ‘Heanig an’. ’t Geheim van de vakantie is dus niet iets heel anders doen. Maar datgene wat je gewoonlijk doet op een andere manier gaan invullen.