Foto: Bert Oude Kotte neemt de brandende kaars in ontvangst van de zanggroep die voor hem de liturgie gaande hield

Rome door de ogen van de voorganger bij het kerkasiel


‘Je kan niet ieder uur een dominee laten opdraven. Ik kan misschien ook wel een thema inbedden wat met kerk en geloof te maken heeft’. Bert Oude Kotte is één van de lekenpredikers bij het kerkasiel in Kampen. Hij vulde één van de lege plekken in het rooster van voorgangers op woensdagavond 29 januari 2025. Hij zorgde er voor dat de keten van de voortgaande viering in takt bleef met een bijdrage over ‘Rome, stad van kerken, kunst en katholicisme’ en de ondertitel ‘Lijnen naar de Bijbel’.

Bert Oude Kotte heeft 41 jaar gewerkt als docent klassieke talen. Wie hem spot in een reguliere kerkdienst op zondagochtend zal hem tijdens de schriftlezing regelmatig vanuit een Grieks bijbeltje zien meelezen. Toch heeft hij enige schroom als hij de eerste zinnen uitspreekt bij de viering ’s avonds om tien uur. Hij heeft zojuist het licht overgenomen van iemand die na de koorrepetitie hem het de bemoediging gaf ‘Het licht van Christus’. Oude Kotte ging vervolgens naar de Hofzaal, die iets intiemer is dan de kerkzaal, en introduceerde zichzelf. ‘Ik wil het wagen. Het gaat over Rome, de stad van de kerken. Ik ben er zeventien keer geweest. Dus ik zou er toch iets van moeten kunnen zeggen, ook al ben ik geen theoloog. Ik ben classicus met als specialisatie archeologie’.

De vijftien bezoekers zitten in een cirkel om de televisie waarop beelden worden geprojecteerd van Romeinse kerken. Maar eerst spreekt Oude Kotte een gebed uit. Daarna wordt er gezongen: Psalm 84 in een bewerking van André Troost. Ludie Boels, een zwager van Bert Oude Kotte, is speciaal uit Vlagtwedde overgekomen om de samenzang te begeleiden. Een ander familielid, Rik Karreman, reisde vanaf Apeldoorn om het verhaal van Bert Oude Kotte te horen. Verder zijn er gemeenteleden, af te leiden uit de hummen en ‘oh ja’s’ van mensen die zelf de Italiaanse hoofdstad één of meer keren hadden bezocht.



Foto: Speciaal uit Apeldoorn en Vlagtwedde overgekomen om bij de voortgaande viering te zijn en het orgel te bespelen

San Clemente


Oude Kotte had twee uur de tijd, waarin hij uiteindelijk twee, drie van de circa honderdvijftig kerken voor het voetlicht bracht.  Hij zette in bij de San Clemente. De Ierse pastor Mullody heeft de drie lagen van de kerk blootgelegd in 1857 en daarop volgende jaren. De eerste laag is een Mithras-heiligdom. De christenen bouwden in de vierde eeuw daarover heen een eerste kerk, vernoemd naar paus Clemens I. ‘Je ziet dat vaak, dat mensen onbekommerd over een ander verwoest bouwwerk heen hun heiligdom optrekken. Je laat daarmee zien dat je eigen geloof superieur is aan dat van de ander, in dit geval het heidendom’. De Noormannen hebben deze kerk aan gruzelementen geslagen in 1084. ‘De kerk was ergens een symbool van de macht in Rome en de Noormannen maakten duidelijk dat ze sterker waren dan die Romeinse macht’. In 1108 werd het begin gemaakt met de derde bouwlaag; er kwam een nieuwe kerk.

Oude Kotte ging daarna met de mensen in gesprek die om hem heen zaten. ‘Wat missen jullie in dit kerkgebouw?’, vroeg hij, wijzend op het interieur van de San Clemente. ‘Er staat geen orgel in’. ‘Klopt, orgels zijn pas later in Franse en Duitse kerken gekomen. Je vindt ze niet in Italiaanse kerken. Er is alleen een ruimte voor de zangers ingebouwd’. ‘Wat mis je nog meer?’ ‘Banken voor de kerkgangers’. ‘Klopt, de mensen moeten gewoon staan. Ze staan aan de achterkant van de muurtjes’.

Er kwam een uitvergroting van de achterwand met de apsis en de triomfboog. De muren zijn versierd met mozaïeken. ‘Zo’n mozaïek is gemaakt van glas. Daarin is flinterdun bladgoud mee versmolten. Dat geeft dit mooie effect’. Je vindt hier amper fresco’s, vertelde Oude Kotte, omdat het te vochtig is om de muurschilderingen goed te bewaren. Om de San Clemente lopen nog steeds twee goten waar voortdurend water stroomt. Niemand weet waar het vandaan komt en waar het naar toe gaat. Het laat wel zien hoe vochtig het is in de voor rooms-katholieken heilige stad.

Ambo

Oude Kotte maakte vervolgens een vergelijking naar de Bijbel. Hij liet zien hoe enkele woorden al een oorsprong hebben in Bijbelse verhalen. Het idee van een verhoging, een ‘ambo’, kom je bij Nehemia 8: 3-4a tegen. ‘Ambo’ is oorspronkelijk een ‘heuveltop’, een ook ‘de rand van een bord’. Ezra staat op een houten verhoging, voorloper van de ambo in kerkelijke ruimten. Oude Kotte pakt een andere Bijbeltekst, uit Lukas 1: 8-10, waar Zacharias het volk buiten opzoekt. Daar is sprake van een ‘plutei’, ‘gesloten panelen’.  Het woord ‘ciborium’ uit de kerk is herleidbaar op Hooglied 3: 9-10, waar sprake is van een baldakijn die bescherming biedt en ook dient als versiering.

Oude Kotte ging nog iets verder door op de eerste laag van de kerk, het heiligdom van Mithras. Er is een afbeelding bewaard gebleven van Mithras die een stier doodt. Dat is het beeld van Mithras die het kwaad overwint. De inleider wees vervolgens op de talloze parallellen die er bestaan tussen Christus en Mithras; beide vieren hun geboortefeest op 25 december, beide zijn geboren uit een maagd, beide krijgen herders op bezoek als getuigen, beide zijn uiteindelijk 33 jaar geworden. Zowel de religie rond Mithras als het christendom kennen rituele maaltijden met brood en wijn, kennen catechese en iets van een doopritueel. Het duurde nog tot de vierde eeuw voordat het christendom de sterkere religie bleek te zijn boven de religie van de Perzische zonnegod Mithras.

Foto: Bert Oude Kotte maakt met zijn aanwijsvinger de mensen wegwijs op het Sint-Pieterplein 

Sint-Pieter


Oude Kotte bracht vervolgens de Sint-Pieter in beeld. Hij liet eerst een afbeelding zien van de oude Sint-Pieter die in 1450 is gesloopt. De nieuwe Sint-Pieter, bekend uit de aflaathandel waar Luther mee te maken kreeg, is er overheen gebouwd. De volksadat wil dat het graf van Petrus er onder te vinden is. In de tijd van Nero was er een renbaan naast de Sint-Pieter. In het midden daarvan was een afscheiding waaraan mensen werden getoond die aan een kruis hingen. Petrus zou één van de gekruisigden zijn geweest. Men hoefde destijds de Via Cornelia maar over te steken of kwam van de renbaan bij de Sint-Pieter. Dat Petrus feitelijk onder de Sint-Pieter begraven ligt, is nooit wetenschappelijk aangetoond. Oude Kotte citeerde bronnen die het minder aannemelijk maken. Zo was het niet gebruikelijk om gekruisigden een individueel graf te geven en de eerste christenen leefden vanuit de stellige verwachting dat de wederkomst van Christus spoedig zou plaatsvinden. Dus er was ook geen noodzaak om veel aandacht aan de begrafenis te besteden.

De classicus wilde nog ingaan op een derde kerk: de Santa Maria Sopra Minerva. Daarop ontdekte hij dat de twee uren al weer voorbij zijn. Er werd nog een laatste lied gezongen: Lied 841, een tekst van ds. Reinier Kleyer: ‘Laat het voor hen die vluchten hier goed en veilig zijn’. Vervolgens overhandigde Bert Oude Kotte de kaars, het licht van Christus, aan Elly Remijnse.


Foto: Elly Remijnse neemt de kaars van de voortgaande viering over van Bert Oude Kotte

Steenwijkerwold


Zij was met haar man Willem Remijnse uit Kraggenburg gekomen om de nachtelijke uren invulling te geven aan de continuïteit van de viering. Het was voor haar al de zesde, zevende keer, dat ze een gaatje in het rooster opvulde. Ze heeft er de nachtelijke uren graag voor over. Ze behandelde teksten van Martin Luther King. Ze vertelde hoe ze verknocht is geraakt aan de Amerikaanse vrijheidsstrijder. Tijdens een avond in Steenwijk over King ontmoette ze Harcourt Klinefelter. Klinefelter is de man die King enkele jaren op de voet heeft gevolgd. Hij nam zijn speeches op met een bandrecorder en heeft geholpen ze wereldkundig te maken. Wat schertste haar verrassing toen ze deze Klinefelter in Steenwijk ontmoette tijdens een viering. Het bleek dat de man al in 1972 naar Nederland is verhuisd en trouwde met een Nederlandse vrouw. Hij woonde vanaf die tijd in Steenwijkerwold. Hij maakt zich hier sterk voor de vredesbeweging in de geest van Kind en zijn geweldloos verzet.   

Foto onder: Bezoekers tussen een swift van voorgangers worden door vrijwilligers opgevangen, kunnen een kopje koffie krijgen, onderling het gesprek voeren en (een deel van) een viering bijwonen