Contextueel gemeentezijn op Urk en in Almere
Een delegatie van de landelijke protestantse kerk is donderdag 10 oktober op werkbezoek geweest in Flevoland. ’s Ochtends was men in Almere en ’s middag op Urk. Het werd een bezoek waarin het strategisch beleid van het gemeentewerk in beeld kwam. En ook de gevoeligheid voor het persoonlijke contact. Er was een glimlach, een nieuwsgierige vraag en aan het einde van de dag respect. ‘Inspirerende voorbeelden van contextueel gemeentezijn’, noemde ds. René de Reuver het na afloop.
De dag begon al kuierend door de Drieklank, de kerk in Almere-Buiten. Ds. Rianne Veenstra vertelde over de ontmoetingen die er zijn. En over de achtergronden van de eigenlijk nog jonge kerk. De eerste huizen in Almere dateren van 1976, dus alles wat er te zien is aan bouw en aankleding is jonger dan de leeftijd van de meeste delegatieleden. Het ging over het begin: hoe denominaties samen optrokken. De naam ‘Drieklank’ verwijst er naar: hervormd, gereformeerd, rooms-katholiek. De rooms-katholieke kerk is een koers gaan varen, waarin men het eigen profiel inclusief huisvesting scherper stelt. Dat gebeurt in Apeldoorn (bisdom Utrecht). Dat gebeurt ook in Almere (bisdom Haarlem-Amsterdam). Men trekt zich terug uit de samenwerkingsverbanden met andere kerken. Er zijn overigens wel andere kerken voor in de plaats gekomen. Migranten vooral. Het kerkgebouw wordt het hele weekend gebruikt voor diensten. Achter de kerkzaal is nog de Mariaruimte, die herinnert aan de rooms-katholieke oecumene.
Aan de zijwand hangt een groot gedachteniskleed, waarop de namen van de geboortes en de overledenen worden aangebracht. Daaronder is een nieuwe kruiswegstatie gekomen; de rooms-katholieke is verdwenen en er is er een met een Syrische touch voor in de plaats gekomen. Wie de Drieklank binnenkomt, belandt in een ontmoetingsruimte met statafels, er is een keuken en er zijn verschillende lokalen. Er werd verteld van maaltijden, taalontmoetingen, sociale contacten, verdieping. ‘Hoe komt de naam van Jezus Christus aan de orde?’, vroeg één van de bezoekers, daarmee een link aanbrengend tussen praktisch werk en kerkelijke oriëntatie.
Reagerend karakter
Voorzitter Jan Denkers van de algemene kerkenraad nam de lead. Hij had een presentatie voorbereid over strategisch beleid. Over de verdere groei van Almere van 209.000 inwoners nu naar zo’n 300.000 in 2050. Over de 150 nationaliteiten. De 5000 studenten. Onlangs was er contact met het studentenpastoraat in Zwolle over deze groep. ‘Er is projectsubsidie’, zei één van de landelijke gesprekspartners. Jan Denkers maakte duidelijk hoe de ontwikkeling van de ‘vinexlocatie in kwadraat’ in zijn werk gaat. Er zijn koplopers bij de ontwikkelingen: de infrastructuur, de scholen, de zorgcentra, de economie. Er zijn ook volgers en inlopers: de politie en de verenigingen. En er zijn achterblijvers. De kerk hoort bij de laatste groep, omdat de kerkelijke structuur drijft op geld en op vrijwilligers. En dat is er maar met mate. De kerk heeft vooral een reagerend karakter en kan zich pas profileren als er middelen en mensen voor handen zijn.
Gevolg is wel dat een grote nieuwe wijk met 10.000 inwoners soms nog amper tekenen van geestelijk leven kan ontwikkelen. De kerk van Almere kan immers niet terugvallen op opgebouwd vermogen uit het verleden. Klaas van der Kamp vertelde dat hij als classispredikant en vroeger als scriba toen hij in hetzelfde gebied werkte de problematiek wel eens wat had onderschat. ‘Je maakt dan vergelijkingen met de uitbreiding van een bestaande stad en denkt dat je de problematiek van een compleet nieuwe stad met een nieuwe cultuur ook wel een beetje begrijpt’. Jan vertelde: ‘Eigenlijk zijn we een hele generatie kwijtgeraakt, maar velen hebben nog wel iets met het geloof, hun kinderen zitten deels op de 18 protestants christelijke basisscholen (5200 leerlingen) en het interconfessionele voortgezet onderwijs (5 scholen, 3100 leerlingen)’. En hoopvol zei hij: ‘Hoe koesteren we de geloofsgemeenschappen rondom de drie kerkcentra (zichtbare aanwezigheid van de kerk in de stad) en ondersteunen we tegelijkertijd de totstandkoming van netwerken tussen die geloofsgemeenschappen en een netwerk van kleine geloofsgemeenschappen in nieuwe stadsdelen’.
De landelijke kerk vertelde van eigen projecten en focusgroepen rond de nieuwe netwerkstructuren in de samenleving. Rianne Veenstra werd uitgenodigd vanuit de ervaringen in Almere bij te dragen aan een denktank. De directie wees op ontwikkelingssubsidies die als begin voor verdere planontwikkeling kunnen worden ingezet.
Tiny Church
Pieter ter Veen was aanwezig van the Tiny Church en het Floriade-project. Hij kon felicitaties in ontvangst nemen, omdat de acht heipalen twee dagen voor de samenkomst negen meter de grond in waren gegaan om fundament te geven aan the Tiny Church in Poort. Een zelfde kapel zal op het Floriadeterrein verschijnen. De grond tijdens de Floriade is om niet beschikbaar; er moet nog een beslissing worden genomen of de grond daarna kan worden overgenomen door de kerken, zodat de kapel blijvend een plek kan hebben bij het arboretum. Het zou een getuigenis kunnen zijn van het verlangen de ontwikkeling van de tuinbouw te blijven koppelen aan zingevingsvragen rond duurzaamheid.
Na de Drieklank ging het richting de Steigers, het VLA. Er werd een bochtje gereden langs de reli-boulevard en een tussenstop gemaakt bij De Wegwijzer. Berdien Stemberg gaf ooit de naam reli-boulevard aan de centrale as door Almere, waar achter elkaar godshuizen te zien zijn van moslims, hindoes, boeddhisten en christenen. De Wegwijzer toont op een bordje een breed scala van activiteiten in de groeimetropool. Het laat zien hoezeer kerkelijk leven zich vertakt met de leefgemeenschap van mensen. Er werd een foto gemaakt en gesproken over het verlangen naar spiritualiteit bij mensen en het zoeken naar zin.
Bij het voedselloket Almere (VLA) kreeg de delegatie een presentatie. Daarna ging het door de supermarkt en de goederenafdeling. Er werd doorgevraagd over de structuur. Vergelijkingen werden gemaakt. Over de diaconie in Den Haag waar Stek met dertig, veertig formatieplaatsen op de pay-lijst werkt en de aanpak in Almere waar men met twee parttime-mensen op een pay-rol tientallen vrijwilligers begeleidt in het werk. Het voedselloket kent een breed assortiment. Er wordt gewerkt met ‘plastic geld’. Mensen krijgen een bepaald bedrag per maand. Dat leert ze om te plannen en te organiseren. ‘Neveneffect is wel, dat ze soms klagen over de kostprijs van een product. Dat gaat af van hun tegoed. Maar ik ben alleen maar blij met dat gedrag. Het laat zien dat ze een planning maken’, zei de directie van het VLA.
Op Urk
Tegen de middag verplaatste de karavaan zich richting Urk. Wie denkt dat kerkgebouwen op Urk per definitie veel ouder zijn dan die van Almere komt bedrogen uit. De delegatie deed twee kerkgebouwen aan; beide zijn van deze generatie. De Poort is bijvoorbeeld pas een paar jaar geleden gebouwd. Nieuwbouw dus. En hoewel het project miljoenen heeft gekost, is het al bijna afbetaald. Er kunnen meer dan 1100 mensen in de kerk, deels beneden, deels op de kraak. Het zit op zondag vol. Alles ademt sereniteit en toewijding. De collectezakken zijn stijlvol in het liturgisch centrum verzonken. In het kristallen doopvont is een rode kleur zichtbaar verwijzend naar de essentie van de doop. Om de kerkzaal heen zijn diverse andere lokalen, waaronder een jeugdhonk. ‘JC’ heet dat op Urk. Het herinnert natuurlijk aan Jezus Christus, maar in afkortende zin is het gebruikt als indikking van jeugdcentrale. Op de muur hangt een woordassociatie bij Johannes 3:16. ‘Er zijn twee fouten ingeschreven’, zei Sjoerd Bakker, jeugdwerker van de gereformeerde kerk op Urk. Het is een puzzeltje dat tot nadenken stemt. ‘Eewig’, zei iemand. ‘Ja en verlore’, vulde een ander aan.
Er volgde een maaltijd in het restaurant van de Poort, waar inmiddels enkele predikanten en pastores waren verzameld. In de informele gesprekken ging het over de ervaringen op Urk. Een vrouw met de schort waarop ‘Alwier kapkost’ stond, voorzag de delegatie van een driegangenmenu. ‘Kapkost’ is Urkers. Het kappen verwijst naar het stampen, prakken van het eten. Bij kapkost gaat het dus om een vorm van stamppot. De tekst verwijst dus naar een veel toegepaste maaltijdsvorm. De schort sloot overigens niet aan bij de maaltijd die de delegatie verorberde, die was wel iets meer aangekleed.
De gesprekken gingen over het geestelijk leven en over de organisatie. Eén van de pastores liet een liederenbundel zien, die het Boekencentrum speciaal heeft laten drukken op gezag van de Urkse kerk. De vermaardheid van de Urker zang was de delegatie bekend. Er wordt nagenoeg in alle kerken op hele noten gezongen. Je kan in het seizoen in het kerkje aan de Zee iedere dag meezingen ’s middags. Er zijn toeristen die dagelijks van die mogelijkheid gebruik maken. Eén van de delegatieleden wist van het royale geefgedrag van de Urkers. De plaats staat bekend als nummer één in het bedrag dat per jaar per gezin wordt gegeven (al gauw vijf, zes tientjes). Dat bedrag ligt tien keer hoger dan bij voorbeeld in Amsterdam.
Vorm van een boot
Na de Poort ging het richting de hervormde Ark. Natuurlijk werd er een foto genomen van de kansel die de vorm heeft van een boot. De delegatie bewonderde de vergadertafel in de consistorie; handig vorm gegeven zodat je elkaar goed kunt zien en makkelijk midden door kunt lopen om iedereen de hand te schudden. Het ging over het jeugdwerk op Urk. Sjoerd Bakker gaf een inleiding. Het jeugdwerk maakt vooral gebruik van materiaal door de HGJB gemaakt. Ds. Terpstra heeft aan één van de methoden medewerking verleend als schrijver. Iedere zondag is er ’s middags zowel bij de hervormden als de gereformeerden zondagsschool. Er gaan al gauw zo’n 400 kinderen heen. Voor de diverse leeftijdsgroepen zijn er vormen van clubwerk en catechese. Er zijn opstapmomenten in de kerkdienst, waar de voorganger een klein onderdeel van de liturgie uitlegt voor de kinderen. Er is een kerkcafé. De belijdeniscatechese wordt gevolgd door zo’n 100 mensen. De verschillende groepen ontmoeten elkaar ook tegelijk, als basis voor het besef dat je onderdeel vormt van een gemeenschap. De delegatie vroeg door over de verschillende groepen en methoden. Sjoerd Bakker liet publicaties zien voor de jeugd die qua vormgeving en kleurgebruik de competitie met ieder tijdschrift kunnen doorstaan. De jeugd is digitaal aangesloten op een app, zodat men gemakkelijk iedereen kan bereiken.
Het ging niet alleen over de organisatie en de vorming. Het ging ook over zorgen. Berichten van verslaving en uitsluiting kwamen voorbij. Zowel de pastores als Nelleke Brouwer van Waypoint, de laatste halteplaats van de delegatie, gingen in op vragen. Je merkt dat er steeds weer naïeve verwachtingen leven bij buitenstaanders als zou een kerkelijk betrokken stad van 20.000 inwoners en een hechte gemeenschap alle vormen van jeugdbaldadigheid kunnen buitensluiten. ‘De helft van de bevolking op Urk is jonger dan 25 jaar’, vertelde iemand, en natuurlijk komen er situaties voor die je niet wilt tolereren. Bij Waypoint kenden ze de cijfers. De landelijke cijfers liggen op vier procent van de bevolking die verslaafd is en tien procent die opvang krijgt. Op Urk ligt het percentage verslaafden iets lager en ligt de opvang op ongeveer vijftien procent. Je zou kunnen zeggen dat de cijfers gunstiger zijn op Urk dan elders. De problematiek heeft de aandacht. De kerken werken juist in de week van het werkbezoek mee aan een week van de opvoeding, waarin de diverse kerken en scholen gezamenlijk optrekken. Eén van de pastores vertelde dat hij in dat kader op de Pieter Zandt een dagopening had verzorgd.
De dag eindigde bij Waypoint. Het gaat onder meer om een kringloopwinkel. Het werk is begonnen als opvang om mensen met verslavingsproblematiek aan bezigheid te helpen. Er werd eerst ingezet op een autowasserij. Maar dat leverde te weinig inkomsten en te veel onkosten op. Er werd geschakeld naar een kringloop. Een spannende keus. ‘We houden op Urk van nieuwe en goede spulletjes’, zei één van de medewerkers in de wandelgangen. Maar het sloeg aan. Er werken een handvol betaalde krachten en er zijn 85 vrijwilligers. Spullen die ’s ochtends binnenkomen zijn vaak ’s avonds al weer verkocht. De omlooptijd is maximaal drie maanden. Materialen die niet van de hand gaan kunnen nog een herbestemming krijgen naar Roemenië. Verschillende kerken hebben het Waypoint financieel van de grond helpen tillen; inmiddels is het bijna self-supporting.
De delegatie bestond uit dr. René de Reuver, scriba van de PKN, drs. Nynke Dijkstra-Algra, beleidssecretaris, Jurjen de Groot afgewisseld door ds. Hans van Ark (vanuit de directie van de dienstenorganisatie) en Roelien Smit, van communicatie en marketing van de dienstenorganisatie. Ds. Klaas van der Kamp begeleidde de delegatie als classispredikant van de regio.
Foto boven: Ds. Hans van Ark op de kansel van De Ark
Jan Denkers (staand) geeft tekst en uitleg bij zijn strategische visie op de toekomst van de kerken in Almere
Nynke Dijkstra en Jurjen de Groot bij het voedselloket van Almere
Verkoopartikel bij de goederen in Almere
Een gezamenlijke maaltijd in de Poort op Urk
Alwier kapkost? Stille getuige van de eigen streektaal en de eigen cultuur op Urk
Sjoerd Bakker geeft tekst en uitleg bij één van de uitgaven die men op Urk maakt voor de jeugd
Ds. Egbert Terpstra, afgevaardigde naar de classis, begeleidt de delegatie naar Waypoint
Stille getuige van de waardering van het werk bij Waypoint