Scherpte rond corona blijft nodig
De richtlijnen van de kerk rond corona gaan over de organisatie van de kerk en de feitelijke vieringen. Dat is in beeld. Maar we moeten evenzeer alert zijn voor wat er om de formele momenten heen gebeurt. Hoe dicht sta je bij elkaar tien minuten voordat een bijeenkomst begint en hoe zit het de eerste tien minuten nadat een online-viering is opgenomen?
Dat bracht één van de leden van het breed moderamen in tijdens een digitale vergadering op vrijdag 8 januari. Het ging over de risico’s van de online-vieringen. De protestantse gemeente Biddinghuizen is in het nieuws gekomen met een besmetting. Het is niet uit te sluiten dat er andere gemeenten zijn waar juist de informele momenten rond een opname of een andersoortige ontmoeting momenten zijn waarop mensen zich te weinig bewust zijn van de risico's die ze lopen. Een inventarisatie in het breed moderamen wees uit, dat enkele gemeenten verder gedownsized zijn qua online-invulling in de achterliggende weken. Maar er zijn ook gemeenten waar men de maximale adviesruimte gebruikt: Daar is sprake van dertig bezoekers met daarnaast de mensen die een taak vervullen en er is sprake van voorzangers. Tot nu toe bestaat de indruk dat de risico’s tijdens de vieringen zich vooral vermenigvuldigen op de momenten dat er gezongen wordt.
Op de proef gesteld
Je merkt bij alle leden van het breed moderamen dat het geduld zeer op de proef wordt gesteld. Het werk in de kerk is taai en wordt steeds taaier naarmate de coronacrisis langer aanhoudt. De beperkende maatregelen knellen. Diverse gemeenten passen spitsvondigheden toe om het onderlinge contact enigszins te onderhouden, maar het gebrek aan feedback en het ontbreken van de directe contacten geeft steeds meer pijn en leegte in het gemoed van de gelovigen en de ambtsdragers. Men lijdt aan contact-armoede. Woorden vallen in het breed moderamen als ‘slijtageslag’ en ‘discussies met leden over een complottheorie’.
Iemand vertelde over een gemeentelid dat honderd jaar is geworden. De burgemeester besteedde daar aandacht aan en ging op bezoek. Er kwam een foto in het huis-aan-huisblad. 'We hebben als kerk het beleid om op dit moment geen bezoeken in dat kader af te leggen', aldus een lid van het bm. Dat roept dubbele gevoelens op, onder meer bij de pastores, die zich opgesloten voelen in het web van voorzichtigheid en tegelijk zien dat andere mensen op zulke feestelijke momenten wel op bezoek komen.
Het breed moderamen heeft de indruk dat de gemeenten in Overijssel-Flevoland er in geslaagd zijn om de veiligheidsvoorschriften tijdens de feestdagen naar behoren in acht te nemen. Er zijn allerlei voorbeelden van een creatieve invulling, zodat het bijzondere karakter kon worden recht gedaan. Een voorbeeld zijn de interviews in een gemeente met markante personen over geloof, hoop en liefde. Een ander voorbeeld is een oudejaarsbingo, waarbij het oude concept van de balletjes is aangevuld met muziek van een organist die verzoeknummers speelt en de mogelijkheid om groeten naar anderen over te brengen via de digitale uitzending, waar gretig gebruik van werd gemaakt. Weer een ander voorbeeld is de top-2000-invulling die in verschillende gemeenten rond de jaarwisseling op het rooster heeft gestaan.
Het opmerkelijke is, dat het bezoekerstal van digitale bijeenkomsten onverkort hoog is. En dat zelfs de ontspannende activiteiten later (dus na afloop) druk bezocht worden.
Muziekrechten
Enkele predikanten gaven aan, dat ze het persoonlijk huisbezoek missen. Je kunt mensen bellen, maar stuit dan op de beperktheid van het medium. Je merkt dat sommige pastoranten het lastig vinden om hun gevoelens per telefoon onder woorden te brengen. Een predikant vertelde dat men in eigen kring een digitaal koffiemoment heeft ingevoerd. Er komt een tiental mensen en het geeft de mogelijkheid onderling bij te praten. Weer een ander gaf aan dat het telefonische spreekuur na een dienst positief werkt. ‘Mensen komen binnen met een verhaal over de dienst en kunnen dat als opstapje gebruiken om hun eigenlijke thema aan de orde te stellen’.
Het breed moderamen sprak geruime tijd over de wettelijke ruimte om voor de online-diensten muziek van internet te gebruiken. Er kwam veel irritatie uit het beeldscherm. Door de hele classis ergert men zich aan de beperkingen die uitgevers en intermediairs opleggen aan het gebruik van muziek en zang. ‘We overtreden allerlei regels, maar ik zou niet weten hoe we het anders voor elkaar moeten krijgen’, verzuchtte één van de bm-leden. Het lijkt ruimhartig als het ISK zegt tot april ruimte te bieden om materialen te gebruiken en het lijkt invoelend als de EO een beperkt aantal liederen vrij geeft voor publiek gebruik, in de praktijk ervaart men de eigenaren van kerkmuziek en teksten als beperkend en rigide. Er gaat een brief van de classis naar de landelijke kerk om de rechten van liederen anders te regelen. Dat geldt voor coronatijd, maar ook daarbuiten. Alleen een afgevaardigde met een achtergrond bij de gereformeerde bond glimlachte: 'Als je zingt uit de bundel 1773 heb je dat probleem niet'.
Zuid-Afrika
Het breed moderamen bezon zich op de speciale relatie van de classis Overijssel-Flevoland met Zuid-Afrika. Veel leden van het bm missen de weerhaakjes om het gedachtegoed van een bijzondere relatie houvast te geven. ‘Ik word er eerlijk gezegd niet warm of koud van’. ‘Het staat qua thematiek ver van me af’, zei iemand. ‘Je zou een weekje op bezoek moeten kunnen gaan naar Zuid-Afrika’, glimlachte een ander.
De classispredikant verzorgde de opening van het breed moderamen met gedachten ontleend aan Ype Schaaf. Ype Schaaf heeft een boek geschreven over de verspreiding van de bijbel in Afrika. Hij pleit voor vergaande inculturatie. Door je vanuit Nederland te spiegelen in de toepassing die Zuid-Afrika maakt, kan je jezelf een spiegel voor houden, aldus de classispredikant. Een bm-lid merkte op: ‘Ype Schaaf heeft samen met Anne van der Meiden en Hinne Wagenaar het thema van de inculturatie ook aan de orde gesteld in een bundel ‘In eigen teology?’ Dan gaat het over Afrikaanse vragen in het Fries en in het Saksisch. Dat komt al weer dichter bij’.
Een lid van het breed moderamen gaf aan dat men openstaat voor een verdieping van het contact. Ook modaliteitsorganisaties zoals de GZB vragen om een nieuw systeem van denken. Het gaat om vragen en antwoorden naar twee kanten. Er is in toenemende mate sprake van een wederkerigheid in de contacten. De kerk in Nederland is in de achterliggende twintig jaar misschien wel eens wat te veel bezig geweest te overleven (secularisatie) en te reorganiseren (vereniging). De internationale context is daardoor buiten beeld geraakt.
De voorzitter concludeerde dat de verlegenheid vanuit het breed moderamen zal worden voorgelegd aan Kerk in Actie. Deze organisatie heeft Overijssel-Flevoland gekoppeld aan Zuid-Afrika. Wellicht kunnen er op het niveau van geloofsgesprek en geloofsverdieping lijnen worden getrokken, zodat er meer inhoudelijke verbondenheid ontstaat. Dat reikt dan net even verder dan de puur projectmatige interesse waarmee Kerk in Actie uit de aard der zaak werkt.
Beheer
Het breed moderamen hield zich als te doen gebruikelijk ook bezig met de nodige casuïstiek. Een kerkelijk werker die een preekconsent ontvangt, kan nu niet worden uitgenodigd in de vergadering, maar zal volgende keer digitaal worden genodigd. Een gemeente die van plan is een predikantsplaats voorlopig niet in te vullen om het jeugdwerk voorrang te geven zal de suggestie krijgen om niet al te vanzelfsprekend predikantsruimte onbezet te laten. De agenda voor de februari-vergadering van de classis werd opgesteld. Enkele rapportages van colleges komen aan de orde. Er is een verantwoording van het breed moderamen over de achterliggende periode. Het gaat over verkiezingen en de moeite die het kost om vrouwen en relatief jonge mensen op representatieve posities te krijgen in de kerk. En er wordt een predikante gevraagd om iets over een promotie-onderzoek te vertellen waarin het gaat over de secularisatie.
Het breed moderamen liet zich voorlichten door Rikus Snel, adviseur vanuit het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken over de ontwikkelingen rond beleggingen. De landelijke kerk wil dat gemeenten een statuut uitschrijven, waarin ze het beleggingsbeleid formuleren. De kerk wil vervolgens dat het CCBB eerst controleert of er een statuut is en vervolgens of men het jaarlijks voldoende toepast. Het CCBB in Overijssel-Flevoland is van mening dat men daarmee een te groot wissel trekt op de beschikbaarheid en de deskundigheid van de vrijwilligers. Het beheerscollege zal daar zelf correspondentie over voeren met de landelijke kerk.
Foto's:
Boven Jan Dirk Wassenaar, eerste scriba, die een midwinterhoorn toont, waar je tot 6 januari op mocht blazen.
Onder Johan Kuiper, tweede scriba, met een ernstige blik achter het scherm.